Mededelingen Ouderling van dienst Votum en groet DNP 25:1,2,5 (HEER, ik wil mijn hart verheffen) Wet HH8=Pvn 16 (Mijn God ik kom bij U, dan ben ik veilig) Gebed Kinderlied en moment L: Hebr. 11:1-12 NLB 802:1,3,4 (Door de wereld gaat een woord), maar op de melodie van JDH 916 = OTH 225 of 169 L: Hebr. 11:13-16, 11:39-12:2 Preek over Hebr 11:16 NLB.801:1-3 (Door de nacht van strijd en zorgen) Blok Bevestiging nieuwe ambtsdragers DNPS 134:1 en 2, alsvolgt: - (kr gaat in zijn geheel vooraan staan) - gemeente zingt vers 1 - KR Zingt vers 2 Luisterlied en Gebed - Ik kan niet zonder U van Christiaan Verwoerd - voorbeden Collecte Opwekking 798 houd vol Zegen

Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Ben jij een meeloper?
In groepen heb je vaak een alfa–mannetje, de gangmaker,
en de rest loopt daar achteraan.
Een grappenmaker soms, en iedereen gaat erin mee.
Als je Trump hoort spreken, zittend achter z’n buro,
met alles wat je ervan denken kan,
je hoort hm grapjes maken, soms ten koste van anderen,
en hij heeft de mensen om zich heen nodig die meelachen.

Meelopers.
In groepsdynamiek is dit niet altijd een positief woord.
Door mee te lopen geef je brandstof aan het alfa–poppetje,
en het wordt er niet altijd beter op.
Wie ben je nou zelf?
Vind je de ander, of wat die van je denkt, zo belangrijk
dat je meepraat, maar aan je eigen interesses of principes voorbijloopt?
Maar ook de leider, soms is die zelfverzekerd,
maar soms zoekt ook die bevestiging.
Of je nu een gangmaker bent of meer een meeloper,
allemaal vragen we ons wel eens af: Mag ik er zijn …


Nu is in Hebreeën eigenlijk het omgekeerde aan de hand.
De schrijver wijst ons op een hele stoet.
Mensen die met elkaar meelopen. God achterna.
Vol geloof paraderen ze achter elkaar.
Abel, met het offer wat hij bracht tot het offer dat hij werd.
En daarmee is ook meteen de toon gezet. Hij mocht er niet meer zijn.
Het kost je wat, als je reikhalzend uitkijkt naar God.
Als je naar hem verlangt. Je bent een rare snuiter …
De volgende in de parade, die niet van deze wereld zijn, is Henoch.
Hij wandelde met God. En toen was hij ook niet meer op deze wereld.
Noach, met geloof tegen beter weten in,
hij verzoop in de spot van zijn tijdgenoten,
maar toch bouwde hij een ark, die zijn redding werd.
En super bekend, Abraham, geroepen, hij reisde weg
van zijn eigen vertrouwde grond, blind achter God aan lopen.

En als je verder leest komen er meer van die prachtige geloofsverhalen.
Abraham die zijn zoon moet offeren, om te voelen wat echt vertrouwen is,
misschien ook wel om te ervaren wat God zelf voelen zou.
Verhalen over Mozes; over meelopers gesproken!
Bevrijding door achter de leider aan te gaan.
Maar dan ook voelen: hoe moeilijk het is om te gaan, om los te komen.
Want eigenlijk zijn we meer meelopers met de wereld,
dan dat we in de richting van de bevrijding willen trekken.
En als je verder leest zegt Hebreeën dat hij geen tijd meer heeft
om de rest van bijbel uit te werken, hij noemt de namen
van Gideon, Barak, Simson, Jefta, David, Samuel, profeten.
Allemaal voorbeelden van geloofshelden.
Maar ook een beetje bijzondere verhalen.
En je voelt dat hij naar een climax aan het toewerken is.

12:1 “Nu we door zo’n menigte geloofsgetuigen omringd zijn
moeten ook wij elke last van ons afwerpen.”

Nu kunnen we zonder schaamte, zonder ballast,
zonder dat je bang bent voor de spot van anderen,
of zonder dat je door zonde naar beneden getrokken wordt,
nu kunnen we mee in de parade van prachtige gelovigen.
Hebreeën zegt het zo: “Vastberaden de wedstrijd lopen die voor ons ligt.”
Als een coach die je toeroept: Zet hem op!


