Stilte Votum Groet HH 707: 1,2,refrein,3,ref (Kom als je honger hebt of dorst, schrijvers voor gerechtigheid) Gebed Wet LL Ps 32:1-4 (Geluk is dat je fouten zijn vergeven) KBC Lezen Lc 14:7-11 NLB 990:1-3 (De laatsten worden de eersten) 1Kor 1:18-31 Preek Avondmaal (zelf lezen Lc 14:12-15, en 17b) Gebed NLB 400:1-5 (Voordat ik kan ontvangen) (ondertussen tafel klaarmaken) Woorden bij brood en wijn/nodiging Gaande viering PS 103:1,4 (Zegen mijn ziel, de grote naam) Gebedspunten KR (ondertussen komen kinderen terug van KBC!) Gebed Kinderlied: OTH 500 (Heer in de hemel, koning over alles) Opw 770 (Ik zal er zijn) Zegen en danish amen

Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,

God draait alles om.
De eerste worden de laatste,
de mensen waar je op neerkeek,
krijgen een voorname plaats in het koninkrijk.
Tegen degene die bescheiden z’n plekje zoekt,
zegt Jezus: “Kom toch dichterbij!”
Wie zichzelf verhoogt zal vernederd worden,
en wie zichzelf vernedert zal verhoogd worden.
Alles gaat over de kop.
Alsof je in een soort omgekeerde wereld leeft.

God werkt vaak met dit soort tegenstellingen.
wie arm is wordt rijk gezegend, wie honger en dorst heeft krijgen genoeg.
“In mijn zwakheid ben ik sterk.” 2Cor.12:10
En Paulus doet in het stuk wat we net lazen, hetzelfde
met wijsheid en dwaasheid.
“Heeft God de wijsheid van de wereld niet in dwaasheid veranderd?”

Wat is dan dat dwaze verhaal van God, die omgekeerde wereld?
Zijn zoon, zijn liefste, word verstoten.
Zijn hoge rang legt hij af, om een knecht te worden.
Hij die heilig is, werd vervloekt.
De eerste werd de laatste.
En waarom? Zodat jij en ik, als we onheilig zijn, daarvan wordt bevrijd,
als je je leven voelt falen, als je merk hoe makkelijk je langs God leeft,
en je doel mist, hoe je dan door hem weer, op Hem gericht wordt.
Ik was niet–heilig, zondig en gebroken,
maar God maakt me heel en weer goed. En de laatste werd de eerste.

Zo doorbreekt God de machtsverhoudingen van mensen hier.
Voordat Jezus kwam had Maria daar al over gezongen:Lk.01:52–53
“heersers stoot hij van hun troon
en wie gering is geeft hij aanzien.
Wie honger heeft overlaadt hij met gaven,
maar rijken stuurt hij weg met lege handen.”

Ergens is het toch een dwaas verhaal, dat God dat zomaar voor je doet?
Dat je zijn liefde krijgt, zonder dat je er iets voor hoeft te doen?
Dat hij overwint, door te verliezen.
En hij die stierf, leeft.
In geloof zit iets wat absurd is:
“De boodschap over het kruis is dwaasheid.”
Alles gaat over de kop. God draait echt alles om.


Ook wat ik belangrijk vindt
Paulus schrijft hier aan een gemeente in de Griekse cultuur.
Met al hun filosofen, en wijsheid, en spreekvaardigheids-skills.
Dat vonden ze heel belangrijk.
Een filosoof had aanzien. Mensen keken tegen je op
als je goed onder woorden kon brengen wat je vond.
En wilde je slagen, als spreker, als advocaat, als wat dan ook,
dan moest je verhaal helder en logisch,
maar ook overtuigend en met gevoel kunnen brengen.

Maar al die wijsheid, zegt Paulus, die krachtpatserij met woorden,
gooit God overboord.
Een verhaal, waarin je eigen slimheid, of jouw systeem
of welsprekendheid je redt, dat is het namelijk ook niet.

