Niet mededelingen KR door ouderling Welkom door predikant Votum (NLB 291a) en groet (Amen door allen gesproken) NLB 274:1-3 (Wij komen hier ter ere van uw naam) Gebed Kinderlied: He Luister mee naar een nieuw verhaal (Hemelhoog 481 = OTH 406) Wet: Dt 6:4-13, 20-25 (door mij gelezen) DNPs 19:2 en 3 (De wet van onze HEER) Kinderen naar KBC Lezen: Ps 66 (lector) Preek over Ps 66:16 NLB Ps 66:1,5 Mededelingen -KR (ouderling) -Collectedoel (diaken) -Anderen? -Gebedspunten Gebed en aansluitend NLB Ps 66:7 Collecte Opw 378:1-5 (Ik wil jou van harte dienen) Zegen en Danish Amen Sing-in middag DNSP 19: 1 (De hemelkoepel spreidt) Opw 717 (Stil, mijn ziel) Jak 1:19-27 DNPs 62:1 en 4 (Bij God vind ik de diepste rust) Opw 520 (Wees mijn verlangen) Gebed Einde

Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,

“Kom! Moet eens luisteren wat ik te vertellen heb!”
– Pf, heb je daar nou zin in, weer zo’n ego–verhaal?
Zo iemand die zichzelf op de voorgrond stelt,
zit je daar op te wachten?
Het klinkt zo snel als opschepperij;
en ik denk dan: daar heb je hem weer, met z’n verhaal…

Op een feestje zie je dat soms ook,
De lollige oom, die de avond vol praat.
Met een duidelijke, soms net te harde stem, vraagt hij alle aandacht.
En nog terecht ook. Want hij is echt een lollige oom.
Maar voor de hele avond…?

Niet altijd heeft degene met de krachtigste stem
het sterkste verhaal te vertellen.
Soms, valt de groep stil, als oma of opa wat wil zeggen. Of een kind.
Iemand die zichzelf niet op de voorgrond zet,
maar waar opeens ruimte voor is, het valt stil.
Alsof iedereen aanvoelt dat daar iets moois, of iets liefs,
of iets wat heel wijs is, gezegd gaat worden.
Iedereen luistert, naar het kleine meisje waar allen van houden,
naar de breekbare stem van opa, waar iedereen respect voor heeft.


Vanmorgen staan we stil bij een psalmvers.
En daarin zegt de schrijver:
“Kom! Moet eens luisteren wat ik te vertellen heb!”
En een psalm is bedoeld om na te zingen, om na te spreken.
Wij worden dus ook opgeroepen om het te zeggen:
Luister naar wat ik te vertellen heb.
U, en jij; als je dit na–spreekt,
moeten we dus gaan luisteren naar wat je te vertellen hebt;
Dus, neem je plek in en vertel je verhaal. Kom maar.

Het ligt een beetje aan je karakter hoe je reageert op deze oproep.
Heel zelfverzekerd kun je de ruimte innemen.
Graag vertel je over, van alles en nog wat.
Zeker als je even tevreden ben met jezelf, op een goede manier.
Graag delen we onze succesverhalen,
om met anderen te vieren wat fijn is, waar je dankbaar voor bent.

Maar wat nu als je met jezelf overhoop ligt?
Of als je bang bent arrogant te zijn,
als je geleerd hebt om je bescheiden op te stellen,
als je niet die praat–grage lollige oom wilt zijn?
Of wat als je helemaal niet zoiets bijzonder hebt meegemaakt.
Van alles kan je tegenhouden: van je persoonlijke situatie,
waarin je hier helemaal geen behoefte aan hebt,
tot goede karakter–eigenschappen, waardoor je bescheiden bent.
Of je bent in de loop van de jaren zo beschadigd,
als er een tijd was, dat je er niet mocht zijn.
Jouw verhaal mocht niet worden gehoord.
Van alles kan ervoor zorgen dat deze oproep niet voor jou lijkt.
Dat jij deze opdracht niet overneemt.


Daarom wil ik met jullie kijken
welk verhaal in deze psalm verteld wordt. Ps 66:16
“Kom en hoor wat ik wil vertellen,
ieder die ontzag heeft voor God,
hoor wat hij voor mij heeft gedaan.”

