Mt. 6:1-13 | link naar preektekst |
Bidden aan tafel (Onze Vader aan avondmaal)
HA | 2025-10-05 mo Rijsenhout HA |
Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,
In de afgelopen catechisaties zijn we ook begonnen
met het jaarthema ‘luisteren.’ Daar vroeg ik: waar kun je God horen?
Een van de antwoorden die de jongeren gaven was: Bidden.
Ik vind dat een mooi antwoord.
Want daar zit twee keer luisteren in.
God luistert naar ons. En dat is best bijzonder.
We zullen straks zien dat alles te maken heeft met God als vader.
Die graag tijd voor je neemt.
Maar de vraag die ik de jongeren stelde was:
waar kun jij God horen. Dat is de andere kant op.
Bidden is niet alleen een manier om je te uiten, iets te zeggen.
Maar het is ook een manier van afstemmen, van luisteren,
van zoeken, zelfbeproeving, van aftasten van Gods wil.
Dus, hoe doe je dat eigenlijk, bidden?
Ieder doet dat een beetje op zijn eigen manier.
Elk kind heeft zijn eigen houding naar zijn ouders.
Misschien zie je verschil tussen broers en zussen, daarin.
Ieder heeft een eigen relatie, een eigen manier van praten.
Zo is het natuurlijk ook tussen God en mensen: je eigen manier.
Maar tegelijk is het ook iets wat je kan leren.
De discipelen vragen er om: Heer, leer ons bidden. Lk.11:01
Blijkbaar hebben ze het Jezus zien doen, en nu willen zij ook …
Door goed te luisteren naar het Onze Vader,
leren we niet alleen om ons te uiten, te vragen wat we nodig hebben,
maar het helpt ook om je prioriteiten goed af te stemmen.
Door te bidden, richt je jezelf op de goede dingen.
We zullen zien dat het gaat om brood en om vergeving,
precies de dingen van het avondmaal.
En dat staat ingebed tussen de goede focus op God.
Daarom wil ik vanmorgen stilstaan bij het Onze Vader.
Jezus vergelijkt zijn bidden,
met hoe andere mensen in zijn tijd baden.
Met heel veel woorden, zo mooi mogelijk.
Maar Jezus zegt: doe hun niet na! Hij zegt iets bijzonders.
“Jullie Vader weet al lang wat jullie nodig
hebben,
nog voordat je het hem vraagt.”
Jezus zegt niet: dus daarom hoef je niet te bidden.
maar wel: hou het dan ook maar lekker simpel. Zeg het maar gewoon.
Je hoeft niet te bedelen, papa papa papa,
voordat God eindelijk aandacht voor je heeft.
Je hoeft niet te slijmen, mama ik vind je zo lief, mag ik dan nu een
snoepje?
Nee, zeg het maar gewoon.
We gaan zo kijken naar elk van de bedes van het onze vader.
Bekende woorden. Voor het overzicht is het even goed om te weten,
dat je het in 3 blokjes kan verdelen.
Het eerste blok laat je beseffen wie God is.
En helpt je om God voorop te zetten.
Kijk maar. Wie is God? God is onze Vader.
Heel gewoon eenvoudig begint Jezus dit gebed.
Is dat dan gewoon zomaar een vriendje met wie je speelt?
Nee, hij is groot, Hij is in de hemel.
Vader is vertrouwd, dat is warm, familiair.
Maar tegelijk is hij groot, en vraagt respect.
Niet zomaar familieman, maar echt het hoofd van het gezin.
De heer des huizes, maar dan van de hele schepping.
De oervader van de stamboom.
In twee schetsen: Onze Vader, in de hemel,
geeft Jezus meteen de goede balans.
In het kader van luisteren heb ik de afgelopen week
de oude catechismus erbij gepakt.
Wat zegt die nu eigenlijk over al die bedes?
Hier wordt de balans ook mooi omschreven:
Meteen aan het begin van het gebed wil Christus ons leren
dat het gaat om “kinderlijk ontzag en
vertrouwen.” HC.46
Daar heb je dezelfde balans, respect, bewondering, ontzag,
God is in hemel, daar moet ik niet te aards over denken.
