Welkom Gezongen Votum en Groet HH 4 (psalm 8: Heer onze Heer, hoe machtig) Wet Gebed Kinderen naar verteldienst Gen 2:8-9, 15-17, Gen 3:1-13, 16-19 (BGT) Korte toelichting op Romeinen Rom 3:9-26 (NBV21) Pvn 130 (HH44) (Uit de diepten roep ik u) Preek HH 367:1-4 (Wij blijven geloven) Mededelingen/gebedspunten Gebed (met gemeenteleden?) Voorafgaand aan collecte: Filmpje Collecte opw 717 (stil) Zegen (nav gebed Fransiscus Assisi)

Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Het is weer Michazondag.
We zijn dan niet meer Rooms,
maar soms voelt dit als ons jaarlijkse geselmomentje.
Even een potje zelf–kastijden.
Filmpjes kijken die je vertellen, wat je allemaal verkeerd doet.
Even goed voelen hoe slecht we zijn.
En dan hopen dat je geraakt wordt en je leven betert …
– Dit is zomaar je houding, als je er niet zoveel mee hebt.

Of je hebt er echt wel wat mee.
Omdat je je oprecht zorgen maakt over de leefbaarheid van de aarde.
Of jij, je kinderen en klein–kinderen, nog zullen kunnen genieten,
van natuurschoon, van prachtige stranden zonder olie of plastic.
Van biodiversiteit in je achtertuin, de letterlijke bloemetjes en bijtjes.
of is dat inmiddels om zeep geholpen …?
Van duurzame akkerbouw en veehouderijen.
Omdat je je zorgen maakt om uitstoot en stikstof.
Om schildpadden die verstikt raken in de plasticjes van een treetje fris.

Maar het is niet alleen in de natuur, hè?
Ook de menselijke omstandigheden kunnen je aan het hart gaan.
Om verfstoffen die op je longen slaat in Bangladesh,
Of denk aan de fabriekshallen die instortte, jaren terug.
Moderne vormen van slavernij. Ook daar is goedkoop niet duurzaam.
Ben je daaraan medeschuldig als je het hier in de goedkoopste winkels koopt?

Dat is eigenlijk wel een vraag, hè?
En in de voorbereiding afgelopen donderdag
met de catechisanten ook over gehad. Voel je schuld?
Dat God, of de natuur, of je naaste,
iets van je tegoed heeft, aan liefde, aan zorg,
of gewoon ruimte om te leven.
Heb je schuld? En wat voel je daar dan bij?
Schuld eerlijk onder ogen komen.
Waarom is dat soms toch zo lastig?


In het paradijs zie je Adam en Eva.
Ze voelen dat ze boel verknalt hebben.
Ze durven God niet meer onder ogen te komen. Schuld en schaamte.

Het zijn een beetje kerkwoorden.
Maar daarbuiten kom je ze net zo goed tegen: vliegschaamte of vleesschaamte.
Een van de jongeren omschreef dat wel mooi:
Schaamte is om wat andere van je vinden.
Maar schuld is wat je zelf voelt, gaat dus dieper.

Maar we hebben die woorden ook wel zo vaak gehoord,
dat we ze misschien niet eens meer zo erg voelen. Raken we afgestompt?
Het is makkelijker om schuld te voelen,
als je per ongeluk tegen een vriend of vriendin, dichtbij,
een keer een fout maakt; ja dan voel je daar wat bij.
Moeilijker is om dat te voelen bij wat er ver weg gebeurt …
Soms weten we het inderdaad niet. Maar soms kijken we weg.
Stoppen we het weg.
In dat paradijsverhaal zie je ook hoe dat onze oer–menselijke reactie is.
Verstoppen. Wegkruipen.
God moet ze tevoorschijn roepen: Adam, waar ben je?
Kom mij toch onder ogen. Kom jezelf onder ogen.
Kijk eens, en kijk niet weg.

Maar zelfs in het gesprek wat volgt, zit die paradijs–reflex erin: wegwijzen.
Je ziet het Adam en Eva beide doen; het is alsof het in ons DNA zit.
“Het komt door die vrouw die u mij gegeven hebt.” “Het komt door de slang.”
En nu zijn we allemaal schuldig …

Het klinkt haast als een dooddoener: tja, we zijn allemaal schuldig.
Dan is het eigenlijk weer zo’n paradijs–reflex van verstoppen,
of weg kruipen, wegkijken, na de ander wijzen.
En dat komt in alle soorten en maten:
Je verstopt je, achter een ander, als afleider. Kijk eens naar die, veel erger.
Of je verstopt je achter de grote massa:
Kijk eens naar iedereen, daar ga ik echt niet in m’n eentje voor opdraaien.
En als dat wel gebeurt is dat zo oneerlijk, dat ik het er niet mee eens ben.

