Stilte Votum en groet ELB 433 God die alles maakte Wet (Didache 1) NLB 905:1,4 (wie zich door God alleen laat leiden) Gebed Kindermoment met Psalm 1 uit de BGT (Geeske + ppt) L: Joh 17:14-26 (Loes) Preek GKB 177 = HH479 = OTH 150:1-4 Heer u bent mijn leven (weg en waarheid) Geloofsbelijdenis Gebedspunten Gebed Collecte LLps 1:1-3 (Gelukkig is de man die niet bezwijkt) Zegen

Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Zin in een ijsje? – Duh, je kent me toch? ijsje
Voor sommige mensen is dat vragen naar de bekende weg.
Hou je van me? – Ja natuurlijk!
Waarom zou je dat vragen, dat weet je toch?

Vragen naar de bekende weg doe je soms,
omdat je het nodig hebt om te horen,
of omdat je een excuus nodig hebt, en je zoekt een medestander.
Het is ergens heel vertrouwd, heel veilig.
Want je weet het antwoord al. Ja natuurlijk!


Vandaag is het de 7e zondag van Pasen. zwart
En we luisteren mee naar dit gebed,
een intiem gesprek tussen Vader en Zoon.
Het is haast een beetje raar, om luistervink te spelen.
Maar zo zien we iets bijzonders, hoe Jezus en zijn Vader met elkaar omgaan.
Ook Jezus vraagt naar de bekende weg.

Alleen al het lezen van dit verhaal is vragen naar de bekende weg
omdat we hier nog voor Jezus’ lijden en sterven zitten,
en wij natuurlijk weten hoe het afloopt.
Een voorbeeldje, niet hier uit Johannes,
maar wel iets wat Jezus in die tijd ook bad:
“Vader, als u het wilt, neem dan deze beker van mij weg.” Lk.22:42
En wij weten, 7 weken later, natuurlijk hoe het is gegaan.
Die beker dronk hij wel, tot de laatste druppel.
Ook Jezus wist wel wat op die vraag het antwoord zou zijn.
Hij was al bekend met de weg die hij moest gaan.
“Laat niet wat ik wil, maar wat u wilt gebeuren.”
En toch was het veilig en vertrouwd genoeg om zijn vraag te durven stellen.

Maar dit is niet de enige manier waarop het gebed van Jezus,
vragen naar de bekende weg is.
Want als je goed naar de toon van Jezus luistert,
zit ook daar al iets in, dat hij iets vraagt, wat al is,
dat hij vraagt naar de bekende weg.

Kijk bijvoorbeeld in vers 17. Joh.17:17
Daar bidt Jezus: “heilig hen door de waarheid.”
En meteen daar achteraan, “uw woord is de waarheid.”
Als je die zinnen samenneemt, betekent het zoiets dat Jezus vraagt:
Vader, houd mijn leerlingen apart, houd ze schoon, heilig,
en doe dat door de waarheid, dat is, door uw Woord.
Gebruik het evangelie, om hen echt uniek en stralend te maken.
Maar daarvoor had Jezus gezegd: Joh.17:08
“Ik heb de woorden die ik van u ontvangen heb aan hen doorgegeven,
zij hebben ze aanvaard en nu weten ze echt dat ik van u gekomen ben,
en ze geloven dat u mij hebt gezonden.”

Jezus vraagt dus: Maak de leerlingen heilig, door de waarheid.
Maar die waarheid, Gods woord, die heeft Jezus met zijn leerlingen gedeeld,
en dat woord hebben ze aangenomen. Jezus’ missie was geslaagd.
Want hijzelf is het Woord. Hij heeft zich aan de leerlingen uitgedeeld,
en de leerlingen namen hem aan. Ze geloven hem op zijn Woord.
Jezus zegt dat ook even verderop: Joh 17:19
“Ik heb mij geheiligd omwille van hen,
zo zullen ook zij door de waarheid geheiligd zijn.”

En ergens anders zei Jezus tegen zijn leerlingen:
“Jullie zijn al rein door alles wat ik tegen jullie gezegd heb.” Joh. 15:3
Wat Jezus vraagt, heeft hij eigenlijk al zelf gedaan.

Nog een voorbeeldje waarin Jezus bidt, om wat er al is: Joh 17:20–22
Vers 20, daar bidt hij om eenheid tussen alle gelovigen.
Heel bijzonder, dat Jezus het daar niet over de leerlingen toen heeft.
Maar ook over jou en mij; “allen die door hun verkondiging in mij geloven.”
En dan vraagt Jezus: “Laat hen allen één zijn.”
Maar even verderop zegt Jezus al weer: vers 22
“Ik heb hen laten delen in de grootheid die u mij gegeven hebt,
opdat zij één zijn zoals wij.”