Wat Hebreeën hier doet, is je aanmoedigen met al die voorbeelden.
Werkt het voor jou?
Je wordt uitgenodigd om mee te lopen, maar neemt dit verhaal je nu mee?

Dat gaat niet vanzelf, hè? In veel van die verhalen zit ook iets,
dat meelopen met de wereld zoveel makkelijker is, dan meelopen met God.
In het begin ging het over gangmakers en over meelopers.
Beide willen ze er graag zijn.
Maar die parade van geloofshelden in Hebreeën,
zitten allemaal mensen, die hoeven er niet te zijn, ze offeren wat op.
Abel offert zijn leven. Henoch is niet meer.
Noach wordt niet voor vol aangezien.
Abraham laat alles achter. Noem het maar op.
Er zit iets in, van hoe super tegendraads het is om te geloven.
We zijn gelovigen en twijfelaars door elkaar,
En hebben de bevestiging nodig.
Doen we het goed? we gaan toch wel de goede kant op?
Ik ben toch niet gek?

Deze verhalen laten zien, dat het mensen lukt,
om Jezus te volgen, om blind achter God aan te gaan.
En als je weet waar je het voor doet,
We zijn op weg naar “een beter vaderland, het hemelse.”
“God maakt een stad voor je klaar. Hij maakt plaats voor je.”
Je hoeft niet zelf iemand te zijn; bij God is er plek voor je.


En met dat doel voor ogen wordt je aangemoedigd om:
de last van zonde en schaamte en vastzitten aan de wereld los te laten.
Dat is precies wat zo lastig is, maar wel wat we moeten proberen.

Je raakt er zo makkelijk in verstrikt.
God ziet dat, Hebreeën begrijpt dat.
We maken onze eigen idolen, vertrouwen liever op iets, dan op God.
De voorbeelden van al die mensen zijn er niet voor bedoelt,
om je te beschamen. Om je te laten voelen hoe vreselijk je tegenvalt,
als jij niet als Abraham alles kan opgeven,
als jij niet als Henoch met God wandelt,
als jij niet als Abel offeren kan.
God gebruikt geen schaamte. God is niet teleurgesteld.
We vallen God niet tegen.
Hij laat juist zien met die hele parade, hoe haalbaar het is,
om zo tegendraads te zijn. Het kan dus. Ook voor jou.
Hij wil je bemoediging om los te breken.
En hij snapt het, dat het makkelijker is om meeloper met de wereld te zijn.
De groepsdynamiek werkt dan tegen je.

Maar dan is het belangrijk dat je het karakter van God kent.
Zie je hem als iemand die alleen maar teleurgesteld is?
Als je de te hoge doelen niet haalt.
Ach nee, weer gevallen, tja … ik had ook eigenlijk niet anders verwacht …
Of zie je God als liefdevolle ouder die de hand uitsteekt,
je weer op de been helpt, je tranen droogt,
en liefdevol aanmoedigt: kom, nu nog een keer proberen.


Meelopers zoeken bevestiging. Kijk dan ook goed met wie we meelopen.
Wie lopen we achterna? Vers 2:
“Laten we daarbij de blik gericht houden op Jezus
de grondlegger en voltooier van ons geloof.”

Grondlegger, hij zorgt dat je geloof begint.
Dat je het aandurft, om op reis te gaan. Het eerste stapje te zetten.
Maar ook de voltooier. Van a tot z, zal hij voor je zorgen.
Hij zorgt dat je er komt. Weet je nog, hij heeft die stad voor je klaargemaakt.
Bestemming bereikt. We gaan het doel halen. God zorgt daarvoor.

Dus de vraag van het begin was: Ben jij een meeloper?
In groepen heb je vaak een alfa–mannetje, de gangmaker.
Maar Jezus is de alfa en omega man.
Daar lopen we achteraan. En hij zorgt dat we er komen. Dat we het halen.

Zijn groepsdynamiek is niet, dat als je er buiten valt,
of een misstap begaat, dat je eruit ligt.
Hij gebruikt geen schaamte, die je dwingt binnen de lijntjes te kleuren.
Vers 16 zegt dat zo mooi:
“God schaamt zich er niet voor om hun God genoemd te worden”
God schaamt zich niet! Zo belangrijk: we kunnen God niet beschamen.