Wijzen naar een ander kan ook uit een gevoel
van hopeloosheid of machteloosheid. Het heeft toch geen zin.
Elke kilometer die ik minder of zachter of zuiniger rijdt,
wordt, per bom die er in Kiev valt, 100 keer ongedaan gemaakt.
Om dan nog maar helemaal niet te spreken over de dreiging van nucleair.
Wat voor een schade brengt dat niet!?
Dan is de ander, niet alleen erger dan waar ik schuld voor draag,
we voelen ons moreel ook zo tegen de oorlog, dat je kan denken:
waar hebben we het nog over: plastic rietjes of wattestaafjes?

Ik herken de reflex wel een beetje bij mezelf.
Maar als ik er eerlijk over nadenk:
het zijn allemaal afleidingstrucjes, om er niet zelf voor op te hoeven draaien.
Wil jij je schuldig voelen over plastic per–stuks–verpakkinkjes,
als iedereen ze koopt …?
Ik denk dat het antwoord moet zijn:
ja, ik ben verantwoordelijk voor mijn keuzes.

Maar zelfs als je je verantwoordelijk wil voelen,
ik voor mijn deel, en jij voor het jouwe,
dan blijft het makkelijk om je te verschuilen achter de grote massa.
Ja het is toch wat, we zijn allemaal schuldig …


Nu zegt Paulus ook zo iets, zo lijkt het:
“Want iedereen heeft gezondigd.” Zegt Paulus nu precies hetzelfde?

Hij voegt er nog wel wat aan toe:
“Iedereen heeft gezondigd, en ontbeert de nabijheid van God.”
Ontberen is een beetje oud woord, ik vind het wel mooi,
maar het betekent dat het ontbreekt, dat je het mist.
We missen de nabijheid van God.

In dat zinnetje gebeuren twee belangrijke dingen.
Het eerste is dat Paulus eerlijk onder ogen ziet,
dat we God soms ver weg voelen. Dit is het paradijs niet.
We wandelen niet meer in de tuin, en komen God zomaar niet tegen.
zoals Adam en Eva dat meemaakte.
We missen God, en we voelen het in de machteloosheid,
als we ons niet thuis voelen in dit schuldige systeem.
En als we God al onder ogen komen, voel je misschien schuld of schaamte.
Het ongemak dat iemand dwars door je heen kijkt.
Zoals Adam en Eva zich opeens realiseerde dat ze daar,
niet alleen maar in hun hemd, maar in hun blootje stonden.
Het is paradijselijk als er niets tussen mensen in zit.
Maar het voelt gênant, ongemakkelijk, als de verhouding niet meer OK is.

En daarnaast is die zin ook heel pastoraal.
Geen wonder dat we zondigen. God ontbreekt!
Dit is wat er gebeurt als God er niet bij is.
Als hij mist in mijn leven, ja, dan raak ik verstrikt.
Niet om het goed te praten, of de schuld op hem af te schuiven.
Maar wel om te snappen, waarom de wereld er zo aan toe is.
Je raakt verstrikt in een schuldig systeem als het recht van de sterkste geldt.
Het is niet duurzaam als je staatsschulden torenhoog laat oplopen,
en de schuld uiteindelijk doorrekent aan de gewone man.
Dat is wat inflatie eigenlijk is.

Maar ook een zin als deze, is weer wegwijzen naar de ander,
naar banken, het systeem. Maar zit dit ook niet in jou en mij?
Want hoe goed zijn wij eigenlijk in schuld vergeven?
Vaak blijft het, of je wilt of niet, toch een beetje hangen.
En we houden een gevoel van: en nu heb ik recht op dit of dat,
want jij hebt vroeger zus of zo.
Misschien is dat nog wel het meest onthullend:
Het ontbreekt ons aan liefde en vergeving.
“Iedereen heeft gezondigd, en we missen de nabijheid van God.”

Maar zie je ook dat Paulus er niet voor wegloopt?
Hij gebruikt dat dus niet om te zeggen dat het wel meevalt;
als we allemaal zo zijn, kan het zo slecht niet zijn …
Nee, juist wel. Het is hardstikke beroerd dat we allemaal zo in elkaar zitten.

