Votum en Groet PvN 42 Wet Gebed Lezen: Eze 34:1-16 Tekst: Joh 10:11-16 Kindmoment OTH 394 (OTHN 484) De Heer is mijn Herder, Hij is alles wat ik nodig heb Preek Dnps 95:3 (Kom in Gods huis en buig je neer) Bevestiging Ouderling (Formulier Tabernakelkerk) Geloofsbelijdenis Gebedspunten en Mededelingen KR Gebed Collecte Sela (God zal voor ons zorgen) (youtube) Zegen

Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Ubuntu.
Dit is een Afrikaans woord, een filosofie.
En het betekent zoiets als: Ik ben omdat wij zijn. Ubuntu.
En dat klinkt misschien een beetje vaag nog.
Je kan het zo zien:
Als je je verbonden weet, met een groep mensen,
dat jij en die anderen tot bloei komt.
Ik ben, ik kan bestaan, omdat ik onderdeel ben van een geheel,
omdat er anderen om mij heen staan en ik om hen.
Ubuntu: Ik ben, omdat wij zijn.
Dat het actueel is hoor je ook terug in het thema van de koningsspelen,
afgelopen vrijdag: ik plus jij is wij.
Daar zit ook iets van dat samen–gevoel in.

Aartsbisschop Desmond Tutu beschrijft het zo:
“Iemand met Ubuntu staat open voor anderen
is toegankelijk voor anderen, wijdt zich aan anderen,
voelt zich niet bedreigd door het kunnen van anderen
omdat hij of zij genoeg zelfvertrouwen put uit de wetenschap
dat hij of zij onderdeel is van een groter geheel
en krimpt ineen wanneer anderen worden vernederd
of wanneer anderen worden gemarteld of onderdrukt.”

Er zit iets in van medeleven. Meelijden als iemand pijn heeft.
Maar ook vertrouwen hebben dat er mensen om je heen staan.
En vanuit dat vertrouwen lukt het om je aan anderen te geven,
omdat anderen zich ook wel om jou zullen bekommeren.
Maar ook iets van zelfbewust je plaats innemen.
Als je iets ziet, je verantwoordelijkheid pakken.
Niet omdat het moet, maar omdat jij het kan.
Het is een levenshouding waar veel inzit.

Ik wil er nog 1 voorbeeld van geven.
En daarna uitleggen wat het met de bijbel te maken heeft
Eerst een voorbeeld dus en misschien ken je dit verhaal.

Er was eens een antropoloog.
Dat is iemand die onderzoek doet naar andere volken.
Ze was op bezoek bij een stam in het zuiden van Afrika.
En ze deed een experiment, een spel met een groep kinderen.
In een grote mand deed ze echt veel lekker fruit, snoep, kadotjes.
Van alles aan mooie spullen. Echt een mooie prijs om te winnen.
Die mand zette ze onder een boom.
Rond die boom trok ze een grote cirkel in het zand,
van 100 meter rondom die boom.
En toen riep ze alle kinderen, en ging ze de spelregels uitleggen.
Alle kinderen moesten ergens op die lijn staan
die ze in het zand had getrokken.
Iedereen even ver van de boom vandaan.
En als ze het startschot gaf, zou iedereen naar de boom toe rennen.
Wie er het eerste was, mocht de mand als prijs hebben.
Leuk wedstrijdje, hè? Wat zou jij doen?
Rennen, zo hard als je kan, toch?

Ze telde af, 3, 2, 1, go!
Wat er gebeurde was bijzonder.
Alle kinderen gaven elkaar een hand, en ze liepen samen
tegelijk naar de boom toe.
Zo won iedereen de prijs, die ze met elkaar deelden.

De antropoloog vond dit bijzonder, en ze vroeg:
Waarom renden jullie niet?
Iemand gaf als antwoord:
Ubuntu. Hoe kan een van ons blij zijn,
als al de anderen verdrietig zijn?
Ze voelden allemaal, dat ze zo verbonden waren.
Het belang van de groep is hoger dan eigenbelang.
Ik ben, omdat wij zijn.


Als het er toch eens zo aan toe ging in de kudde!
In onze dorpen, in onze landen.
Het lijkt wel het paradijs op aarde, vind je niet?
De verbazing van die antropoloog zegt veel
over hoe wij, westerlingen, in elkaar zitten.
We denken dat we heel wat zijn.
Met onze welvaart. Met al ons kapitaal en werklust.
Maar wij maken er vaak wel een wedstrijdje van,
competitie, jezelf op de markt zetten.
Want als jij niet wint, wint iemand anders van je.