Paulus vertelt daarom hoe hij zich voelde toen hij bij hen kwam.
Hij zegt daar even verderop dit van: 1Kor.02:01–3
“toen ik bij u kwam om u het geheim van God te verkondigen,
beschikte ook ik niet over uitzonderlijke welsprekendheid of wijsheid.
Ik had besloten u geen andere kennis te brengen dan die over Jezus Christus
– de gekruisigde. Bovendien kwam ik bij u
in al mijn zwakheid en was ik angstig en onzeker.”

Paulus komt niet met mooie speeches.
De bijbel staat dan ook vol met stotterende, verlegen mensen,
die op een Griekse retorica–school meteen zouden zakken.
Maar God draait om wat Grieken belangrijk vonden.

Dat is echt niet, omdat God niet zoveel om die Griekse cultuur gaf.
God doet dat met alles. Hetzelfde zegt Paulus over zijn eigen volksgenoten.
Joden toen, vonden de kracht van God heel belangrijk.
O, wil je me overtuigen? laat maar zien dan!
Met welk gezag spreek je hier? vragen de Farizeeën een keer.
Laat een teken zien!
En later: Kom van het kruis af. Dan zullen we je geloven.
Ze wilden power! Wonderen.
Het was zo vermoeiend voor Jezus, dat de Joden achter hem aan liepen,
voor de show, het spektakel.
En er waren plaatsen waar Jezus gewoon weigerde.
Als je perse een wonder wil,
dan is het dat de almachtige zijn zwak voor mensen liet zien.
En stierf, stel je voor, de God van leven, stierf!
En dan niet als held, maar als boef, als schurk, als loser.
God draait om wat Joden belangrijk vonden.

En ik? Wat vinden wij belangrijk vandaag?
Ik denk dat we authenticiteit belangrijk vinden.
Dat iemand echt is en eerlijk.
Je bent zo vol van het goede nieuws van God,
je proeft dat het echt is, als iemand enthousiast vertelt,
als het spontaan is, en vrij. Dan pas is het echt.
Zou God dat ook kunnen omkeren?

Dat is een kant, van hoe ik denk dat we kunnen zijn.
Maar ergens zijn er ook nuchtere Hollanders, hè?
En zit je aan de andere kant.
Hou je van rust; doe maar normaal, dan doe je gek genoeg.
Hou je ervan als de boel ordelijk verloopt, of als alles duidelijk is.
Vind je het belangrijk dat je geloof gedegen onderbouwd is.
Maar ook daar geldt deze vraag: Zou God dat ook kunnen omkeren?

Paulus vat het zo samen:
“De Joden vragen om wonderen en de Grieken zoeken wijsheid,
maar wij verkondigen een gekruisigde Christus,
voor Joden aanstootgevend en voor heidenen dwaas.”

Maar God draait alles om.
Ook wat ik belangrijk vindt.


Zodat ik belangrijk vind wat God vindt
Want dat is het doel. Dat ik weer op God afgestemd raak.
Niet afga op wat ik denk, of voel of doe,
maar wat God wil, voelt en doet.

Dat stuit ook wel tegen de borst.
Want neem die tekst die Paulus hier citeert: (Jes. 29:14)
“Ik zal de wijsheid van de wijzen vernietigen,
het verstand van de verstandigen zal ik tenietdoen”
Oh, is dat zo?
Nu lijkt het net alsof je God niet mag dienen, met je verstand.

Maar dit betekent echt niet dat God tegen Griekse wijsheid is,
natuurlijk niet. Hij heeft onze hersenen gemaakt, dus gebruik ze gerust.
En dat betekent ook niet dat God tegen een verlangen is,
naar wonderen en kracht. Hij doet wonderen, echt wel.
Maar niet op afroep, zoals Joden in Jezus’ tijd van hem verwachtte.
En het betekent ook niet dat God alleen maar van enthousiaste mensen is,
dat geloof pas echt is, als het spontaan is.
Of dat het pas eerbiedig is als het ordelijk verloopt.
Het betekent dat alles beperkt is.
Dat God zich niet laat vangen in mijn verwachtingen.

Prima als je God wil liefhebben met je verstand,
maar er komt een moment, dat ik er niet bij kom.
Want mijn brein is begrenst.
En we moeten niet doen, alsof je eerst allemaal concepten moet snappen,
voordat je geloven kan. Het gaat niet om wijsheid.
In de kern in geloof heel simpel. Ieder kind kan het snappen.

