Welkom Votum (gezongen) en Groet Levensliederen Ps 36:2 (Uw liefde, HEER, gaat hemelhoog) Gebed GKPs 55:1,9 (O God neem mijn gebed ter ore) Lezen Joh 14:1-14 Preek over Joh 14:14 Zingende Gezegend 207:1,2 (Om bloesem aan de bomen) (melodie: Op bergen en in dalen, ja overal is God) Gebeden Zingende Gezegend 207:3,4 Gebeden Luisterlied Sela: Gebed voor de werkdag Collecte DNP 65:2,4,5 (Gelukkig wie bij U vertoeven) Zegen en gezongen Amen}

Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,

“Mag ik je iets vragen?”
Zoiets vraag je alleen als je de ander vertrouwt.
Als je weet dat de ander luistert,
en je een zinnig antwoord terugkrijgt.

Ook gebed is een teken van vertrouwen.
Je durft iets aan God te vragen,
omdat je ervan uitgaat, dat Hij naar je luistert,
zelfs uit kan voeren wat je vraagt,
of dan toch in elk geval antwoord te geven.

Want als je niet gelooft dat God je hoort,
waarom zou je wat vragen?
Of als je niet geloof dat hij iets doen kan,
waarom zou je de moeite nemen?

Jezus legt die lat van vertrouwen nog hoger:
“Wanneer je iets in mijn naam vraagt, zal Ik het doen” Joh:14.14
Laat die maar eens op je inwerken: Jezus doet, wat je hem ook vraagt.
Ik zal het doen.

Mag ik even heel eerlijk zijn?
Ik weet niet of ik dit altijd geloof.
Of in elk geval, ik vind dit lastig.
En er zijn genoeg verhalen van gelovige bidders,
die vragen, maar niet krijgen wat ze hoopten. Geen verhoring.

Een van de kinderen bad een tijd terug,
of alles glitter–roze mocht worden.
Heerlijk hè? het geloof van kinderen.
Totdat je je eerste kleine geloofscrisis krijgt.
Want het valt ook echt wel even tegen.
Waarom doet God dat niet? Hoe zit dat nou? Ze geloofde het echt.

Later bedacht ze dat het maar goed is, want andere kleuren zijn ook mooi.
Maar even die schok. Vanuit het pure en prachtig naïeve kindergeloof,
ik mag echt alles vragen.
Vanuit dat geloof, waar wij wel wat meer van zouden mogen hebben.
Maar dan graag wel zonder de teleurstelling …
Wat mag je wel vragen?


In een van zijn brieven legt Johannes het verder uit: 1Jo.5:14
“Wij kunnen ons vol vertrouwen tot God wenden,
in de zekerheid dat hij naar ons luistert als we hem iets vragen
dat in overeenstemming is met zijn wil.”

God vraagt van ons, dat we bidden in overeenstemming met zijn wil.

Is dat God naar de mond praten?
Is het dat je alleen maar mag vragen wat er in de bijbel staat?
Het wordt daar een beetje een open deur van, hè?

Maar misschien is het wel goed om te bedenken,
dat God het fijn vind, als we zijn open deur plat lopen. Fil.4:06
“vraag God wat u nodig hebt en dank hem in al uw gebeden” , zegt Paulus ergens
Ik had hm nog in mijn hoofd zitten in de oude vertaling:
“laat bij alles uw wensen door gebed en smeking,
met dankzegging bekend worden bij God.”

Maak God je wensen maar bekend.
En je mag smeken, herhaald vragen, pleiten, aandringen.
Vergeet daarbij dan niet om te danken, hoor je Paulus tussendoor zeggen,
maar die uitnodiging staat: vraag maar los, kom maar op.
Let erop dat dat smeken, ook iets van herhaling is,
blijkbaar dus niet meteen de eerste keer verhoord,
en niet verhoord, betekent ook niet: stop maar met vragen.
Je mag smeken, herhalen, pleiten, een leven lang.
Laat je wensen maar bij God bekend zijn.
En niet alleen je wensen; ook je zorgen:
“U mag uw zorgen op hem afwentelen, want u ligt hem na aan het hart.” 1Pe 5:07
Dat is een echo van psalm 55, die we zongen. Ps.055:23
Vragen naar Gods wil lijkt een open deur,
Maar loop die open deur maar plat.


Dat is de ene kant. God wil van je horen.
Maar aan de andere kant is het dus ook mogelijk om iets te vragen
waarvan God denkt: dat gaan we dus mooi niet doen.
En dat gaat van onschuldig: Maak de wereld glitter–roze, nee dus.
Tot: meer extreme en echt egoïstische of platte wensen.
Jakobus zegt het ergens, dat het mogelijk is,
dat jouw wil niet goed is uitgelijnd met die van God,
dat je vraagt wat je zelf wil, en niet wat God wil. Jak.4:03
“En als u bidt ontvangt u niets, omdat u verkeerd bidt:
u wilt alleen uw eigen hartstochten bevredigen.”

