Welkom Votum en Groet Opw 717 Stil mijn ziel wees stil Gebed Als Leefregel Mt 6:24-34 Opw 763 Lord I need you KID-moment Stel mijn vertrouwen op de Heer mijn God Lezen: 2 Koningen 19:8-19 en 32-37 (=Jes37:8-20 en 33-38) Tekst: Psalm 46 Preek Luisterlied: Schuilplaats Geloofsbelijdenis (video) Gebedspunten Gebed -> afsluiten met Opw 436 Onze Vader Collecte Opw 616 Houd me dichtbij U (samenzang) Zegen

Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Kastelen, burchten, ruïnes; ik vind het prachtig!
Of je ze nu kent van de plaatjes of vakantiebezoek
in Duitsland, België, Frankrijk, Schotland of Italië,
ze roepen iets van kracht op. Statig. Stevig.
Dit is, of dit was een plek, die veilig is.
Een plaats om te schuilen.
Machtige muren, ruige ridders, en torens voor tactisch overzicht.
Het geeft me ook een gevoel van de oudheid.
Zoveel honderden jaren terug woonden hier mensen.
Hier zochten ze een veilige plek.
En plek ook waar je je naar terugtrekt, als je in de problemen zit.
Als de stad belegert wordt, bedreiging door vijanden.
Een veilige schuilplaats in tijden van nood.

En nu zegt de psalm:
“God is voor ons een veilige schuilplaats,
een betrouwbare hulp in nood.
… onze burcht is de God van Jacob.”

Vanmorgen kijken we naar God, dus als een kasteel.


Maar als ik naar de ruïnes kijk, zie ik ook verval.
Zo betrouwbaar waren die burchten dus niet.
Je kunt erop vertrouwen, maar stadsmuren worden geslecht,
soms zie je de kogel– of kanonsgaten nog zitten.
Kastelen worden verwoest, sterke legers komen ten val.
In zo’n strijd speelt het recht van de sterkste.
En mensen zitten nu eenmaal niet altijd bij de sterkste.
De helft van de keren wel, de andere helft niet.
Dan vertrouwde je op een plek, of op een persoon,
maar iemand anders was je te machtig.
Je had je hoop gesteld op het fort,
maar het bood schijnzekerheid, blijkt achteraf een luchtkasteel.

En klopt dat ook niet met onze levens?
Er zijn dingen waar we bewust of onbewust op vertrouwen:
De zekerheid dat je financieel wel rondkomt.
Of dat je jong en sterk bent, en gezond.
Bedoeld of onbedoeld ga ik er gewoon een beetje van uit.
En vaak valt het pas op, als het een keer wegvalt.
Je baan komt op de tocht te staan, opeens een onverwachte uitgave.
Ouderdomskwalen die erin sluipen, of opeens een ongeluk.
Qua gezondheid hebben we eigenlijk allemaal wel gemerkt,
hoe beperkt en kwetsbaar we zijn, de afgelopen 2 jaar. Geen garanties.

En reken maar dat dit ook voor het vertrouwen in mensen geldt.
Soms heb je mensen, waarbij je je veilig weet.
Gezegend ben je, als je zo iemand hebt.
Iemand die je beschermt tegen slechte gedachten,
kwalijke invloeden, op wie je steunen kan.
En wat pijnlijk dan, als die veilige beschutting wegvalt.
De schouder om op te huilen, er niet meer voor je is.
Of als je vertrouwen wordt beschadigd.

En zijn veel dingen, waar we onze hoop op zetten,
waar we in vertrouwen, waar we vanuit gaan.
En dat kan ook niet anders, hè? Ergens is dat goed.
Want als je leven moet alsof elk moment de beurs instort,
maakt je bang en paniekerig en misschien wel gierig.
En leven alsof je elk moment ontslagen kan worden,
maakt je wantrouwig en misschien ook wel streberig,
Moet je continue bewijzen hoe goed en vaardig je bent.
Man, wat vermoeiend zou dat zijn…
En leven alsof elk moment een relatie kan wegvallen,
zorgt ervoor dat je jezelf beschermt
en eigenlijk nooit echt contact zult maken.
Het is ok, om van aantal dingen uit te gaan,
maar als het wegvalt, bleek het dus niet blijvend je vertrouwen waard.
Toch een luchtkasteel.