Jezus kwam in de wereld, hij is niet vies van deze planeet.
Hij snapt waar hij aan begonnen is. Alfa,
Maar hij heeft het ook allemaal volbracht,
en werkt toe naar die stad, dat betere vaderland, omega.
Maar gedurende die hele reis, is hij niet te min voor jou.
Voor mij, in mijn zwakte, mijn traagheid, mijn zonde.
Hij wist waar hij aan begon, en ondanks dat schaamt hij zich niet,
om onze God genoemd te worden …

Als je dat op je laat inwerken,
als je ontdekt waar hij vandaan komt, dat dat ons vaderland is.
Dan ontdekken we, dat dat een betere plek is.
En kom je los van de slechte gewoontes van hier.
Zo raak je vervreemd van al die meelopers hier,
die hun geluk in iets plats zoeken. Opeens zie je het, wat leeg.
Zonder dat je neerkijkt, of minderwaardig doet over het hier en nu,
maar meer met een oprechte vorm van medelijden, van liefde.

Dat is volgens mij het wezen van diaconaat.
Niet vies van de ellende hier, maar bewogen, compassie.
Een stukje meereizen, in het leven van de ander, ondersteunen.
En dat is ook het wezen van pastoraat.
Meelopen, niet raar opkijken van als mensen op hun snufferd zijn gegaan.
Maar bewogen met zowel de slachtoffers als de daders.
Ik zie dat je pijn hebt. Mag ik de wond aanraken?
Met je meehuilen, met je meelachen, met je meebidden.
Mag ik je bij God brengen, die verbindt, bemoedigt, troost.
Mag ik je aanmoedigen om de last van de zonde van je af te tillen,
want dat is precies waar Jezus al mee gelopen heeft.
Je hoeft er niet meer mee te zeulen. Je bent vrij.
En kijk nu naar de toekomst, eyes on the price.
God schaamt zich niet voor je, hij maakt een plekje voor je.


Meelopers. Allereerst dus achter Jezus aan.
Meelopen, ook met die geloofsvoorbeelden uit de bijbel.
Maar vanmorgen voelen we ook, nu we nieuwe ambtsdragers krijgen,
dat God je mensen geven wil, die met je meelopen willen.
Die zorgen dat we samen optrekken.
En als het nodig is ook proberen te kijken dat we wel de goeie kant op gaan.

En voor jullie, __ is dat een rol om aan te nemen.
Misschien voelt het wel spannend, verantwoordelijk.
Maar laat je vanmorgen ook bemoedigen dat je het met goede moed, mag aanpakken.
God maakt een plaats voor je.
En hij weet wel hoe hij met mensen werken moet.
Hij is niet alleen van de voorzichtige beginnetjes,
de aanhef, de opstart, de alfa, maar zet ook de puntjes op de i,
Jezus, is het woord van God, en hij weet van A tot Z hoe hij het wil.
Hij is het hele punt, waar de wereld–zin op uitloopt.
Laat dat de moed geven om je taak nu op te pakken.

En als je bevestiging zoekt, die kun je vinden als je kijkt naar anderen.
Hebreeën 13, een eindje verderop zegt: Hebr 13:7,8
“Denk aan uw leiders, die het woord van God aan u hebben verkondigd,
neem een voorbeeld aan hun geloof
en kijk vooral goed hoe hun levenswandel eindigt.”

Ik denk dat dit niet alleen voor voorgangers of ambtsdragers,
maar voor zoveel meer geloofsvoorbeelden kan gelden.
Je zoekt de bevestiging dat iemands leven van A tot Z,
inderdaad in Gods hand was.

En dat is dan niet omdat mensen in zichzelf nu zo betrouwbaar zijn.
Christenen kunnen vies tegenvallen.
Wie echt betrouwbaar is, en daar gaat het om, staat in het volgende vers:
“Jezus Christus blijft dezelfde, gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid.”
En ik proef daar ook iets in van, mensen zijn zo veranderlijk.
Leiders kunnen tegenvallen.
Kijk niet naar mensen voor stabiliteit, voor leiding, voor houvast,
maar naar God.

Maar dan zie je opeens dat er mensen zijn die meelopen met God.
En dat zijn een beetje rare snuiters,
maar wel echt goeie en mooie mensen.
We zijn dus meelopers met Jezus. Wij met hem, en hij gaat met ons mee.
Vanmorgen krijg je de bevestiging, dat we met hem op de goede weg zitten.
Zelfs als we tegenvallen, dan nog zal God zich niet voor je schamen.
Hij maakt alles goed.
Van alfa tot omega, van a tot z, geeft hij het leven doel en zin.
Op weg naar dat betere vaderland.

Amen


online delen:

tag wandelen geloof kerk twijfel Abel Abraham Noach Henoch

Meer preken uit Hebreeërs