Stilte Votum en groet HH 707:1-3 (Kom, als je honger hebt of dorst, Met open armen) Gebed Opw 687 Heer, wijs mij uw weg Wet Kinderen gr 1-4 naar KBC Jz 3:6-17 Ps 78:5 (Toen onze vaderen in Egypte waren) Jz 4:1-11 Ps 78:2 (Laat ons wat onze vaderen vertelden) Preek over Jz 4:1-11 ELB.351 Machtig God, sterke Rots Gebed Collecte Kinderlied: ELB.455 Kijk daar; een metselaar NLB 898: 1 en 2 (Een vaste burcht is onze God) Zegen en Danish amen

Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Als je na een lange reis weer thuiskomt, wat doe je dan?
Tas af gooien en op de bank of in je eigen stoel ploffen.
Of naar je eigen kamer, waar het ruikt naar thuis.
Toen ik kind was, en nog steeds,
als we terugkwamen na een vakantie,
was een van de eerste dingen die ik deed,
dat ik meteen achter de piano kroop.
Ik had die plek gemist.
En nu ik thuiswas, ging ik daar weer zitten. Lekker spelen.
Het was dan mijn plekje; het teken dat ik weer thuis was.

Misschien heb je ook zo’n plek in je huis.
Een plek die van jou is,
waar je naar toe gaat om te voelen dat je er weer bent.
Een plek waar je herinneringen hebt liggen,
een souvenir, een foto.


De stenen die het volk Israël neerzet,
zijn ook zulke plekken. Nouja, later zouden ze het worden.
Voor dat grensverleggend moment in Israëls geschiedenis.
Een monument, een herinnering, een teken.
Je markeert je territorium, je plant er een vlag.

Het was een lange reis geweest; 40 jaar had het volk rondgetrokken.
Onder leiding van Mozes, waren ze uit Egypte gekomen.
Maar Mozes is inmiddels gestorven.
Nu, onder leiding van Jozua, mogen ze het land innemen
dat God, aan Abraham, Izaak en Jakob beloofd had.
Het rook er nog niet naar thuis,
ze hadden er nog geen vertrouwd plekje,
maar dat zou het vanzelf worden.
Dit was nu hun nieuwe honk, hun eigen plek.

God wil zijn volk toen, en ons nu,
een plek geven waar je thuis bent.
Ruimte om te leven, een land dat overstroomt.
En als je zo uit Jozua leest, doet God dat op een bijzondere manier.
Als God iets geven wil, is hij voor je, en achter je.
De ark van God voorop. God gaat vooruit.
En het water, net als 40 jaar geleden
toen ze door de Rode Zee trokken,
het water aan de ene kant stroomt weg,
en aan de andere blijft staan, als een dam.
Wie is hij toch, dat zelfs het water hem gehoorzaamt? Mar.4:41

Het wonder wordt gemarkeerd. 12 stenen
gedragen door 12 mannen, uit elke stam 1.
Het moment wordt vastgelegd voor het nageslacht.
Zo had God het gezegd.


Maar dan gebeurt er iets boeiends.
Iets dat God niet had geboden:
Jozua doet hetzelfde. Ook hij gaat met 12 stenen zeulen.
En terwijl daar de priesters met hun sandalen
midden in de wonderlijk droge Jordaan staan,
doet Jozua het nog eens dunnetjes over.
Aan de voeten van de ark, legt hij stenen neer.

Dit vind ik mooi aan de persoon van Jozua.
Want hij verwijst heel vaak op een bijzondere manier naar Jezus.
Niet alleen is de naam precies hetzelfde.
Jozua is degene, onder wiens leiding,
Israël het beloofde land binnen gaat.
Jezus is degene die ons binnen brengt in het koninkrijk van de hemel.
God had zijn wet aan Mozes gegeven,
maar het is niet onze gehoorzaamheid aan de wet,
hoe we in het beloofde land,
in het koninkrijk van God komen.
We komen er via Jezus.

