Welkom Votum en groet, gesproken amen (votum uit openb) NLB 766:1,3 (Ik zag een nieuwe hemel zich verheffen) Leefregel Gebed Lied: Amazing Grace: 1 en 4 Lezen tekst voor de preek L: Lk 20:27-40 L: Mt 28:16-20 Preek over Lk 20:38 Lied: Toekomst vol van hoop (Sela) Gebedspunten KR Gebed Collecte (Kinderen uit verteldienst komen terug) Luisterlied: Who am I? Gedachtenismoment Noemen namen/plaatsen roos Gebed Luisterlied: De mensen die we missen (Sela) Lied: Ik zal er zijn Zegen en gesproken Amen

Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Wat kan Jezus het toch krachtig en levendig zeggen!
Het Woord spreekt prachtige woorden.
Neem Matteüs 28: “Mij is alle macht gegeven, in hemel en op aarde.”
En wat dan volgt, noemen ze de grote opdracht, de uitzending:
de leerlingen moeten gaan vertellen, dat Jezus alle macht heeft.
Voor vanmorgen ligt de focus niet op het uitgezonden–worden,
maar op de macht van Jezus. Want het is een bemoediging.
Toen, voor evangelisten die erop uit gingen,
voor leerlingen die getuigden,
om te horen dat Jezus in power is, de controle heeft,
en er bij is, “tot aan de voltooiing van deze wereld.”
Op deze voleindingszondag kijken we daar hoopvol naar uit.
En zo krachtig als de woorden toen waren, voor de leerlingen,
diezelfde bemoediging is er nu voor jou, voor mij,
op de zondag dat we stilstaan bij die geliefden,
waarvan we het lichaam aan de aarde hebben toevertrouwd,
maar ze zijn niet echt hier meer.

Dan is het goed, om te weten hoe Jezus, alle macht heeft,
niet alleen in de hemel, maar ook bij de open–geschepte aarde.
Dan is het goed om hem te horen zeggen: “Ik ben met je.”
En niet maar voor even, niet alleen op de momenten dat het lekker loopt,
maar all the way. Tot het einde.
“Ik ben met jullie, alle dagen. Tot aan de voltooiing van deze wereld.”
Alleen Jezus, het levende woord, kan dat zo zeggen.


Hij heeft het over de voltooiing van deze wereld.
Het grote werk wordt afgerond. Het meesterstuk is klaar.
Het huzarenstukje volbracht …
Hij staat, als hij dat zegt, op het punt om terug naar de hemel te gaan.
En hij heeft dan het eind van de geschiedenis op zijn netvlies:
Alsof hij zegt: Dit is al die tijd het doel geweest,
hier gaan we naar toe: een wereld die weer goed is.
Weer heel. Waar de dood niet is.
Alsof hij zegt: hier heb ik het voor gedaan!

Je zou er super enthousiast van worden.
En de leerlingen die erbij staan, die krijgen ook het gevoel:
ah, dus we zijn er bijna? Zitten we al bijna bij die voltooiing?
Je voelt de muziek aanzwellen: de grote finale, waar alles goed komt.
Als je de parallelle beschrijving in Handelingen leest zie je,
dat de leerlingen dat ook aan Jezus vragen: Hand.01:06
“Heer, gaat u dan binnen afzienbare tijd het koningschap over Israël herstellen?”

Eigenlijk een super logische vraag. Als Jezus ook zelf al heeft gezegd:
“het is volbracht!” wat moet er dan nog gebeuren tot aan de voltooiing?
Kunnen we niet fast–forward naar het einde spoelen?
Jezus kan toch het koningschap naar zich toe trekken?
God kan nu toch alles goedmaken?

Maar dan antwoordt Jezus vers 7
“Het is niet jullie zaak om te weten
wat de Vader in zijn macht heeft vastgesteld over de tijd
en het ogenblik waarop deze gebeurtenissen zullen plaatsvinden.”

Jezus heeft de alle macht …
Maar toch lijkt dat koningschap nog niet herstelt
Jezus belooft dat hij erbij is … En toch is het nog geen tijd.

