KR komt de kerkzaal binnen. (Jaap gaat eerst beneden zitten) Zonder aankondiging: Intrada (Gijsbert en Bernard) Ondertussen: Aansteken kerstkaars (ovd) Welkom door Jaap Votum en groet Introfilmpje Kind op Zondag Stille Nacht Gebed The first Noel (door voorzangers) Lezen: Luc 2:1-20 GK 190:1-5 Maria was met Jozef - vers 1 (MV + Trb) - vers 2 (V) - vers 3 (M) - vers 4 (MV) - vers 5 (MV + Trb) Preek Meditatief moment Gijsbert en Bernard (Veni Veni) LB 481:1-3 (Hoor, de engelen zingen de eer) Gebed Mentimeter aankondigen code 48 29 93 4 Collecte Komt allen tezamen (Filmpje aangelevert door Jaap) Zegen Mentimeter in beeld, en paralel "Sela, Kerstnacht boven Bethlehem"}

Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Hij zat in zijn werkruimte: Publius Sulpicius Quirinius.
Later zou hij gouverneur worden,
maar was nu al bezig met het hoofdpijn–dossier Syrië.
Een moeilijk gebied. Opstandige mensen.
En de vorige heerser had er een potje van gemaakt.

In opdracht van de keizer probeerde hij de mensen eronder te krijgen.
Om de belasting voor Rome goed te regelen liet hij alle mensen registreren.
Dat is de volkstelling die we hier in Lucas lezen.
Dat tellen is natuurlijk ook een beetje om je goed te voelen.
Zoals jij misschien je knikkers, of voetbalplaatjes,
of andere verzameling telt, om je goed te voelen.
Yes, allemaal van mij!
Maar het is ook handig. Om je zaakje op orde te hebben.
Echt, het waren handige jongens, die Romeinen. Romeinen

Dus Quirinius houdt een persconferentie: Ga op reis.
Ga naar de stad waar je familie vandaan komt.
En dan schrijft een Romein dat op.
Die stuurt het naar een andere Romein
die alle steden van de provincie bij elkaar optelt.
En al die cijfers worden in Rome verzameld.
Nouja, zo iets stel ik me voor.
Dat zoiets wordt afgekondigd is natuurlijk wereldnieuws.


Ander wereldnieuws,
en met nog een man in zijn werkruimte: Mark Rutte, foto Rutte
Niet omdat hij zo nodig de baas wilde spelen,
of zich goed wilde voelen.
Maar omdat hij een bericht had voor alle mensen in Nederland.
Ga juist niet naar de stad, ga juist niet reizen.

Rutte werkte trouwens niet thuis.
We zagen zijn werkplek.
En daardoor voelde ik ook iets van hoe belangrijk dat was.
Ook hij had een lastig publiek.
Opstandige mensen floten hem uit.


Maar wat is eigenlijk de werkplek van God? hemel
Je kan zeggen dat God in de hemel zijn kantoor heeft.
Onze Vader, in de hemel
Maar als Jezus wordt geboren,
dan werkt hij dus niet vanuit zijn vaderlijk huis.
Hij verhuist.
Via de buik van Maria, komt hij hier binnen:
in onze wereld, in ons bestaan.
Hij komt bij ons thuis–werken.
Maakt hier zijn huis, hij hoort bij ons.
Jezus hoort bij de mensen. God hoort nu bij de mensen.
Hij komt spelen in ons team.
En hij wordt daarvoor niet uitgefloten,
maar juist bejubeld door een mega engelenleger.

Nouja, zeg ik dat goed?
Wie krijgen die engelen te horen?
Niet de hoge heren in hun werkkamers.
Dat Jezus is geboren, dát is pas wereldnieuws,
maar Quirinius en Augustus krijgen het niet te horen.
Ze worden alleen maar gebruikt om het verhaal te dateren,
ze spelen maar een bijrol.

De engel gaat naar de herders. herder
Zoals wij zeg maar neerkijken op viruswappies,
zo keken ze vroeger neer op de herders.
Geen fijne mensen.
Maar juist díe zoekt de engel op.
Juist zij mogen het horen en doorvertellen.


Maar bekijk het ook van de andere kant. zwart
Van de kant van Jozef en Maria.
Zij doen dus keurig wat moet van de Romeinen.
Ze hebben moeite om een plekje te vinden.
En dan komen ze ergens terecht. Het is niet bepaald hun thuis.
En het is zeker geen fijne werk–ruimte. – Ik zeg werkruimte,
want reken maar: Een kindje krijgen is echt hard werken.
Een achteraf stalletje wordt de verloskamer van de wereld.
Dat is pas Wereldnieuws.