Nu noemt de psalm God dus als een kasteel.
Maar lijkt God dan ook op de ruïnes die we kennen?
Hoe kan iemand die je niet ziet, niet voelt,
nu een betrouwbare hulp zijn?
De dikke stenen muur, daar kun je je hand op leggen,
en zeggen, ja, dit ziet er degelijk uit.
Een bankrekening, dat valt niet zomaar weg.
Een betrouwbare vriend, sommige vrienden heb je echt voor het leven.

Maar God? Kun je die vastpakken? Blijft mijn ervaring van hem er altijd?
Voel jij altijd dat hij er is?
En als dat bij jou ook wel eens wegvalt,
maakt dat God dan tot een luchtkasteel?

Deze psalm laat zien, waarom we echt op God kunnen vertrouwen.
En hoe hij wint, maar uiteindelijk toch ook anders en beter is,
dan het lompe oorlogsgeweld.
Juist dat maakt dat ik me veilig weet bij God, mijn schuilplaats.


Deze psalm kun je op veel momenten zingen.
We leren hier iemand kennen, die zich gered voelt.
Die heeft gemerkt dat hij of zij veilig was bij God.
Ja, dat God zelfs gewonnen heeft.

Wanneer dit lied geschreven is weet ik niet zeker.
Maar je zou kunnen denken aan een van de vele momenten
in de geschiedenis van Israël
dat er vijanden voor poorten van Jeruzalem stonden.
Denk bijvoorbeeld aan de tijd van Koning Hizkia.
De 10 buurstammen, zijn al aangevallen,
hebben grote verliezen geleden.
Samaria, de hoofdstad van het 10–stammenrijk,
is 20 jaar eerder al gevallen.
Nu heeft die oorlogsbaas zijn kamp opgeslagen
bij de belangrijke Judeesche stad Lachis.
En ondertussen wordt de stad Jeruzalem geblokkeerd en bedreigd.
Er kan geen eten meer in, er kunnen geen mensen uit.
Alsof je bij de nek gegrepen wordt.
Bespot, het vertrouwen in God beproeft en belachelijk gemaakt.

Hizkia legt het God voor, waar hij op vertrouwt.
En opeens, wonderlijk ontspringen ze de dans.
Het kleine staatje van Juda, mag blijven.
Wordt niet verslagen.
Sterker nog: een engel van de Heer trekt zelf door het legerkamp,
en doodde in het kamp, 185.000 man.
En de koning trekt zich beschaamd terug.
Terug in zijn land word hij later verraden, vermoord.

Je kunt je voorstellen dat je dat zo gaat zingen, hè,
als moedig overwinningslied:
“Met God in haar midden stort ze niet in,
vroeg in de morgen komt God haar te hulp.
Volken roeren zich, rijken storten ineen,
zijn donderstem klinkt, de aarde siddert.
De Heer van hemelse machten is met ons,
onze burcht is de God van Jakob.”

En je kunt je dan ook voorstellen dat dit je vertrouwen bevestigd.
Dat je zingen kan.
Laat maar komen. “Laat de watervloed maar kolken en koken.”
Kom maar op. Want wij hebben God aan onze kant.

We hebben uit archeologische bronnen, best goed overgeleverd gekregen,
hoe de belegering van de stad Lachis ging.
Hoe Sanherib met Hizkia omging.
Bronnen uit Assur melden niet hoe de blokkade van Jeruzalem eindigde.
En misschien ook wel logisch. Zo’n afgang vermeld je niet.
Je hebt liever niet dat dat in de geschiedenisboeken terechtkomt.
Grappig genoeg zijn er ook Griekse verslagen van deze oorlog.
En die denken dat het komt door muizenplaag,
die de voorraad eten opvrat, en bogen beschadigde,
of een ziekte die in het kamp uitbrak.
Wat het ook geweest is, met geloofsogen zien we de engel van de Heer,
die zijn volk beschermt. Die een veilige burcht blijkt te zijn.


Maar ongeveer 100 jaar later, viel de stad alsnog.
Was God nu geen burcht, geen veilige schuilplaats?
Heeft hij even niet opgelet, en kwamen de Babyloniërs,
oeps… foutje bedankt…

We denken vaak in termen van de recht van de sterkste.
Assyrië was niet sterk genoeg, maar Babylonië later wel.
Sterker dan God? Is er dan iets of iemand, sterker dan God?