Maar het houdt wel een spiegel voor, vind je niet?
Ik zou rennen. Ik doe m’n best.
En we leven zo makkelijk vanuit de gedachte
dat we onze ellebogen moeten gebruiken,
dat voor jezelf zorgen nodig is, omdat niemand anders dat doet.
Als je kijkt naar die slechte herders uit Ezechiël.
Wat ze denken is zo menselijk:
Dit is m’n baan. Maar als het te link word, dan moet ik om mezelf denken.
Als ik honger krijg, dan moet ik er maar eentje eten.
Logisch toch?
Nouja, een beetje wrang is het wel…
De herder die zou moeten verzorgen, wordt dan tegelijk de slager.
Al is dat niet eens een probleem hier.
Kijk maar naar een boer die koeien houdt voor het vlees,
ook die verzorgt de dieren echt wel met aandacht en liefde.
Het vlees wordt er zelfs beter van.
Het punt is dat de herders iets pakken wat niet van hen is.
Jezus noemt ze huurlingen.
De schapen zijn niet van hen, dus moeten ze er ook niet van gaan eten.
Het zijn huurlingen, ze hebben er dus ook geen hart voor,
ze zitten hun uren uit, en dat is het dan,
maar hebben geen zorg of liefde gegeven.


Vanmorgen wordt — bevestigd als ouderling.
Ouderlingen worden herders en opzieners genoemd.
Dus het is logisch om te kijken wat de bijbel over herders zegt.
Dat Johannes 10 op het leesrooster stond, komt dan prachtig uit.

Toen ik in de voorbereiding van deze dienst — vroeg
hoe ze daarin stond, schreef ze: “Ubuntu …
Kijkend naar mijn nieuwe ambt als ouderling,
realiseer ik me weer even extra dat ik onderdeel ben van een groep,
van een geheel. Onderdeel van de gemeenschap van Christus.
Zonder die gemeenschap, ben ik niet wie ik ben;
de gemeenschap bepaalt mijn zijn. En God bepaalt mijn zijn.
(…) Het maakt me blij om te zien
dat ik iets voor iemand kan betekenen. Maar niet alleen dat.
Het maakt me ook blij dat ik daarmee doe wat de Heer van mij vraagt. ”

Dat schreef ze. En je ziet het: Ik ben omdat wij zijn.
En ik vind het echt heel mooi hoe je eigenlijk zegt,
dat het je de ruimte geeft, het veilig voelt
om je tijd en gaven en liefde in te zetten.
Volgens mij zit daar een god–gegeven verlangen in.

Maar dat kan het ook meteen spannend worden.
Want soms verlangen we veel van de ander, of van onszelf.
We verwachten aandacht, dat we gezien worden,
dat er wat is voor de kinderen en voor de ouderen.
Dat het lekker informeel is, maar toch ook met diepgang.
Dat het divers is, maar toch ook een mooie eenheid.
Er wordt van al die herders verwacht
dat ze het schaap met 5 of 6 poten zijn.

Soms vallen menselijke herders ook tegen.
En het is goed om van te voren eerlijk te zeggen:
Ik kan niet al je verwachting waarmaken.
Dat kunnen de diakenen niet, de ouderlingen niet. Dat kan niemand.

Wij zijn niet de goede herder.
Misschien kun je van kerkenraadsleden ook beter niet zeggen
dat zij herder zijn, alsof de kerk van ons is, maar eerder een herdershond.
Trouw, aan ons baasje.
Want zomaar verandert: ik ben omdat wij zijn, in: ik ben opdat wij zijn.
Dan heb je jezelf nodig gemaakt. Dan kunnen we niet zonder je.
En doen we alsof wij de tent runnen…

Het is dan echt nodig te weten, dat Jezus de goede herder is.
Een goede herder geeft zijn leven voor de schapen.
Dat doe jij en ik niet, dat kunnen we niet, dat hoeft ook niet.
Jezus zegt: Ik ben de goede herder.
Ik incasseer wel al het ellebogenwerk
die als dolksteken in mijn rug waren.
Ik laat over me heen rennen, me vertrappen,
terwijl iedereen naar de boom rent
om voor zichzelf de hoofdprijs te winnen.
Maar ik ben de goede herder,
en deel met je de prijs die onder de levensboom klaarligt.
Geef me je hand, dan lopen we er samen naartoe.