Maar schuld is pas een probleem, als je niet weet wat je ermee moet.
Dit is denk ik de belangrijkste zin:
Schuld is pas een probleem, als je niet weet wat je ermee moet.
Dan hoopt het op, als olie op een strand,
als microplastics in de biotoop.
Maar voor Paulus is schuld geen probleem,
want hij weet waar hij naartoe moet. Naar Jezus.

Het thema van Michazondag dit jaar is schuldig, on/off.
In het logo zie je een knopje. God switcht heel eenvoudig.
“iedereen wordt uit genade rechtvaardig verklaard, om niet,
dankzij de verlossing door Christus Jezus.”

God zet de knop om. Alsof hij zijn oude computer met het werkbestand
waarin in al mijn foute beslissingen zijn bijgehouden,
uit doet, en dan weer aan: het is niet opgeslagen.
Wij lopen vast, maar hij geeft een reset. Opnieuw opstarten.
En ik mag weer blanco beginnen.

En het mooiste is, dat het niet naamloos is.
Ik mag opnieuw, nu onder de naam van Jezus.
Daar hoort dan ook bij, dat ik wil leven zoals hij;
ik voel me dus ook niet langer thuis in een schuldensysteem,
waarin we wel elkaars fouten blijven nadragen,
waarin je kijkt hoe je zoveel mogelijk profijt kunt halen uit een ander,
of zo om jezelf denkt, dat je de verantwoordelijkheid voor je naaste,
voor de wereld, vergeet.

Ik voel me dus ook niet langer thuis in een schuldig systeem,
juist omdat ik opnieuw beginnen mocht.
En ik weet dat het echt niet altijd zo simpel is, als de knop om.
Maar genade werkt op een bepaalde manier wel zo simpel.
En dan geeft, dat je nu onder de naam van Jezus staat, ook ontspanning.
Ik hoef dus niet de zonden van de wereld te dragen. Heeft hij gedaan.
Of ik hoef niet het hele complexe systeem uit te vogelen.
Ik mag me echt wel druk maken, en hard maken voor goede zorg,
voor onze wereld, die Gods wereld is. Maar ik hoef het niet op te lossen …
Ik las in de voorbereiding een mooie quote die de ontspanning goed treft
en ook het machteloze of zinloze gevoel probeert weg te nemen:
“elke goede stap die je zet weegt zwaarder dan het gewicht van je onvermogen.
Je inspanningen doen ertoe.”

Dat geeft volgens mij de adem die we nodig hebben,
om te dealen met de wereld

En dat begint misschien heel basaal met dubbel glas en isolatie,
of dat je manieren zoekt te vergroenen, van gas af, zonnepanelen.
Of kleiner: met duurzame koffie of Tony Chocoloney.
Een to–good–to–go–box, tegen de verspilling.
Niet meer kopen dan je nodig hebt.
Jij en je eten minder laten vliegen.
Dat je niet meer voor de goedkoopste kleren kiest,
als je weet wat daar aan lelijks in de katoenketen achter schuilgaat.
Zo maar een paar voorbeelden, die we met de jongeren hadden bedacht.

Maar dit doen we niet om ons goed te voelen, of betere deugmensen te zijn.
Want als ik mezelf eerlijk in de spiegel kijk, geldt het nog steeds.
“iedereen heeft gezondigd.” Dit is het paradijs nog niet.
Kijk daar niet voor weg, noem schuld ook schuld. Ook bij jezelf.
Dit gaat dus dieper dan een geselmomentje
om je alleen maar even schuldig te voelen.
Het is erkennen: ik ben schuldig.
Naar God. Naar Gods wereld, naar zijn mensenkinderen.
Als je daar maar niet mee blijft zitten.
Als je ermee naar Gods ouwe computer gaat. Resetten.
Schuld is pas een probleem, als je niet weet wat je ermee moet.
Maar Hij gaat eraan voorbij. “dankzij de verlossing door Christus Jezus.”

En aan het eind komt het goed.
Maakt God alle dingen weer als nieuw,
weer schoon, weer eerlijk, recht en rechtvaardig.
Tot die tijd, krijg je de ruimte om daaraan mee te bouwen,
zonder dat het van jou afhangt.
Om daarin mee te groeien, zonder dat jij alles moet dragen.
Om daar je ook echt voor hard te maken.
Omdat je goeie stappen er meer toe doen, dan de stappen die je niet zet.
Want vanaf nu ben ik niet meer thuis in het schuldige systeem,
maar in het verhaal van Jezus.
Hij Bewaart de schepping, hij redt mij.
Hij drukt op Save.

Amen


online delen:

tag schuld vergeven zelfreflectie

Meer preken uit Romeinen