Maar zouden Jozef en Maria dat meteen gemerkt hebben?
Ze hadden dromen gehad, ze hadden engelen gezien,
maar toen het kindje geboren was, was er toen iets,
dat ze zouden zeggen: Ja, dit is de redder?
Er stonden geen schijnwerpers op,
er hing geen aureooltje om zijn hoofd,
of fladderende engeltjes.
Maar gewoon, net zoals alle pasgeborenen: een roze frommeltje,
onwennig omdat het in de buik zo goed en zo warm was,
huilen, gelukkig maar, want dan doen zijn longetjes het.
Zo gewoon als alle mensen geboren worden,
zo kwam Jezus hier.

Jozef en Maria konden het niet echt merken,
hoe bijzonder Jezus was.
Dat hij God zelf was. De eeuwige Zoon van God.
Dat was niet aan hem te zien.


Dus daar zitten ze dan, daar in die stal, die ruimte,
Met Jezus in een voerbak.
En je moet er in deze tijd van handen wassen, maar even niet denken,
hoe hygiënisch dat voor Jezus moet zijn geweest.
En ze hebben natuurlijk ook niet door
wat er in de velden van Efrata is gebeurt.
Maria heeft net de bevalling achter de rug, wordt er opeens aangeklopt.
Door vreemden. Herders die ze helemaal niet kennen.

< Klop klop klop >
Eh, hallo? Wie zijn jullie?
Daar staan onbekende mannen, zomaar midden in de nacht:
Ja, we zijn herders, we hebben engelen gezien,
en die zeiden dat hier de redder van de wereld is geboren?
Mogen we even binnenkomen?

Wat zal dat gek zijn geweest. Ongemakkelijk misschien wel.

Maar, het is een keten die wordt doorgegeven:
De engel vertelde het eerst aan de herders: stap1
“Jullie hoeven niet bang te zijn,
want ik breng jullie goed nieuws.
Het hele volk zal daar blij mee zijn.
Vandaag is jullie redder geboren: Christus, de Heer.”

En dan zoeken de herders dus het kindje op.
“Toen de herders het kind zagen, vertelden ze wat de engel over hem gezegd had.”
De herders zeggen dus tegen Maria: stap2
Ook jij hoeft niet bang te zijn,
we brengen goed nieuws, en het hele volk zal hier blij mee zijn.
Want vandaag is onze redder geboren: Christus, de Heer.
Dat mooie roze frommeltje is niet zomaar iemand.
Dat baby’tje wat je daar hebt, dat is de Messias!

Dat zal best wel een beetje raar zijn geweest.
Moet je die wappies nou geloven?
Maria denkt hier later nog veel over na.


Ik denk dat het zo belangrijk is om elkaar te vertellen wat je gelooft.
Om elkaar mee te nemen.
Zoals die herders, die ook niet stil blijven zitten;
die het wereldnieuws, het beste nieuws,
niet alleen voor kennisgeving aannemen,
maar ze gaan op pad, ze vertellen het door.
“Kom, we gaan naar Betlehem, laten we gaan kijken.”
En juist dán ervaren ze in de praktijk dat het echt waar is.
Dat staat ook in het laatste vers, hè? Als ze klaar zijn:
“De herders gingen terug naar hun schapen.
Ze eerden God en dankten hem voor alles wat ze gezien en gehoord hadden.
Want alles was precies zoals de engel gezegd had.”

Juist doordat ze in beweging kwamen werden ze bevestigd.
Het is echt waar.

En het was ook goed voor Jozef en Maria.
Ook zij werden bevestigd, het is echt waar,
die onbekenden, die onwaarschijnlijke boodschappers waren betrouwbaar.
Het is waar. En dat zijn woorden om te bewaren in je hart.
Om over na te blijven denken.

Maria heeft dit later doorvertelt aan Lucas, stap3
en Lucas heeft het weer doorgegeven aan ons. stap4
Juist doordat het zo wordt doorgegeven,
en het voor iedereen bevestigend werkt,
zingt iedereen op zijn of haar manier,
een ere zij God. Ere zij God
De Engelen loven God in hun zingen,
de Herder eren God in gaan en geloven,
Maria eert God in haar denken,
Lucas eert God in zijn schrijven,
en wij.


Wij vieren nu kerst, op zo’n andere manier dan anders.
Kaler, eenzamer, met ook wel zorgen om wat komt.
Maar ook je huiskamer in lockdown, de zorgen om ziekte,
de eettafel die niet zo vol is als wil,
ook dat is de wereld waarin Jezus thuis wilde zijn.
Ook waar je nu bent wil hij komen thuiswerken.

Zo onwaarschijnlijk als de weg is,
waarmee dit wereldnieuws de wereld binnenkomt,
juist in het doorgeven kun je ervaren dat het echt is,
tot eer van God.

Hij kwam op aarde, en komt weer,
zodat hij niet alleen God–met–ons is,
maar ook zodat wij, thuis zijn, bij hem.
Amen


online delen:

tag engel herder Maria (moeder) incarnatie keten (traditie) Jaarthema In beweging

Meer preken uit Lucas