Het is een vurige wens van Jezus, dat alle gelovigen,
door alle tijden en plaatsen heen, verbonden zijn, in dat ene geloof,
die waarheid, het woord.
Maar Jezus heeft daar zelf al alles aan gedaan.
Ik heb hen laten delen in de grootheid, die u mij gegeven heeft.
En als Jezus er al zoiets mysterieus, zoiets machtig groots voor heeft gedaan,
dan is de uitkomst toch haast onvermijdelijk.
Jezus bidt dat de leerlingen de goede Weg gaan in de wereld,
dat we het Woord en de Waarheid kennen, hij bidt om het Leven.
Hij is het woord, de waarheid, het leven.
Hijzelf is de bekende Weg, waar hij om vraagt.

Het is de 7e zondag van Pasen, de opstanding.
Als we vandaag Jezus in Leven zien, zien we iets van de grootheid
die God aan Jezus gaf. Dat is verhoring van dat gebed.
Wat toen nog niet zo was, is wat Jezus bad in vers 24. Joh.17:24
Jezus bidt: “Vader u hebt hen aan mij geschonken.
Laat hen dan zijn waar ik ben, dan zullen zij de grootheid zien.”

Laat hen zijn waar ik ben.
Jezus wil ons heel dicht bij zich hebben.
Hij verlangt naar eenheid, nabijheid, diepe verbondenheid.
Het is nu net na hemelvaart;
laat dan even die woorden van Jezus’ gebed op je inwerken:
“Laat hen dan zijn waar ik ben.” Is dat nu zo?


Even tussendoor. We denken vaak aan alles wat God aan ons geeft, hè?
We krijgen liefde, hebben we ook nodig.
we krijgen genade, hebben we zeker nodig.
Maar dat is wel heel erg zelf gericht.
Wel eens bedacht dat ik en jij, een geschenk zijn,
dat Vader aan Jezus gegeven heeft?
Jezus dankt zijn vader hier, dat jij en ik, aan hem gegeven zijn.
Zou dat ook niet reden zijn, dat God er alles aan doet,
om jouw leven te vernieuwen?
Om je mooi te maken. Want je bent een kado, een geschenk,
van Vader, aan Jezus.
Dan zal hij je ook oppoetsen, zorgen dat je op je paasbest bent.
En Jezus is degene die daarom vraagt:
Laat hen zijn, waar ik ben.

Jezus wil ons leven optillen naar dat hemelse leven.
Niet omdat deze aarde slecht is, of deze schepping er niet toe doet.
Want Jezus bidt ook: Joh 17:15
“ik vraag niet of u hen uit de wereld weg wilt nemen.”
En dan moet je begrijpen wat Johannes met wereld bedoelt.
Dat is niet de aardbol, de schepping, waar we zo van kunnen genieten.
Maar meer een tegenkracht, de mensen die God niet willen.
Die niet gered willen worden. Die niets met God hebben.
Mensen die kiezen om te leven, niet volgens de waarheid,
die niet de weg willen gaan.
De vruchteloze dorre boom, waarvan de schilfers verwaaien in de wind.
Er zit een haat in die wereld.
Een spottende opmerking van een collega.
Een neerbuigende opmerking van een politicus.
De journalist die de sensatie zoekt en zich opwindt
over kerken, die onverantwoord omgaan met corona–maatregelen.
Je moet natuurlijk kunnen zeggen hoor,
als kerken onverantwoord bezig zijn,
maar soms proef je een gemene toon.
Die vijandschap, dat noemt Johannes ’wereld’.

Jezus beschermt ons niet tegen de wereld, tegen ellende.
Neem deze beker weg? Nee, juist, uw wil geschiede…
We moeten de confrontatie niet uit de weg, de wereld niet ontvluchten.
Net zoals Jezus ook deze wereld niet ontvluchtte. Joh 17:15–18
“Ik vraag niet of u hen uit de wereld weg wilt nemen,
maar of u hen wilt beschermen tegen de duivel.
Ze horen niet bij de wereld, zoals ik niet bij de wereld hoor.
Heilig hen dan door de waarheid. Uw woord is de waarheid.
Ik zend hen naar de wereld, zoals u mij naar de wereld hebt gezonden.”


Nu is Jezus dus al naar de hemel. Joh.17:24
En hij bidt: “Vader u hebt hen aan mij geschonken.
Laat hen dan zijn waar ik ben, dan zullen zij de grootheid zien.”

Maar daar zit dus precies een spanning.
Jezus is daar. En wij zijn hier op deze aarde.
Om te leven, te genieten, van Gods wereld.
Maar ook: we zijn gezonden, in een wereld die liever wegloopt
bij de weg van de waarheid.
Jezus zegt, dat we niet uit de wereld weg moeten,
maar tegelijk bidt hij: laat ze zijn waar ik ben.