Maar tegelijk is hij vertrouwelijk, als vader,
die meer geven wil en kan, dan onze eigen vaders zouden,
je mag van hem alles verwachten wat je voor lichaam en ziel nodig
hebt.
Dat je die focus hebt op wie God is,
dat is wat christelijk bidden uniek maakt.
We doen geen regendans of vleiende woorden onze iemand te pleasen,
om te bewijzen dat wij het beluisteren waard zijn,
of opvallen tussen al die miljoenen bedes die opstijgen.
“we zoeken niet verbinding met het universum of
mediteren in onszelf.
maar we bidden als kinderen die hun Vader aanspreken.
Jezus, de eigen Zoon van God, gaat ons daarin voor,
en als we in zijn Naam bidden, zal de Vader ons zeker
horen.” GC.33
Bijzonder, bewonderenswaardig. Want zo gewoon als je bid,
zo niet gewoontjes is hij tegen wie je het hebt.
Gebruik die naam heilig, zegt Jezus dan.
Eigenlijk zeg je: Lieve Vader en grote God,
wilt u zorgen dat uw naam bijzonder blijft.
Want U bent niet zomaar iemand, nee, uw naam is waardevol.
Laat uw naam geheiligd worden.
En ook wat u wil is belangrijk.
Laat dus overal mensen naar u luisteren.
Want U bent de koning van hemel en aarde.
Wat zou het goed zijn als iedereen dat erkende:
“laat uw koninkrijk komen.”
Wat God wil, dat is goed voor hemel en aarde.
Die woorden, “op aarde zoals in de
hemel”
gaan niet alleen over de wil van God.
Maar ook over die andere dingen die hier van God worden gezegd:
Alle hemelbewoners weten dat Gods naam waardevol is.
De engelen roepen hoe Heilig hij is.
En wie gestorven zijn zien zijn heerlijkheid.
In de hemel is het koningschap van God al wel duidelijk.
Gods wil, in de hemel is er niemand die eraan twijfelt.
Bij het doorlezen van de catechismus viel me op,
dat ze vaak ook die geestelijke kant uitlichten:
Bij het koningschap leggen ze uit: HC.48
“verbreek het werk van de duivel”
Koningschap gaat dus over de strijd tussen goed en kwaad.
En bij het laat uw wil worden gedaan, is de uitleg: HC.49, vgl. GC.40
laat ieder zo gewillig en trouw zijn taak vervullen, zoals de engelen
in de hemel doen.
Ik vond dat een eye–opener, was denk ik vergeten dat de catechismus,
zoveel oog had voor geestelijke strijd.
Het is dus niet zomaar iemand tegen wie we bidden.
Wat in de hemel iedereen doorheeft, dat bidden we voor hier.
Al die dingen die dus in de hemel al zo zijn,
laat dat ook op aarde zo zijn.
Jezus leert bidden, dat je ernaar verlangt,
dat alles wat hemels is, ook hier waar wordt. “op
aarde, zoals in de hemel.”
Het tweede blokje gaat over ons.
Hier. Dat wat we in deze wereld nodig hebben.
En eigenlijk is dat niet veel: Dat is eten, en dat is vrede.
Geef ons vandaag het brood.
Niet koelkasten of voorraadkamers vol, maar gewoon, 1 portie per dag.
Ik vind het eigenlijk best wel mooi.
Dat Jezus in dit blokje, gewoon onze buik voorop zet.
Niet eerst een zwaar gelovig verhaal over zonden,
maar het is goed om voor je lijf te zorgen.
Om te eten. Het gewone staat voorop. Elke dag opnieuw.
Jezus zal op andere plaatsen leren dat je bijvoorbeeld als ondernemer,
echt wel verder mag kijken dan de dag van vandaag.
Maar in Jezus’ onderwijs zit iets ontspannends.
“Leer ons daarom ook ons vertrouwen … alleen
op u te stellen” HC.50
Gods goede vaderlijke zorg helpt om bij de dag te leven.