We moeten dus vertellen wat God heeft gedaan.
Als je bang bent dat jezelf in middelpunt van de aandacht staat,
dat is niet de eerste focus. Het gaat om wat God heeft gedaan.

En ergens weten we wel wat God gedaan heeft.
Hij heeft ons gemaakt,
ons alles gegeven waar we zo heerlijk van genieten.
Hij heeft ons bevrijd en onze zonden vergeven.
Hij geeft ons gaven om mooie dingen te maken,
om te leven zoals hij wil.

Maar dit kan ook een beetje algemeen zijn, hè?
Moet nu jij en ik zeggen: Luister naar mij;
en dan iets vertellen wat we allang weten?
“Kom! Moet eens horen wat ik te vertellen heb!”
…en dan volgt er een open deur…
Zoals de oproep in de psalm staat lijkt het veel persoonlijker, en uniek.
“hoor wat hij voor mij heeft gedaan.”
Hoe algemeen, of hoe bijzonder moet het verhaal zijn wat je vertelt?

Het gaat erom wat God doet, maar wel vanuit de overtuiging,
dat hij wat doet in jou en mijn leven. voor mij
“hoor wat hij voor mij heeft gedaan.”
Dat kun je zien aan de voorbeelden die er in de psalm staan.
Daar zie je hoe het hele persoonlijke,
en het grote algemene door elkaar loopt.

Er zit een ’ik’ in de psalm,
en het gaat heel concreet over wat hij of zij heeft beloofd:Ps 66:13–15
“Ik zal met offers uw huis binnengaan en doen wat ik u beloofd heb.” En,
“Vetgemeste schapen zal ik u aanbieden, een geurig offer van rammen,
ik zal stieren en bokken slachten.”

Maar wie die ik is, weten we niet.
De naamloze dichter weet wel, dat het niet om hem of haar gaat.
Maar de verhalen moeten wel verteld worden.
Je ziet het ook in het eerste verhaal wat verteld wordt: Ps 66:6
“Hij heeft de zee veranderd in droog land, zijn volk trok te voet door de rivier”
Dat gaat duidelijk over wat God voor Israël deed; ’t is vrij algemeen.
Maar deze zanger doet precies
wat we vanmorgen ook in de wet hebben gelezen.
Vertellen alsof hij het zelf, persoonlijk heeft meegemaakt. Dt 6:20–23
… Als je kinderen er naar vragen, vertel dan:
“(21b) Wij waren in Egypte slaven van de farao,
maar met sterke hand heeft de HEER ons uit Egypte bevrijd.
Wij zagen met eigen ogen hoe hij tekenen en indrukwekkende wonderen deed,
die groot onheil brachten over de Egyptenaren, de farao en zijn hof.
Maar ons leidde hij weg uit Egypte, om ons hierheen te brengen
en ons het land te geven dat hij onze voorouders onder ede had beloofd.”

Niet alleen Israël moet God daarom loven,
Nee, de hele aarde moet God aanbidden. Ps 66:4–5
“Laat heel de aarde voor u buigen en zingen, uw naam bezingen”
“Kom en zie de werken van God,
zijn daden vervullen de mens met ontzag”

Heel de aarde, en de mens, algemeen
dat is zo algemeen als het maar kan.
Dat is zo breed als je maar bedenken kan.

Aan de ene kant is de oproep super persoonlijk. persoonlijk
“Kom en zie!” en “Kom en hoor”, heel individueel.
Jij moet komen, kijken en luisteren.
Maar het is gericht aan iedereen. Aan heel de aarde
Jullie moeten komen, en kijken, en horen.
Hoe God de hele aarde redden wil.
En omdat God de hele aarde redt,
heb ook jij, heeft ook u, een verhaal te vertellen.
Dus kom maar op. Ik wil horen wat je te vertellen hebt.

Je wordt aangemoedigd om het te zeggen: Ps 66:16
“Kom en hoor wat ook ik wil vertellen,
ieder die ontzag heeft voor God,
hoor wat hij voor mij heeft gedaan.”