En dat is waar het vanmorgen over gaat.
Want hoe hou je het uit, om hier te zijn, en ook daar?
Dat we hier leven, maar ons oog als het ware in de hemel hebben.
Dat we mentaal bij Jezus zijn.
En daar heb je geloofsogen voor nodig.
En het geheim is dat je bij alles wat je vraag, en verlangt,
dat je vraagt naar de bekende weg.
Dat je bidt, en dan bedenkt dat het eigenlijk al zo is.
Dat je vraagt om vergeving, want dat hebben we nodig, hier en nu.
Maar tegelijk ook weet dat je al vrede hebt, het volbracht is.
Dat je bidt om eenheid,
maar ook weet dat die eenheid niet zichtbaar is,
als wij onze neuzen dezelfde kant op hebben,
maar omdat we in Jezus allang verbonden zijn.
Dat kado, dat Vader samenstelde om aan zijn Zoon te geven
als een veelkleurig, een bont boeket.
Dat je vraagt om zegen, en tegelijk weet dat je al niets tekort komt.
Dat je vraagt om heiligheid.
En weet dat je in de hemel al smetteloos wit mag zijn.

Het is de wonderlijke manier waarop bidden in het koninkrijk werkt.
Jezus heeft dat eerder in zijn onderwijs ook al eens gezegd: Mk. 11:24
“Alles waarom jullie bidden en vragen,
geloof dat je het al ontvangen hebt, en je zult het krijgen.”

In de hemel is het al zo.
Vraag dus naar de bekende weg; in de hemel al zo ook aarde.


En dit is de bril waarmee we ook naar psalm 1 kijken. boom
Vragend naar de bekende weg, kun je denken:
nou ik stel ook niet zoveel voor.
Ja, gelukkig ben je niet omgaat met de wereld,
als je het kwaad niet opzoekt, als je niet zus of zo,
maar ben ik zo? Valt tegen. Ik val mezelf nogal eens tegen.
Maar hebben we dan geluisterd naar Jezus’ bidden?
“Laat hen zijn waar ik ben.”
Hebben we ons over de bekende weg,
naar Jezus’ hemelse nivo laten optillen?

Als je weet dat je verbonden bent aan Jezus,
je zijn woorden tot je neemt,
en laat doordringen dat hij echt alles heeft gedaan,
Dan ben je dus al die boom.
Als Jezus’ gebed verhoord is, dat wij zijn, waar hij is,
op zijn hemelse level, dan mag je dus ook zo kijken naar die boom.
Gelukkig ben je.
Want dan ben je al geplant aan levend water.

Je bent een boom, geplant. En dat zijn woorden die staan.
Dat wappert niet alle kanten op, je hoeft niet te rennen of te zwoegen,
nee, dat staat gewoon. Dat is zo.
En dan is dan echt niet statisch, of vastgeroest hoor.
Er is genoeg wat beweegt: het water dat stroomt, de wind die waait.
In het jaarthema over beweging is het goed op te merken,
dat de dingen die hier bewegen, juist de beelden voor God zijn.
Niet ons gezwoeg, maar God die het doet.
Het levende water, de wind van de Geest.
En ja, onze takken dansen en deinen mee.

In beweging zijn, is vooral ook, in beweging worden gebracht door God.
En als je dan soms denkt, nou, ik zou wel wat meer beweging willen zien,
hup, tempo, chop chop…
misschien is het dan goed om weer te leren bidden met Jezus.
En te weten wat er met geloofsogen te zien is. Wat al is.
Vragen naar de bekende weg. Toewerken naar de uitkomst die je al kent.
Alsof de clou van een spannend verhaal allang verklapt is.

Je bent een boom.
Op Gods tijd, zul je vrucht dragen.
De bladeren verdorren niet, je komt tot bloei.

En wat je voeding is?
Dat is putten uit de bron van levend water.
… waar je al aan geplant bent.
Dat is je heiligen door het de waarheid.
… die je verkondigd is, en die je al aangenomen hebt.
Dat is je vreugde vinden in de wet van de heer,
de woorden van leven,
en de waarheid over het woord van God.
Namelijk Jezus. En die waarheid is dat Jezus zegt:
“Jullie zijn al rein door alles wat ik tegen jullie gezegd heb.”

Gelukkig de mens, die vraagt naar de bekende Weg.
En gaandeweg ontdekt dat hij is gepland aan het levende water.
Een echte boom des levens.
En ben je toch nog bang voor dorheid, of valt de vrucht tegen?
Ook daarvoor is de weg je bekend.

Amen


online delen:

tag identiteit balans zonde en vergeving lijden boom Jaarthema In beweging

Meer preken uit Johannes