Verderop zegt Jezus: Mt. 06:34
“Maak je dus geen zorgen voor de dag van morgen,
want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf.
Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen last.”
God zorgt niet alleen voor je lijf, ook voor je ziel.
En elke dag heeft ook wel genoeg ellende.
Dus veeg dat ook niet op een grote hoop, dat is te zwaar.
bekijk het dag voor dag, leef met dagelijkse porties.
Zie je hoe God als een groot koning, en als liefdevolle wijze vader,
alles, zelfs goed en kwaad, gedoseerd worden.
Daarom leert Jezus dan ook om te bidden om vrede.
Dat goed zit tussen jou en God: Vergeef ons onze schulden,
dat het goed zit bij mensen onderling:
zoals ook wij vergeven wie ons iets schuldig is.
Jezus weet heel goed, dat het op aarde
nog niet altijd zoals in de hemel is.
Er zijn machten die aan je kunnen trekken, je naar beneden halen.
We leven niet altijd vredig en ongestoord,
maar worden soms belaagd door het kwaad.
Bidden om vrede, betekent ook bidden om bescherming.
“Breng ons niet in beproeving, maar red ons van
het Kwaad.”
En weer wijst de catechismus op die geestelijke dimensie:
“we zijn van onszelf zo zwak,
dat we nog geen ogenblik zelf zouden standhouden,
want onze doodsvijanden, de duivel, de wereld, en onze eigen natuur,
houden niet op om ons aan te vechten.” HC.52
Dat is eigenlijk het tweede blokje.
Ging het eerste deel over God,
dat we echt hem voorop zetten,
ging het in de tweede deel over ons.
Met alles wat we nodig hebben. Voor ons lijf, en voor onze geest.
Vrede met God en met elkaar.
En bescherming tegen de aanvallen van het kwaad.
In die twee helften worden weer hemel en aarde verbonden.
Zodat het op hier wordt, zoals in de hemel.
Nu we straks avondmaal vieren,
komen brood en vergeving op een andere manier dicht bij elkaar.
Want in Gods zorg voor brood, (weet je nog? buik voorop),
zien we dat Gods zijn vrede graag wil delen.
Dat het goed zit tussen jou en hem, en tussen jou en je naaste.
Maar als het op aarde nog moet worden, zoals in de hemel,
betekent dat dus, dat in de hemel in alle zorg al is voorzien:
daar is het brood dus al, daar is de vrede dus al.
Jezus, heer in de hemel, gastheer van de maaltijd,
is het hemelse brood. En er is genoeg, hij is genoeg.
En zijn standaard–groet na pasen, is: Vrede zij u.
Elke keer als je daar iets van ziet, van proeft,
dan is het hier al even op aarde, zoals in de hemel.
God laat je in je buik voelen, dat er in de hemel vrede is.
Daarom wordt het avondmaal een voorsmaak genoemd,
een apetizer, een amuse, voorpret op de heerlijkheid.
Een tipje van de sluier van de hemel, van de eeuwigheid wordt
opgelicht.
Daarom blijven we dit vieren, totdat hij komt.
Maar, het is niet altijd als de hemel hier.
Elkaar vergeven kan onmogelijk moeilijk zijn.
Ik weet niet of je begrafenisdienst van Charlie Kirk hebt gezien,
zijn vrouw vergaf de moordenaar. Wow.
Is dat wat Jezus van iedereen vraagt?
“Vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven wie ons iets schuldig is” …
Het vergeven van de ander, doe je voor een deel voor jezelf.
Je wil het kwaad niet met je meedragen.
“Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen
kwaad.”
En als je gekwetst bent, onrecht is aangedaan, oe …
Het neemt de pijn niet weg.
Een ander vergeven is dan ook niet zeggen, dat het niet erg was.
Of dat je het vergeet, of negeert.
Maar vergeven is wel zeggen: ik ben meer dan wat me is aangedaan.
ik laat me niet langer gijzelen door het kwaad, het onrecht.
ik laat het eindoordeel aan God, ik laat het los.
Nog steeds is het moeilijk.