Dit is precies de spanning die we voelen,
als we verdriet hebben om de macht van de dood die we nu nog zien.
Maar waar we tegelijkertijd geloven dat Jezus de dood voorbij is.
We ervan overtuigd zijn, dat God een god is van levenden,
en niet van doden.
Als je je aan de ene kant machteloos van verdriet voelt,
en tegelijk wil blijven volhouden dat Jezus alle macht heeft.


Waar God op wacht, dat weet ik niet.
Nouja, dat weet ik wel: hij wacht op jou, op mij.
En zovelen als de Heer onze God ertoe roepen zal. Hand.02:39
Hij heeft mensen in de toekomst op het oog,
mensenkinderen waar hij van houdt. Die hij bij zich hebben wil.
Maar hoe en wat, en tot hoelang dat duren moet, dat weten wij niet.
En … het is ook niet mijn zaak om dat te weten.

Dus het vraag geloof, om het tot die tijd uit te houden.
Om echt te weten, dat Jezus alle macht heeft,
ook als je de ontluistering van dementie hebt ervaren.
Om te weten dat God de God van het leven is,
als jij het leven, misschien wel veel te jong,
uit handen hebt moeten geven.
Om te vertrouwen dat de voleinding, de voltooiing,
bij God in goede handen is.


Het vraagt geloof, om dat te hopen, om dat te zien.
Je ziet in de bijbel hoe dat geloof in de opstanding,
niet vanzelf gaat, haast tegennatuurlijk is.
De groep van Sadduceeën geloofde absoluut in God.
Ze geloofden vooral de boeken van Mozes.
Het waren vaak rijke en machtige priesterlijke families.
… maar ze geloofden niet in de opstanding.

En dan komen ze met een absurde casus.
Maar wat kan Jezus het toch krachtig en levendig zeggen!
Het Woord spreekt prachtige woorden.
En Jezus gaat geniaal op de absurde casus in.
En laat nog eens zien hoe hij de controle heeft, alle macht.
Zo, dus jij gelooft in de God van Abraham, Isaak en Jacob?
Ik ook.
Maar die God is een God van levenden!

Laat dat maar even tot je doordringen:
de God van Jannetje, de God van Daniel.
De God van Paul en van Jo. van Stoffer.
Ik vind het haast schokkend hoe stellig Jezus dat zegt:
“Hij is geen God van doden, maar van levenden,
want voor Hem zijn allen in leven.”

En dat gaat verder dat dat wij de gedachte aan iemand levend houden.
Hè, je hebt dat spreekwoord,
dat iemand pas echt sterft wanneer niemand meer aan hem denkt.
Maar dat bedoelt Jezus niet.
Want ideeën levend houden, dat konden de Sadduceeën best.
Maar bij God is het blijkbaar echt.
De dood heeft het niet voor het zeggen.
Voor hem zijn ze allen in leven.

Het is alsof God de kern van hun zijn heeft opgevangen.
Ziel noemen we dat.
En begrijp me niet verkeerd, daarmee bedoel ik niet,
dat je ziel belangrijker is, dan je lijf,
of dat mijn ziel meer Jaap is, dan mijn lichaam.
Nee, God heeft het zo gemaakt dat ze bij elkaar horen.
En ik geloof dat de zielen ook hun lichaam missen.
Het hebben van een lijf, hoort ook wezenlijk bij wie we zijn.
Zo heeft God ons geschapen.
Maar als het lichaam het begeeft, vangt God ons op.
Neemt ons bij zich.
“Ik ben met jullie, alle dagen” , geldt dus ook voor wie je lief is.
Hij is met hen, zij zijn bij God. Alle dagen.

En voor die zielen is de belofte, dat er een opwekking zal zijn.
Een opstaan. Een wakker worden.
En voor jou is de belofte, voor jou, voor kinderen, en kleinkinderen.
Jezus belooft: ik ben met je.
En als de eeuwige dat zegt,
dan draagt hij dus mijn beperkte dagen, de eeuwigheid in.
Hij voleindigt, wat wij als gebroken en begrenst ervaren.
Een broos lijf, doffe ogen, dove oren. Hij voleindigt het:
de mobiliteit die achteruit ging of een verstand wat versleet.