En nu gaat het om die stenen.
Het was een opdracht van God aan het volk.
De 12 stammen doen dat.
Maar ook Jozua, neemt de gehoorzaamheid van het volk over.
En net zo is Jezus de vervulling van de wet.
Aan de voet van de ark, legt Jezus, gehoorzaamheid neer.
Dat is zijn grensverleggende monument.
Als God iets geven wil, is hij voor je, en achter je.
God gaat voorop, in de ark,
Jozua doet het achteraf,
zoals ook Jezus, achter je is.


Dit is volgens mij het monument waar wij over met elkaar moeten praten.
Maar hebben we echt tekens die daarbij helpen?

Wij lopen niet langs de Jordaan, zien die stapel stenen
en maken dan een praatje over God grote daden.
Dat is wel waar die tekens voor bedoeld zijn:
God snapt dat het zo werkt.
“Wanneer uw kinderen later zullen vragen wat die stenen betekenen,
dan moet u ze vertellen dat het water van de Jordaan werd tegengehouden
door de aanwezigheid van de ark van het verbond met de HEER.
Vertel ze dat toen de ark de Jordaan in ging het water werd afgesneden
en dat deze stenen daarvan voor Israël een eeuwig gedenkteken zijn.”

Maar ik doe dat niet; ons leven kabbelt door.
Ja, het is soms een stroomversnelling.
De stenen worden glad, en het glipt je bijna door de handen.
En waar we wel en makkelijker over praten,
dat zijn de struikelstenen, de dingen waar je niet blij mee bent.
Praat je makkelijker over de kleine daden van mensen,
dan over de grote daden van God.
Heb jij, heb ik, in mijn leven, aanknopingspunten,
om aan anderen, je kinderen, te vertellen over God?

Soms wel, soms heb je specifieke tekens:
een spreuk op een kaart, voor op de koelkast of op de wc,
een lied, een foto, die je herinneren, bemoedigen.
En die je ook opzoekt, als je weer thuis moet komen, bij God.
Die je helpen om het vast te houden. Maar lukt dat altijd?

Toen ik studeerde in Kampen, was er iemand,
en hij had slingers in zijn kamer opgehangen.
Van die feestvlaggetjes voor een verjaardag.
Ik vroeg: waarom?
Hij wilde eraan herinnert worden,
dat het leven met God een feest was, dat hij bevrijdt was.
Ik denk dat het er jaren gehangen heeft.
De eerste week vond ik het mooi.
Maar zal eerlijk zeggen dat ik het na een paar maand
vooral onrustig vond.
En een mooie bijbel–tekst op de muur wordt ook vanzelf achtergrondruis.

Zo heb ik zitten denken, of deze tekst nu echt zegt,
dat ook wij zulke tekens moeten maken.
Moet jij, en u, en ik, moet een ieder voor zich
een monument in je eigen leven maken, om houvast te hebben,
een kapstok, om je kinderen te kunnen vertellen,
over de grote daden van God?


Maar wat me dan opvalt in deze tekst,
is dat niet iedereen een steentje bijdraagt.
Het is juist niet ieder voor zich,
het zijn er maar 12, die elk namens hun stam
een steen inmetselen in het monument.
Het is een groepsgebeuren.
Je mag leunen op de bijdrage van een ander.
Ja, het hele volk steekt over, het beloofde land in,
en iedereen spreekt over het monument.
Maar dat monument hoeft niet iedereen zelf in elkaar te klussen.

Hebben wij als kerk ook een gezamenlijk symbool?
En kun je daar als ouder ook trots over aan je kind vertellen?
Hebben we tekenen waarop je leunen kan?

Dit is wel een spannende vraag.
Want ik zie gebeuren dat een stuk gemeenschapszin minder is.
Dat er minder gedeelde geloofsbeleving is.
Vroeger hadden onze kerken onderling een stuk meer gelijkheid,
en dus ook herkenning bij elkaar.
Dat gaf een thuis–gevoel, waar je ook was.
Als je er de liederen kent, als de ruimte vertrouwd is.
Soms lijkt het wel alsof onze stenen,
dat wat ons vroeger samenbond, vervallen zijn.
En daardoor voel je je niet meer thuis.


