elkom Stilte, votum en groet NLB 558:1-5 (Jezus om uw lijden groot) Gebed DNPS 114:1 en 2 (Toen Jakobs voetvolk Egypte verliet) L: Mar 14:12-21 L: Ps 116 Preek over ps 116:11-14 NLB 393:1-3 (Als ik in deze stille tijd) Lz: Mar 14:22-28 (lees ik) Gebed (met geloofsbelijdenis) DNPS 116:1,5,6 (Ik hou van God, Hij heeft mijn stem gehoord) Woorden bij brood en wijn Gaande viering NLB 378:1-3 (Sterk Heer de handen tot uw dienst) Gebed Collecte NLB 378:4,5 Zegen en gesproken Amen In stilte verlaten we de zaal}

Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Vanavond staan we stil bij psalm 116.
De psalmen 113–118 is een groepje halleluja–psalmen,
en deze psalmen werden met de pesachviering gezongen.
Mooi om te bedenken:
toen Jezus het avondmaal vierde heeft hij deze gezongen.

Als ik deze psalm zo lees, vraag ik me af wie de ik–figuur is.
“God heb ik lief, Ik houd van God” wie zegt dat? David? Jezus? Jij?
Van deze psalmen weten we de auteur niet.
Dus wie is de ik? Misschien wel wij allemaal.
Dat is het mooie, als context niet de tekst kleurt.
Dat maakt deze psalmen toepasbaar ook voor jou en mij.

In al deze psalmen zie je ook sterk de link,
met het verhaal van de uittocht uit Egypte.
“Heer, red toch mijn leven!”
Je stelt je voor hoe het toen geweest moet zijn.
Je ziet opeens de afgebeulde Israëlieten voor je,
die door de Egyptenaren tot slaaf waren gemaakt.
Mensen die smeken om op adem te komen. Om vrij te zijn.
“Machteloos was ik en Hij heeft mij bevrijd.”
En als je dan net psalm 114 hebt gezongen,
dan maak je die spanningsboog helemaal af.
De bevrijding, en de opwinding daarover, en uitzinnige vreugde,
die je in de natuur hebt teruggezien,
in vluchtend water, in dansende heuvels en springende bergen.
In water, dat niet uit de zij stroomt, maar uit de rots.

Dit is de stemming tijdens de pesachviering.
Zie je Jezus al vrolijk zingen: “De Heer heb ik lief.”
Ja. Da’s nogal duidelijk! We hebben Jezus zo vaak horen vertellen,
over de intieme band die er is tussen Vader en Zoon.
Liefde, die hij ook wil delen, met jou en mij.
Liefde, waar de drie–enige God je in wil opnemen.
Maar lees dan even verder …

“De Heer heb ik lief, Hij hoort mijn stem, mijn smeken.” O ja?
Na de maaltijd gaat Jezus met zijn leerlingen,
naar de plek die Getsemane heet.
Jezus voelt zich onrustig en angstig worden. Diepbedroefd.
“angsten van het dodenrijk grepen mij aan, ik voelde angst en pijn.”
En dan gaat Hij bidden tot zijn Vader, die hij zo lief heeft. Hoort hij wel?
“Abba, Vader, voor u is alles mogelijk, neem deze beker van mij weg.” Mk.14:36
Hij vraagt het nog een keer, …papa?
Hoort God naar zijn stem? zijn smeking en klagen?
Het lijkt er niet op. Jezus moet zeggen: Uw wil geschiede …

En heeft Jezus kunnen meezingen:
“Kostbaar in de ogen van de Heer is het leven van zijn getrouwen.” ?
Jezus is de dienaar bij uitstek. Trouw tot en met. De psalm zingt dan:
“uw dienaar ben ik, de zoon van uw dienares: u hebt mijn boeien verbroken”
Maar Jezus zal die nacht gevangen genomen worden.
Zijn leven vergooit, als de dobbelstenen onderaan het kruis.
Hoezo: Kostbaar is het leven?

“Banden van de dood omknelden mij,
angsten van het dodenrijk grepen mij aan.”