Dat betekent voor ons, voor nu, niet dat we vrij zijn van pijn.
Van hoe ontluisterend het oud–worden soms is.
Of hoe ongekend diep het sterven gaat van een kind.
Maar het betekent wel, dat God er is.
En dat Zijn zijn, ons zijn opvangt.
Zodat Jezus kan zeggen dat de God van Abraham, Isaak en Jakob,
de God van Levende mensen is.
Van mensen, wiens bestaan door hem wordt voortgezet.
En dan kijken we vooruit naar de voltooiing.
Als ook ziel en lichaam weer verenigd zullen worden.
In het grootste wonder wat de wereld zal zien.
De voleinding, de voltooiing, de opstanding,
niet alleen van Jezus, de eerste, maar van allen.

Om de schepping te vieren en te genieten,
zoals het bedoelt was. En God zag wat er tof, goed, aan was.
Om de schepper te eren, zoals het bedoelt is.
Om de God van het leven lief te hebben.


Dat is Gods belofte.
Maar onze werkelijkheid is dat we hier onze graven hebben.
Soms is ons geloof zo opstandig als dat van Sadduceeën,
die die opstanding, dat grote geloof,
gewoon niet redelijk vinden.
Het lukt ze niet om die spanning van werkelijkheid,
en Gods belofte te verdragen. En iets herken ik daar soms van.
Het doet soms zeer, om te geloven, tegen je ervaring in.

Je hebt in Hebreeën een lijst van getuigen.
Geloofsgetuigen. Het is een lijst van doden, die levend zijn.
En dan eindigt de schrijver met prachtige woorden: Heb.12:2
“Laten we daarbij de blik gericht houden op Jezus,
de grondlegger en voltooier van ons geloof:
denkend aan de vreugde die voor hem in het verschiet lag,
liet hij zich niet afschrikken door de schande van het kruis.
Hij hield stand en nam plaats aan de rechterzijde van de troon van God.”

Je ziet hier hoe Jezus Gods beloften even helemaal zag mislukken.
Over het uithouden van de spanning gesproken …
De schande van het kruis. Lijden.
Maar Jezus hield vol. En wij krijgen die oproep ook.
Om toch te blijven geloven. Dat God, de God van levenden is.

Maar ook om je te helpen, wordt Jezus benoemd,
als degene die je geloof niet alleen gegrondvest heeft,
maar ook zal voltooien.
Voleindingszondag mag dus een beroep doen op Jezus:
Heer, voltooi mijn geloof. Maak het af,
want soms zie ik het door mijn tranen niet meer.
Bij Jezus mag je komen, met je hoop en je wanhoop.
Met een levendig en een sluimerend geloof.
Met overtuiging, maar ook met je vragen.
En dan geeft Jezus de belofte, zoals alleen het Woord dat kan:
Ik ben de God van levenden.
Ik heb alle macht.
En ik ben met je. Alle dagen.

Dus kijken we voorzichtig, maar hoopvol vooruit.
Rekenend op de belofte, die ook voor jou is.
En voor je geliefde al een realiteit.
We rekenen er niet op als een recht,
maar we rekenen erop, omdat je op God rekenen kan.
Want hij heeft alle macht.
De God van het leven, is de God van levenden.
Ook door de dood heen. En dat is Amazing Grace.
Dat is wonderlijk mooi, dat is onnoemelijk.
Voor Sadduceeën niet te vatten,
maar voor jou, een bemoediging.

Want hij heeft alle macht.
In hemel, ook als die gesloten lijkt.
Op aarde, ook als die geopend is.
Hij heeft de macht. Van wieg. Tot graf.
En door de dood heen, bewijst hij de God van levenden te zijn.
Die ook het geloof in hem levend houden zal.
Tot aan de voltooiing van deze wereld. Amen


online delen:

tag dood ziel belofte vertrouwen Gods macht geloof reeds en nog niet

Meer preken uit Lucas