Maar God wil zijn volk toen, en ons nu,
een plek geven waar je thuis bent.
En hij brengt je er zelf naar toe.
Daarom gaat God zelf voorop, dat zie je in de ark,
“Ga met de ark van het verbond voor het volk uit” (Jz 3:6)
“Dan kunt u zien welke weg u moet volgen,
want u bent hier nooit eerder geweest.”
(Jz 3:4b)

Je zal thuiskomen, soms pas na een lange reis.
Maar hij geeft je gelegenheid om die momenten te markeren en te vieren.
Hang dus vooral vlaggen op, als je dat helpt om dicht bij God te leven.
Plak je koelkast vol met bijbel–teksten.
Een christelijk beeld als schermachtergrond,
een schilderij of een beeldje, dat je aandacht weer op God richt,
of je zoekt je ouwe doopkaart op die ligt te verstoffen op zolder.
Bedenk wat voor je werkt, dat kan ik niet voor je invullen.
Maar vergeet daarbij niet dat het een groepsgebeuren is.
Dat monument hoeft niet iedereen zelf in elkaar te klussen.
Je mag ook leunen op elkaar.

Degene op wie je het meest mag leunen is onze Jozua.
Jezus, die de ongeboden de gehoorzaamheid van het volk overdoet.
Die, als onze stenen en tekens van houvast uit elkaar vallen,
zelf een vaste rots blijkt te zijn.
Hij doet het na ons, achteraf, als een dragend beeld.
En legt zijn gehoorzaamheid aan de voet van de ark,
hij offert gehoorzaamheid, in Gods aanwezigheid.

Daar ben je thuis, zo wordt je omarmt:
God gaat voorop. En Jezus is direct achter je.
Hij maakt een teken, een steen waar je je aan kan vasthouden.
Op zijn stenen stapel is een kruis geplant.
Dat is het teken waar wij over met elkaar moeten praten.
Daar maakt hij de verbinding tussen jou en het beloofde land,
maar ook tussen jou en alle volksgenoten.

Ik moest denken aan woorden
die we bij onze start als verbindingskerk, hebben geschreven.
“Rondom het kruis van Jezus zijn we verbonden met Hem en met elkaar”
(Ze staan ook op een van de borden)
Het kruis:
Dat is het monument waar we het over moeten hebben,
waarover ik spreken wil met mijn kinderen.
Blijf zoeken naar wat we gemeenschappelijk hebben.
Dan help je ook een ander om thuis te zijn, binnen dit volk.


Deze tekens, of dat nu het kruis is,
waarom heen wij als gemeente samenkomen,
of een symbool dat op jouw levensreis met God van betekenis is,
vanaf welk moment ga je eigenlijk je overwinningen met God vieren?
Wat in je leven is geschikt om te markeren?

We zijn geneigd om pas iets te vieren als iets klaar is.
Je geeft een feestje als je bent afgestudeerd,
dan als je net bent begonnen.
En een verjaardag die we vieren,
heeft het nummer van het afgelopen jaar, niet van het komende.
Misschien denk je dat belijdenis doen iets is, als je volleerd bent.
We markeren vaker wat klaar is.

Maar vanmorgen zegt de tekst,
dat we het moment vieren van het begin.
Er is nog bijna niets gebeurt.
Ze zijn letterlijk, nog maar net de grens overgestoken.
Het land is nog helemaal niet van hen.
Ja, ze hebben het wonder gezien, het water dat stopt.
Die herinnering willen ze vasthouden en doorvertellen.
Maar na die hele lange reis, was het volk er nog niet thuis.
Het rook er nog niet vertrouwd.
En ze konden niet relaxed op de bank ploffen.
De andere volken moesten er eerst uit.
De 12 stammen zullen eerst Jericho moeten verslaan,
dan Ai, en dan al die anderen steden.
En toch moeten ze al wel markeren: dit is een belangrijk moment.
Ook al is de buit nog niet binnen,
zet toch maar een monument, een grenssteen, neer:
Hier staken we over, het beloofde land in.

Maar dan is het dus genoeg om het begin te vieren.
En om te vertrouwen dat God voorop gaat,
en Jezus achter je is,
die in gehoorzaamheid je back–up is,
de achtervanger, de dragende steen waarop je steunen kan.

Rondom het kruis van Jezus zijn we verbonden met Hem en met elkaar

Amen


online delen:

tag kerk gemeenschap eenheid ervaren

Meer preken uit Jozua