Als je wat lomp de bijbelleest kun je denken dat Jezus zegt,
dat jij alleen vergeving krijgt, als je een ander vergeeft.
Dat is nogal ongevoelig.
De catechismus, ik haal hm er nog maar een keertje bij, HC.51
zegt het heel warm: dat we, als teken van Gods genade aan ons,
opmerken,
dat wij het voornemen hebben onze naaste van harte te vergeven.
Als het lukt, zie je even op aarde, hoe het in de hemel wordt.
En door Gods genade mag je daar soms stukjes van zien, voorproeven.
Terug naar het onze vader.
Het eerste deel had de focus op God, Vader in de hemel,
het tweede deel keek naar wat we hier zo nodig hebben.
ook als het onder spanning staat, we op wat voor manier ook merken
dat we genade en vrede broodnodig hebben.
Na deze twee delen volgt een lofzegging.
We bidden dan altijd: want van u is het koninkrijk, enzo.
En eigenlijk is dat een antwoord op de vraag:
waarom je überhaupt zou bidden?
Waarom zouden we eigenlijk God hierom vragen?
Nou simpel. Omdat hij het voor het zeggen heeft.
Juist omdat hij de koning is,
omdat hij de macht heeft, in hemel en op aarde,
omdat zijn naam zo waardevol en heilig is, vol majesteit,
En je hoort alle dingen uit het begin weer terugkomen.
Daarom is het zinnig om aan God te vragen:
Zorg voor ons, want u bent ook de enige die dat kan.
En niet maar voor eventjes, maar dag voor dag,
beetje bij beetje, maar zo wel tot in eeuwigheid.
Zo mag je leren om te bidden.
Om je aandacht en je hart op God te richten.
Hij komt voorop.
En dan mag je alles aan hem vragen.
Die hele gewone basisbehoeften.
En het is zinnig, omdat hij ook alle macht heeft.
Maar merk je dan dat God naar je luistert?
Niet altijd verhoort God je gebed zoals wij graag willen.
Daar kan je echt heel erg mee zitten.
Maar misschien leert Jezus daarom wel,
dat mijn wensen en verlangens:
soms heel specifieke wensen,
soms die hele gewone dingen zoals brood voor elke dag
dat die ingebed zijn tussen je aandacht op God.
Past het in de wil van God, bij het koningschap van God?
Precies daarom zal Jezus later in zijn leven leren bidden: (vgl GC.37 )
“Vader, laat deze beker aan me voorbij
gaan” Mt.26:39
maar niet mijn wil, maar uw wil geschiede Mt.26:42 .
even later, “Vader, vergeef het hen”
Lk. 23:34
“Vader, in uw handen beveel ik mijn
geest” Lk. 23:46
Jezus stort zijn hart uit, op een vertrouwde plek, bij zijn vader.
Geeft zijn leven uit handen. Met een kinderlijk ontzag en vertrouwen.
En krijg je dan alles wat je wil? Nee,
maar toch in elk geval geen steen voor brood, als je honger hebt? Mt.07:09
Zo is God echt onze Vader.
En misschien leer je daar ook wel van te zien,
dat als jij je aandacht op God als vader richt,
dat je ontdekt dat je niet zijn enige kind bent.
Hij heeft er meer. God is de oervader van ons allemaal.
Hij geeft ons allemaal brood en dealt met de schuld, van ons allemaal.
Het gewone bidden, helpt om het grotere verband te zien.
Precies daarom kreeg Jezus niet wat hij wilde.
Kreeg hij wel een steen, en wij krijgen brood,
vrede voor die knoop in je maag.
Maar op die manier is God,
niet alleen zijn vader, maar onze vader is geworden.
Zo leren we met een kinderlijk eenvoudig geloof,
om gewoon te bidden, om alles tussen hemel en aarde.
Dag voor dag, totdat hij komt. Om Jezus’ wil. Amen
Een kortere versie van deze preek, zonder verwijzingen naar catechismus en avondmaal is te vinden:
Mt. 6:7-13 - Het gewone bidden tussen hemel en aarde
online delen:
Meer preken uit Mattheüs