Samen lopen… In beweging…
Misschien vind je dat als alle corona–beperkingen over zijn,
dat het hoog tijd is om in beweging te komen.
En een beetje afhankelijk van je karakter,
kun je zelf echt super–gemotiveerd zijn,
met allemaal ideeën komen, hup, schouders eronder!
Of misschien zit je er anders in:
Nou, de kerkenraad moest maar eens doorpakken.
– Tegen de eerste zou ik zeggen: pas op dat je niet opbrandt.
Het is niet, ik ben opdat wij zijn. Anderen kunnen je helpen.
– En tegen de tweede zou ik zeggen: kom je zelf in beweging?
Wat houdt je tegen om een goed idee, gewoon in het klein op te starten.
En appje: zullen eens per maand samenkomen voor een maaltijd?
Zullen we een keer een bijbelboek samen lezen?
Wil je een keer met me doorpraten over wat ik meemaak in m’n leven?
Wat houdt je tegen om in beweging te komen?

Denk aan het verhaal van de antropoloog.
Laten we samen gaan, elkaar de hand geven als dat weer mag,
en naar de prijs lopen, die onder de levensboom klaarligt.
Niet hijgerig rennen,
maar ook zeker niet stilzitten, tot dat de verantwoordelijken,
bij je langskomen om de kadotjes uit de mand naar je toe te brengen.
Maar dat is niet hoe het werkt in de kudde.

Het geheim zit in niet Afrikaanse wijsheid zelf,
maar in het feit dat Jezus de goede herder is.
Als Ubuntu iets zegt, is dat het veilig is om je in te spannen.
Dat je er niet kapot aangaat om jezelf te geven.
Omdat we met elkaar je steunen en rugdekking geven.
Als kerkenraadslid durf je je te geven,
niet slechts omdat iemand het maar moet doen,
maar omdat Jezus de goede herder is,
en dat het veilig maakt om je in te zetten.

Ik ben, omdat wij zijn. En in de kerk zeggen we ook:
Wij zijn, vanwege de Ik–Ben, vanwege de Goeder herder.
Hij vraagt dat we hem volgen, ouderlingen, niet–ouderlingen,
gewoon iedereen. Geef hem de hand, en kom in beweging.


Eerder noemde ik hoe Desmond Tutu Ubuntu beschreef.
“Iemand met Ubuntu voelt zich niet bedreigd door het kunnen van anderen
omdat hij of zij genoeg zelfvertrouwen put uit de wetenschap
dat hij of zij onderdeel is van een groter geheel.”

Dit is echt een diepe christelijke waarheid.

We geven onze gaven, je zet je in.
Maar je kunt zomaar denken: ja, maar dat kan iemand anders beter.
Iemand met Ubuntu voelt zich niet bedreigd, door iemand anders,
maar je mag weten dat je onderdeel bent van een groter geheel.
Je inbreng wordt gewaardeerd.

Maar dit geldt ook op een groter nivo.
We willen Jezus navolgen.
Onszelf geven, toegewijd zijn, liefhebben.
Zijn als Jezus, is dan haast een onmogelijke doel.
Intimiderend.
Maar iemand met Ubuntu voelt zich niet bedreigd,
door Gods grootheid of zijn volmaakte liefde.
Het is juist dat wat je opneemt in zijn grotere geheel.
Waar jij en ik je plek mag innemen.

Ik zeg net: We geloven in het grotere geheel van God.
We zijn opgenomen in de wereldwijde kerk.
Nóg een andere kudde heeft Jezus, en nóg een, en nóg een.
In deze corona–tijd kijk je misschien wel meer dan ooit rond.
En is het gras bij de buren vaak groener.
Maar laat ook al die kuddes, elk met hun eigenheden,
je niet bedreigd laten voelen.
Want ook als kerk mag je geloven, dat wij er mogen zijn.
Met onze eigenheid, eigenaardigheid, ons karakter.
Ook een kerk met Ubuntu voelt zich niet bedreigd,
maar weet dat we een kudde zijn.
En voor ons en voor de ander, is Jezus een goede herder.
En geeft ons allemaal van dat groene gras.


Jezus is de goede herder.
Hij zal je zoeken als je de weg kwijt bent.
Dragen als je niet meer kunt,
maar ook helpen om in beweging te zijn.
Achter hem aan.
Samen naar de levensboom. Amen


online delen:

tag herder schaap kudde ambt ouderlingen balans corona Desmond Tutu Jaarthema In beweging

Meer preken uit Johannes