Kijk naar het avondmaal: ik moet eten, want anders ga ik dood.
Als dit brood iets van Jezus laat zien,
dan zeg ik dus: dat ik Jezus in me moet hebben.
Ik heb hem broodnodig. Anders ga ik dood.
Zo simpel is het. Heb je geen bijzondere wijsheid voor nodig.
Ik eet het op, en ga zo meteen naar de wc.
Want ja, m’n lichaam maakt ook afvalstoffen aan,
en daar moet ik van af.
Dat wat brood was, beland uiteindelijk in het riool. Weg ermee.
Dat is wat ik mijn afval, met m’n fouten moet doen.
Doorspoelen, weg. Precies wat we zongen met psalm 32:
“Geluk is dat je fouten zijn vergeven, je zonde weg, bedekt voor heel het leven.”
Ergens is het zo simpel.
“God heeft wat dwaas is uitgekozen om de wijzen te beschamen”
En God wil dat je dat ziet en begrijpt.

Wij kijken vaak met de belangen van anderen.
Wat zou mijn niet–gelovende collega aanspreken?
Hoe kan ik dit absurde verhaal aan mn kinderen verkopen?
En dat lijken me hele belangrijke vragen.
Maar Paulus zegt dat je het verhaal van God er niet kunt opsluiten.
Test maar bij jezelf of de vorm belangrijker is geworden dan de inhoud.

Daarom gaat alles over de kop. Ben je van nature enthousiast,
leer dan om God te ontmoeten in de stilte, de saaiheid.
Ben je van nature kalm en ingetogen?
Leer dan ook om voor God uit je dak te gaan. Om echt feest te vieren.
Om de diepe vreugde te ervaren die Jezus’ verlossing veroorzaakt.

Ik zit te denken aan de manier waarop we avondmaal vieren.
Ik weet met m’n hoofd ontzettend dat het een feest is.
Zou moeten zijn. Maar ervaar ik dat ook zo?
Een blokje wit casino, en een slokje zoete wijn,
is nou niet echt mijn beeld van een feestmaal.
Heeft God hier wat in de wereld saai is,
uitgekozen om wat ik feestelijk vind te beschamen?
Ik hoop dat je er zo meteen iets proeft, hoe geniaal het van God is.
Briljant eenvoudig.

God draait alles om, ook wat ik belangrijk vind,
Zodat ik belangrijk vind wat God vindt.


… en alles draait om God
Hij laat zich niet opsluiten in de Griekse cultuur,
of in de Joodse verwachting van wondertekenen.
God laat zich niet beperken door mijn karakter–aanleg.
Hij laat juist zien, dat hij in alle die verschillende vormen,
onnoembaar aanwezig kan zijn:

In vreugde en in verdriet.
In zegen en in gebrokenheid.
In het hoofd, in het hart, en het werk van je handen,
In gevoel en verstand.
In enthousiasme en in gewoonheid.
In uitbundigheid en in de stilte.
Overal is God.

Dan ontdek je dat God groter is,
dan wat je van nature zou zien, of wat jou voorkeur is.
Dat is een feest hoor, als je ziet dat God nog weer groter is!
Maar dan zie je ook dat er ruimte ontstaat voor een ander.
God spreekt ook die ander aan,
op een manier die misschien niet past bij jou,
maar wel bij die ander.

Paulus was voor de Joden een jood, en voor de Grieken een griek.
Hij vond het niet erg om wijsheid en retorica te gebruiken,
of om machtige wonderen te doen in Jezus’ naam.
Maar hij schaamde zich ook niet voor dit dwaze verhaal.
Uiteindelijk gaat het om de inhoud.
En maakt hij er zelfs een punt van, om in kwetsbaarheid te komen.
Zodat niet hij, of ik, maar zodat Christus zichtbaar wordt.

God schept ruimte, zodat de ander wordt gediend.
En we ons gezamelijk in de Heer beroemen.
God draait alles om.
Zodat alles draait om God. Amen


online delen:

tag balans wijsheid gevoel en verstand accomodatie

Meer preken uit 1 Korintiërs