En dan vertellen we niet allemaal tegelijk.
Door naar elkaar te luisteren ontdek je iets van God.
Dat Hij inderdaad aan het werk is, overal.
Want als jij getuigt van iets waar je God aan het werk zag,
en als U vertelt wat de Heer in uw leven betekent,
en als jongeren laten zien waar hun hart vol van is,
of je het pure geloof van kinderen ziet; –
als je daar om beurten naar luistert, dan schept dat een band.
Maar dan kom je ook onder de indruk van wat God allemaal doet.
Hij houd niet alleen van mij, is niet alleen betrokken op mijn leventje,
maar ook op die van jou, en die van U; ja, de hele wereld.

Wees dus niet te bang dat het om jou zou gaan.
Je zet je zelf niet in het centrum, als je vertelt wat God doet.
God werkt heel persoonlijk.
Maar wees ook niet bescheiden, om een fijne ervaring
aan God toe te schrijven. Hij werkt algemeen. Overal.
Ik kan me niet voorstellen dat je God nergens aan het werk hebt gezien.
Want natuurlijk zit God erachter,
ook bij die gewone, haast banale fijne dingen,
als een fietstocht, of een lekkere maaltijd, of een goed gesprek.
Dat alles heeft hij toch geschapen?
Dat is toch hoe God de hele wereld bestuurt?


We vertellen elkaar straks de verhalen door.
Wat waardevol was, wat kwetsbaar was,
misschien een verhaal van gemis of iets van gebrokenheid.
Maar elk verhaal komt tot bloei,
niet omdat jij het als verteller het zo tof vertelt,
of omdat jij het zo welbespraakt onder woorden brengt,
maar omdat we vertellen over God.
Over wat we van hem verlangen, wat we van hem ervaren.
“Kom en hoor wat ik wil vertellen,
ieder die ontzag heeft voor God,
hoor wat hij voor mij heeft gedaan.”

Niet altijd heeft degene met de krachtigste stem
het sterkste verhaal te vertellen.
Zo meteen worden we stil, horen we elkaars verhaal,
En als je goed naar elkaar luistert ontdek je dat God zo zoveel doet.
In zoveel levens betrokken is. Jou geeft hij dit moois.
En U geeft hij die bemoedigende ervaring.
En voor jou is er ruimte om nu even niet teveel te moeten.
Je ontdekt dat God spreekt:
En dan worden we stil en is het alsof iedereen aanvoelt
dat daar iets moois, of iets liefs, of iets wat heel wijs is,
gezegd word, dwars door onze levens heen.
God is aan het woord. ontzag
Dat is het wat het betekent:
“Kom en hoor wat ik wil vertellen
ieder die ontzag heeft voor God.”

En wat heeft hij dan gedaan, voor jou, en ook voor mij?
Na dit vers gaat de psalm verder: Ps 66:17–20
“Toen mijn mond hem aanriep, lag een lofzang op mijn tong.
Had ik kwaad in mijn hart gevonden, de Heer had mij niet gehoord.
Maar God heeft mij gehoord, hij heeft geluisterd naar mijn gebed.
Geprezen zij God, hij heeft mijn gebed niet afgewezen,
mij zijn trouw niet geweigerd.”

Had ik kwaad in mijn hart gevonden
dit was een vers waar ik eerst over struikelde.
Want als ik mijn hart in kijk, zie ik genoeg wat daar niet hoort.
Wat ik liever niet deel, wat ik niet wil vertellen.
En nu lijkt het alsof God alleen luistert als er geen kwaad in me is.

Maar dat is precies het wonder van bevrijding.
Ik vind van alles in mijn hart, wat God in de weg staat.
En daarom veegt hij het weg.
Hij ruimt mijn kwaaie hart op, Hij heelt wat gebroken is,
Hij bevrijdt wie klem zit. God hoort juist wel.
Omdat hij de hele wereld wil bevrijden.
En als je dat hoort, dat weet, dat hebt meegemaakt,
dan komt er een lied op je lippen,
en doe je mee met de wereldwijde lof.

Luister maar. Amen


online delen:

tag getuigen eigen maken aandacht onderling pastoraat Jaarthema Onderling Pastoraat

Meer preken uit Psalmen