– Maar daar zit juist de kracht van deze psalm.
God is een kasteel. Een burcht. En veilige schuilplaats.
Maar niet als één van de vele menselijke volken,
als één van de vele koningen,
met engelen als één van de vele generaals.
Nee. God is anders, groter en hoger.
Hij is niet te vergelijken met de dingen waar ik mijn zekerheid uit haal.
Geluk, Vrijheid, Geld of gezondheid.
Hij is juist degene die al die dingen ontworpen heeft,
die er zelfs van aan de mensheid uitdeelt.
Hij is niet een vergelijkbaar iets. Nee, hij staat erboven.

En dat zorgt er ook voor, dat hij niet één van krachten is,
waarvan je maar moet hopen dat hij wint, fifty–fifty.
Nee, Hij voert de strijd die aan alle strijd een einde maakt.
Vers 10 “Wereldwijd bant hij oorlogen uit,
bogen breekt hij, lansen verbrijzelt hij.”

We zouden vandaag zeggen: tanks vertrapt hij.
Straaljagers verkreukelt hij, als een mislukt papieren vliegtuigje.
“Staak de strijd, en erken dat Ik God ben,
verheven boven de volken, verheven boven de aarde.”

God is van zo’n andere orde. Zoveel groter en sterker.
Hij is niet een van de vele oorlogsbazen, die perse vechten moet.
Precies dat maakt hem uiteindelijk de vredevorst.


“Kom kijken wat de Heer gedaan heeft.”
De psalm doet een uitnodiging.
Want blijkbaar zien we het niet vanzelf.
Soms is het te mooi om waar te zijn.
Of lastig om te geloven.

En misschien zit daar ook wel in:
kom kijken, en bevestig het maar voor jezelf.
Zoek de momenten op, dat God je bewijst dat hij te vertrouwen is.
Dan kun je het aan, als iemand dat vertrouwen in twijfel trekt.
Als ik niet de hulp krijgt, die ik dacht nodig te hebben.
Als de stad later toch valt.
Als God mijn leven anders laat lopen, dan ik zou willen.
Bevestig het vertrouwen, en kom maar kijken.

En zo kunnen we ook voor elkaar een veilige schuilplaats zijn.
Of beter gezegd, want wij vallen nog wel eens tegen,
dat je elkaar mag meenemen naar God, die de echte veilige schuilplaats is.
Dat je daar altijd mag komen,
met het verdriet wat je soms alleen met je meedraagt.
Als je je schaamt, of schuldig. Bij God is het veilig.

En op een wonderlijke manier, ontwapent hij de pijn.
Dat betekent echt niet dat de pijn weg gaat.
Soms moeten we er dwars doorheen.
Juist omdat God van een andere categorie is,
dan de zekerheden van vroeger,
zoals paarden en wagens, dikke stenen muren.
Of de zekerheden van vandaag. Geld, geluk, gezondheid.
Juist omdat hij anders is,
overtreft ook zijn beschutting, ons beeld van wat veiligheid is.

En zo zie je iemand in deze psalm,
zelfs als je je overstroomd voelt, als het water tot de lippen staat,
juist dan mag als een paal boven water staan, dat God een schuilplaats is.
En dan vind jij, of iemand anders voor jou, de moed,
om te zeggen: laat maar komen, laat maar kolken…
Dan ben je ervan verzekerd, een diep vertrouwen
dat er niets is wat je kan scheiden, van de liefde van God.Rom.8:38–39
De dood niet, en ook het leven niet,
legermachten niet, engelen, goed en kwaad, niet.
Niets uit je verleden, heden of toekomst, kan je losmaken van Gods liefde.
Niets kan je uiteindelijk iets maken.

Zo kijken we naar God, als een veilige vesting, een burcht,
Zo zien we op naar Jezus. En het is prachtig!
Of je hem nu kent uit de verhalen van anderen, – kom en zie! –
of dat je het zelf hebt ervaren,
de verhalen roepen iets van kracht op. Hij is statig. Stevig.
God is een plek die veilig is. Een plaats om te schuilen.
Het geeft me ook een gevoel van de oudheid.
Zoveel duizenden jaren terug vertrouwde mensen zich aan hem toe.
Met hun hele ziel en zaligheid.
Hij is voor je als je in de problemen zit.

“God is voor ons een veilige schuilplaats,
een betrouwbare hulp in nood.”

En Hij is te vertrouwen. En niets kan je scheiden van zijn liefde.
Een betrouwbare hulp die bij je past.

Amen


online delen:

tag burcht vertrouwen vrede Hizkia

Meer preken uit Psalmen