De psalm zingt uiteindelijk opgelucht:
“machteloos was ik, en Hij heeft mij bevrijd.
Kom weer tot rust mijn ziel, de Heer heeft naar je omgezien.”

Maar Jezus zal zo zeggen: Mijn God. Waarom hebt u mij verlaten?

Hier zie je hoe spannend het is?
We zullen echt niet precies kunnen voelen wat Jezus voelde,
maar hier voel ik wel iets van de stress, de enorme druk,
de geloofsstrijd misschien wel. Waar Jezus doorheen moest.
Omwille van jou en mij.


Wel zit er iets eerlijks in deze psalm.
En dat is niet dat alles automatisch goed komt,
maar een stukje menselijke natuur:
“Al te snel dacht ik: Geen mens die zijn woord houdt.”
Denk aan Judas, die zijn meester verraadde.
Of denk aan Petrus: ik zal u echt niet verloochenen hoor.
Ik zal voor u vechten. U zal niets overkomen.
Nah … We weten beter: “geen mens die zijn woord houdt.”

En houdt God dan zijn woord?
Denk aan Jezus’ geloofsstrijd, zijn angst en pijn,
hoe heftig het moet zijn, dat Vader, de God die hij zo liefheeft,
hem afwijst; hem niet beantwoord. Niet redt. Niet laat leven.
Niet kostbaar, maar als een waardeloze crimineel laat creperen.

Jezus is het Woord van God, en God houdt dat Woord niet.
Hij doet het weg.
Hij stuurt hm weg. Hij laat hem onbeantwoord achter.
Het woord dat sprakeloos moet worden,
een nietszeggend lam, boe noch bah.

We geloven dat Jezus de manier is,
waarop God ons heeft willen bevrijden. Het paaslam.

En ik hoop dat je dan ook die vraag die dan volgt jezelf stelt:
“Hoe kan ik de Heer vergoeden wat Hij voor mij heeft gedaan?”
Niet omdat God terug te betalen is.
Alsof ik het in me heb om de schuld die ik had, alsnog op te hoesten.
Maar wel: wow, dat u dit voor mij heeft gedaan?! Wat kan ik doen?

Mensen kunnen dan al snel in het vuur van het moment toezeggingen doen.
Denk aan Petrus, die Jezus te vuur en te zwaard had willen verdedigen.
Doe maar realistisch in wat je toezegt, want zo vaak merken we,
dat we ons woord niet kunnen houden.

De psalm zegt dit hier in de context van:
ik ben zo dankbaar dat God me heeft willen bevrijden.
Hoe moet ik die blijdschap uiten?
Hoe kan ik laten merken hoe dankbaar ik ben?
In Jezus’ leven zijn er meerdere mensen geweest,
die door de ontmoeting met hem echt veranderde.
Mensen die het niet stil kunnen houden, de wonderen, de genezingen.
Of Zacheus, die toezegt alle schulden terug te betalen met rente.
Hoe kan de Heer vergoeden wat hij voor mij gedaan heeft?

Het antwoord dat de psalm geeft, is de beker van dankzegging.
Het is alsof God zegt: breng maar een toast uit.
Drink het glas op mij.
Geef maar een rondje om je blijdschap en dankbaarheid te delen.

En dan niet van de beker van Gods oordeel,
die Jezus tot de laatste druppel heeft moeten opdrinken.
Verdrinken in alle ellende van de wereld. Verzuipen in de toorn van God.
Die beker die aan jou wél voorbijgaat.
De psalm zegt: “Ik zal de beker van bevrijding heffen.”
Alsof die toast je dankoffer is.
Het geeft de moed, of je geloften aan de Heer in te lossen.
Dat is dan niet de grootspraak van, van nu af aan zal ik het wel ff goed doen,
maar meer, het heilig voornemen, het commitment.
God, ik wil zo graag dat u mijn blijdschap proeft.
Zoals ik uw liefde proef in brood en wijn.
God, ik wil zo graag laten merken, hoe dankbaar ik ben.
Mijn woorden zijn niet zoveel waard,
maar u bent het Woord, en dat zegt alles.

Dus. Cheers en Amen


online delen:

tag drinken dankbaar Pesach belofte twijfel psalmen typologie

Meer preken uit Psalmen