Stil gebed en welkom Votum (gezongen) en groet NLB 218:1-3 (Dank u voor deze nieuwe morgen) Leefregel Rom 12:9-18 DNPS 139:8 (Doorgrond mijn hartsgeheimen, HEER) Gebed DNPS 139:5,6 (U vormde mij tot één geheel) Filmpje Gerlinde Kidmoment (geen verteldienst) L: Lk 2:41-52 (vgl. Lk 1:80) L: Rom 12:1-8 Preek over Lk 2:52 NLB 838:1,2,4 (O Grote God die liefde zijt) Gebedspunten KR Gebed Collecte HH 352 Jezus liefde voor mij (dank u mijn vader) Sela Zegen en Danish Amen}

Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Als je koekjes bakt, heb je van die vormpjes, van die malletjes.
de omtrek van een huisje of een poppetje,
van een boom of diertje, wat dan ook.
Je drukt de vormpjes in het deeg, en dan krijgen je koekje de goede vorm.
Je snijdt eraf wat er niet bij hoort.
Je maakt het deeg pas–klaar. Past precies. Zo hoort het …

Met mensen gebeurt dit soms ook.
Je drukt een stempel op iemand, we vormen elkaar.
Soms goed, soms is het ook misvormen.
Door stempels te drukken, worden vooroordelen ingebakken.
En dan moet je ook zo zijn. We verwachten dat dan ook.
Zo hoort het … En voldoe je niet, dan ben je een misbaksel.
We lijken soms ook van elkaar te vragen om je te schikken,
in te passen … Niet de kop boven het maaiveld, ben je mal?!

Ik denk dat ik hier ook iets van zie in de kerk.
We denken makkelijk: nou, dat kan die of die wel doen.
Het boekje doorbladeren, en taken toebedelen aan iedereen.
Maar wat we dan eigenlijk doen, is mensen in een keurslijf duwen.
Ook dat is een mal waar we elkaar inleggen
En past dat nu altijd? Ondertussen zelf zeggen: dit past me niet.
Het is toch niet de bedoeling dat je in de agenda van de ander kijkt,
en bepaalt, nou die kan nog wel wat extra’s erbij hebben?
… Geen wonder dat het soms moeilijk is om mensen te vinden.

Dit is natuurlijk wel wat extreem aangezet.
Maar ook in het klein gebeurt zoiets, bij jezelf.
Want wie heeft er goede voornemens?
Dan proberen we als een malle, te passen in het ideale plaatje.
Een plaatje dat we van onszelf maken. Dit wil ik bereiken.
Vaak vergelijk je jezelf dan met een ander. Voorbeeldig zijn ze.
En dan wil jij net zo goed, of liefdevol of geduldig als zij.
is het je voornemen om net zo wijs, of succesvol als die of die.

Veel voornemens in zichzelf zijn goed.
We streven er naar om goede, gezonde, mooie mensen te zijn.
En daar mag je zeker aan werken.
Maar veel goede voornemens mislukken volgens mij ook.
Omdat het niet lukt om vol te houden, omdat het niet is wie we zijn.
Blijkbaar hebben we ideaal–plaatje, van een ander,
een bestaand iemand, of soms zelfs een bedacht ideaal,
vluchtig en nep als commercials,
een mal, waar we onszelf inproppen.
En dat past niet. Want dat ben ik niet.


Zou Jezus daar ook last van hebben gehad?
Braaf naar de tempel. Graag in het Vaderhuis zijn.
Luisteren naar de rabbi’s,
vandaag zouden we zeggen: goed opletten bij catechisatie.
Ja natuurlijk, maar dat is Jezus; hij moet wel …

Zo hebben we misschien wel vooroordelen over Jezus.
Dat hij ook wel braaf moet zijn.
En als je dan dat laatste vers leest: Lukas 2:52:
“Jezus groeide verder op en zijn wijsheid nam nog toe.
Hij kwam steeds meer in de gunst bij God en de mensen.”