Er zijn mensen die geloven in een welvaartsevangelie,
die denken dat je mag bidden en zult krijgen wat je hartje maar begeert.
Vraag niet om 1 yacht, maar om 2. Om een luxe–leventje.
Soms leren ze dat je je gebeden ook moet claimen,
of dat je moet geloven dat je het al ontvangen hebt.
Maar dat is een vorm van manifesteren,
het soort visualiseren dat je in new age zelf–help boekjes vindt.
Dat is onzin. En echt niet OK.
Dat is niet het gebed in afhankelijkheid.

Jakobus zegt dat je verkeerd kunt bidden.
En ook in Johannes, wat wij lazen, kun je dat al zien.
Want de kern zit in de woorden: “Wanneer je iets in mijn naam vraagt”
En dat doe je, als je je gebed eindigt, met de woorden: “in Jezus’ naam” .
In de naam van Jezus bidden, dat is namens Jezus bidden.
Dat is, dat God even doet alsof jij Jezus bent.
En wat zou de Vader zijn lieve kind nu weigeren?!

Kun je je dat voorstellen?
Dat God even naar je kijkt, naar je luistert, als zijn eigen kind?
Voel dit maar eens. Hoe dicht je dan bij God bent.
Hoe intiem je verbonden bent. Als je in de naam bent.
Nu is het woord “de naam” , binnen het jodendom, een woord voor God zelf.
Ze durven zijn naam niet in de mond te nemen,
dus noemen ze God, ‘de Naam’
Wat een afstand, als je niet eens zijn naam durft te gebruiken.
Maar als je in de Naam bent, ben je in de Heer.
Voel je hoe heerlijk, hoe verheerlijkt dat is?
Het is precies het thema wat Jezus hier bespreekt:
Ik ben in de Vader, en de Vader is in mij.
Jezus is echt verheerlijkt. Hij is Heer.
En Jezus vertelt hier hoe zijn leerlingen daarin mogen delen.
Hoe er een intieme eenheid is, tussen Vader en Zoon,
tussen leerlingen en Zoon, tussen jou en God.

Daar heb je moed voor nodig. Vrijmoedig weten dat je zijn Kind bent.
Daar heb je geloof voor nodig, dat je dicht bij God mag zijn.
Dat jouw naam is opgenomen
in de Naam van de Vader en de Zoon en de Geest.
Dit is trouwens precies wat er met je gebeurt is toen je gedoopt werd.
Die eenheid, waardoor je alles vragen mag, is er al.
Ook jij bent, in de Heer, verheerlijkt.

Als er iemand de Naam, in de Heer is, is het Jezus zelf,
als er iemand verheerlijkt is, dan Hij.
En juist hij bidt op het spannendste moment,
niet veel later dan het stuk wat we vanavond lezen:
“laat de beker aan mij voorbij gaan
Maar niet wat ik wil, maar uw wil geschiede.”

Als Jezus hier zegt, vraag in mijn naam, en ik zal het doen,
laten we dan denken en vertrouwen: Dat God ons hoort.
Dat hij wil weten wat je beweegt, wat je verlangen en je pijn is,
Dat hij bij machte is te doen wat je vraagt,
en dat hij te vertrouwen is, in wat hij uiteindelijk doen zal.
Erop vertrouwen dat hij hoort en verhoort,
en is het niet in deze wereld, dan in de toekomstige.

Maar als je weet hoe dicht je bij God bent, als je bid,
dan zul je ook snappen, en steeds meer gaan merken,
dat jouw mindset ook afgestemd raakt op de zijne.
Dat jouw wensen de weerspiegeling wordt,
van wat er leeft in het hart van God.
Dat jouw verlangens zo worden gevormd, naar de wil van God.
Dan snap je wat Johannes in zijn brief schrijft:
“Wij kunnen ons vol vertrouwen tot God wenden,
in de zekerheid dat hij naar ons luistert als we hem iets vragen
dat in overeenstemming is met zijn wil.”

Want als je dichtbij bent, als jouw naam in de Naam schuift,
dan heb je dezelfde Geest.

“Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op Jezus”
Hij zegt: “Wanneer je iets in mijn naam vraagt, zal Ik het doen.”
Je wordt verheerlijkt verhoord. Amen


online delen:

tag bidden verhoring kind van God geloof als een kind

Meer preken uit Johannes