Als je dat leest, denk je misschien wel: nogal logisch.
Natuurlijk is bij bij God in de gunst,
natuurlijk is hij wijs en vol van de Geest.
Want hij is Gods zoon, dat moet dan toch ook!
Is dat jouw mal, jouw beeld, waar Jezus in moet passen?

Toch is het zo gek niet, om dit vers ook over gewone mensen te laten gaan.
En dan is het leuk om Lukas 1:80 erbij te pakken.
Want ook van Johannes staat er, bijna precies hetzelfde:
“Het kind groeide op en werd gesterkt door de Geest.”
Lukas vergelijkt Johannes en Jezus, door ze bijna hetzelfde te beschrijven.
Groeien. Leren. Je talent ontwikkelen.
Het zijn hele normale, hele menselijke dingen.
Om dingen te willen kunnen, te leren, om te groeien.

En ik denk dat het ook helemaal bij hen paste.
Dat het klopte, bij hun roeping, hun talent, bij wie ze zijn.
En op die manier kunnen we teksten ook naar jezelf halen.
Want wat past bij jou?
En als je je talent ontwikkelt, en op je plek bent,
durf je dan ook te zeggen:
dat je groeit in wijsheid, zeg maar, dat je skills toenemen,
dat je bij God in de gunst staat, en goed ligt bij de mensen.
Dat dat het werk van de heilige Geest is?
Durven we dat te zeggen?


We hebben allemaal de ruimte nodig, om te ontdekken wie we zijn.
Om erachter te komen wie je bent, en wat je kunt.
Waar je goed in bent, waar je op je plek bent.
Bij Johannes en Jezus, klinken woorden als roeping meteen zo zwaar,
maar zoiets is er voor ons allemaal.
Een baan in de zorg is je op je lijf geschreven.
Jij hebt echt een luisterend oor, en je veroordeelt me niet.
Dus bij jou durf ik terecht voor een goed gesprek.
Wat fijn dat je de beamer samenstelt of bedient, zou ik niet kunnen.
Jij bent echt heel loyaal, als ik je nodig heb durf ik je ook te vragen.
Jij bent een doener waar je op kunt bouwen.
En jij hebt veel kennis, bent mild in je oordeel, en jij pakt goed door.

Dit jaar zijn we bezig met talenten.
Vaak benaderen we elkaar in de kerk zo van:
Er is een vacature, een taak. En daar pas jij wel in.
En sommige mensen proberen zich dan in die taak te proppen,
en soms past dat goed, en soms toch ook echt helemaal niet.
Daar wordt je ongelukkig van. Kom je dan tot je recht? Ben je op je plek?
Ik geloof dat de kerk een plek mag zijn,
waar je tot bloei komt, aangemoedigd wordt om je plek in te nemen.
En dan niet dat je moet passen in het keurslijf,
want in een mal kun je niet groeien …

Dit jaarthema is gekozen vanuit de overtuiging
dat God ons met talenten gezegend heeft.
En dat we als kerk niets tekort komen.
We doen God, als de gever van de talenten,
en jou, als schepsel, geen recht, als we niet kijken naar wat past.
Als er gevraagd wordt voor namen, klinkt ook vaak de oproep,
met redenen omkleed. Dat is precies hierom.
Bevestig maar eens welke gaven je in een ander ziet.
Neem dit eens mee in de komende kring.
Wat je indruk is, wat je denkt dat iemand kan.
Prijs God erom, bemoedig de ander ermee.
En denk niet: iedereen kan wel in dat malletje passen.
Of: nu ben jij aan de beurt. Maar specefiek.
Als het goed is leveren we maatwerk.
Waarbij iedereen tot zijn of haar recht komt.
En komen we er misschien wel achter,
als er taken zijn, waar we niemand voor vinden,
dan zijn dat niet de taken waar we naar moeten zoeken.
Laten we niet beginnen te zoeken bij te taken, maar bij je talent.


Nog een mal, waar je niet in moet passen,
is wat de massa, wat de wereld, wat de mensen of de media van je willen.
Je voelt die druk vaak wel, uitgesproken of onuitgesproken,
vindt men al snel iets van je, als ze horen dat je gelooft.
Moet je voldoen aan hún wensen, om maar niet gecanceld te worden?
Of ben je vrij, om gewoon een christen te zijn.
Paulus zegt het zo:
“Je moet je niet aanpassen aan de wereld, maar je veranderen,
door je gezindheid te vernieuwen, om zo te ontdekken wat God wil
en wat goed, volmaakt en Hem welgevallig is.”

Je gezindheid vernieuwen, dat gaat over je mindset,
over de focus, de gerichtheid van je hoofd, je hart, je gevoel.
Wil je passen in de mal van de wereld?
Of zoek je de mindset die past bij degene die je gemaakt heeft.
Die je gemodelleerd heeft, je de talenten heeft gegeven.
Die de hele wereld heeft gemaakt, en als geen ander weet,
wat goed is, wat je past?
Soms zijn we zelfs zo vervormd, door de mal van de wereld,
dat het moeilijk is om goed te zien.
Paulus zegt dat het nodig is, om een nieuwe mindset te krijgen.
Om je uit te lijnen op wat God ook al weer zegt dat goed is,
en wat mooi is, en waar Hij plezier aan heeft.

Dit is soms best hard werken. En schaven.
Om jezelf opnieuw te modelleren, naar hoe God het hebben wil.
Maar ik geloof dat de kerk nu juist de plek is, om dat te ontdekken,
te leren, te oefenen. Om te leren om je in te zetten.

Merk je trouwens dat er dus wel een voorbeeld is.
We moeten niet elkaar in een mal drukken.
Ik moet niet jou vormen naar mijn beeld.
Maar er is wel een voorbeeld waar we wel naar toe mogen groeien.
Er is een beeld waar we naar moeten streven.
En dat is geen ideaal beeld, maar het is Gods beeld.
Want we zijn gemaakt naar Gods beeld.
Als je christen bent, mag je op Jezus lijken.

En dat betekent dus niet dat we kleine Johannesjes
en Jezusjes moeten worden, die in de woestijn gaan preken,
of aan een kruis eindigen. Niet helemaal zo.
Maar wel dat ik mag gaan lijken op de Jaap die God bedoelt heeft.
Dat jij mag gaan lijken op jezelf, jezelf worden,
zoals God je in het paradijs voor zich zag. Goed, volmaakt.
En daar is hopelijk een stukje van de maker in te ontdekken.

Als we bij elkaar gaan zoeken naar talent, en daarin groeien
kom je tot je recht, tot je doel.
Maar dat voelt ook fijn voor jezelf.
Het gevoel dat alles klopt. Het is zegen.
Ben je een mooi, liefdevol mens, een vredestichter,
dan zullen we woorden in Lukas ook over jou gaan:
groeien in wijsheid, en je bent in de gunst bij God en mensen.
Ben je iemand met de gave om bijstand te verlenen,
of juist een profeet die een waar woord kan spreken,
om zo richting en duiding te geven.
Of ben je juist iemand die gul is,
houdt van delen, barmhartig, met een warm en een blij hart.
Het zijn allemaal gaven.
Talenten, die groeien, aangevuurd door de Geest.

Ben je mal?
Nou nee. We zijn niet mal, en we leggen die elkaar ook niet op.
Maar er is wel een voorbeeld, waar we ingroeien willen.
In liefde en wijsheid. Jezus is de mal.
De template, waarin mag ontdekken, dat Ik–Ben me gemaakt heeft,
en waarin ook ik mag zijn.
Groeiend in liefde. Amen


online delen:

tag Jaarthema Talenten talent groei identiteit Heilige Geest

Meer preken uit Lucas