Welkom en Stilte Votum van Sela (Hemelhoog 495) GK 121:1,2,4,8 (God die was en is en komt) aansl. gebed Filmpje 2 Sef 3:14-20 (lector) Jes 52:7-10 BGT (lector) Opw 25 Laat ons met elkander Kinderen naar KBC Preek over Sef 3:14-20 Tijdens de preek lezen we een keer Sef 1:2-18 (lector) NLB 158a:1,2 (God zij geloofd uit alle macht) Wet Ps Levensliederen 32:1-2 (Geluk is dat je fouten zijn vergeven) Kinderen komen terug kinderlied: Als Je Veel Van Iemand Houdt filmpje 3 Verzamelen gebedspunten - ouderling - diaken - anderen? Gebed Be thou my vision: 1,2,5 (mel opw520) (1: Be thou my Vision; 2: Be thou my Wisdom; 5: High King of Heaven) Zegen Danish Amen

Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Kun je op commando juichen?
Je hebt van die ouwe sit–coms:
je hoort het publiek na een grap omslachtig lachen.
Het geluid is opgenomen op een band. geluid
Oorspronkelijk hebben tv–makers dit onder hun beeld–materiaal geplakt,
om het oude gevoel van het theater na te bootsen.
Live publiek reageerde op een meelevende manier,
en toen mensen de overstap maakte naar TV, wilde ze dat gevoel oproepen.
Alsof je kijkt, met een hele zaal.

Er is ook onderzoek naar gedaan.
Als je het geluid hoort van gelach,
dan gaat haast vanzelf je gezicht een beetje meelachen.
En ook het omgekeerde geldt,
als je een serie kijkt, waar ze zo’n lach–band onder hebben gezet,
en je haalt dat geluid van lachen weg, dan wordt de scene super kaal,
duister zelfs, het krijgt een serieuze en dreigende ondertoon.

Ik weet niet wat jij vind van zo’n lach–band, maar ik hou er niet zo van.
Het komt zo onecht over, zo geforceerd.
Live publiek, dat reageert op een meelevende manier.
Maar meelevendheid namaken, emoties faken,
dat is niet authentiek. Dus op commando lachen? Nee.


Is dat wat Sefanja hier zegt?
“Jubel, vrouwe Sion, zing van vreugde, Israël,
juich met heel je hart, vrouwe Jeruzalem!”

En de bijbel doet dat best wel veel vaker, dat het je een opdracht geeft,
oproept en je meeneemt in een bepaalde emotie:
“Inwoners van Jeruzalem, juich allemaal!” Jes.52:9 BGT en NBV
“Breek uit in gejubel, ruïnes van Jeruzalem,
want de HEER troost zijn volk, hij koopt Jeruzalem vrij.”

Je kunt op verschillende manieren naar deze oproep kijken.
Soms neem je de aansporing ter harte, en lukt het,
dan bedenk je weer hoe goed God is, en ja, dan wordt je blij.
Alsof je het geluid hoort van gelach,
zodat haast vanzelf je gezicht een beetje moet lachen.
Je deelt in de vreugde die anderen in God ervaren. Dat motiveert.

Soms staat je hoofd er helemaal niet naar. Ben je niet in de stemming.
Je kan er ook op reageren, als op de lach–band.
Het gelach is nep, je voelt je gedwongen om blij te zijn,
en het lukt helemaal niet, het is onecht. Ik heb dit soms.
En wat moet je dan doen? Hoe kun je deze tekst je toch eigen maken?

Misschien is het eerste wel, om te bedenken dat we in het live publiek zitten.
Jij en ik zitten niet lui op de bank, bak popcorn op schoot,
te wachten, op het signaal om een gewenste emotie te uiten.
Nee, als het goed is, wil je het verhaal van God meemaken.
Ik moet me laten meenemen door het verhaal van God. Dan ontdek ik ook,
dat ik niet alleen maar in het publiek zit, die het live meemaakt,
maar dat ik zelf een personage ben, in de geschiedenis van het heil.
We zijn niet de hoofdpersonen, maar we zijn ook zeker geen randfiguren.
God heeft ons een rol gegeven. En ook jij staat in de tekst.
We zijn een karakter in de wereldgeschiedenis, in het plan van God.
Herken je je niet tussen de regels door?
Sefanja noemt de treurenden, nou, misschien ben jij dat;
degenen die op feestjes ontbreken, daar ben ik er soms een van.
De vernederden, de kreupelen, de verstrooiden, komt dat bekend voor?
En je wil het toch ook op jezelf betrekken als er staat:
“De HEER heeft het vonnis over jou tenietgedaan en je vijand verdreven.
De HEER, de koning van Israël, is in je midden,
je hebt geen kwaad meer te vrezen.”

Ik zeg dat nu wel, maar, dit heb je misschien al wel zo vaak gehoord.
Vrij–gesproken van een vonnis. Voel je dat zo?
Deze plottwist heb je zo vaak gezien, het is niet meer spannend.
Het lijkt alsof het uitgewerkt raakt.
Ja ja, ik weet wel dat God komt, dat er vrede komt.
Na ellende komt verlossing, en na het oordeel komt vrijspraak.
Grote woorden, maar gaat het daarmee over jou?

Toch is dit wel iets om te beseffen, denk ik.
Want als het vonnis niet over jou gaat, waarom zou je dan blij zijn?
Als jij niet de bevrijding ervaart die Jezus geven wil,
hoe kun je hem daar dan voor danken?
Ik wil je dus meenemen en laten zien dat wij in de tekst zitten,
en daarvoor moet ik een stukje van de context van deze profeet geven.

Want de verzen die we nu lezen die zijn heel mooi.
Ik denk dat dit de meest bekende verzen zijn
uit deze kleine bundel van Sefanja,
maar daar doen we hem niet helemaal recht mee.


Dus even iets over Sefanja. koning Hizkia+nageslacht
Hij stelt zich voor als een achter–achterkleinzoon van Hizkia. Sef 1:1
“Dit zijn de woorden die de HEER richtte tot Sefanja,
de zoon van Kusi, de zoon van Gedalja, de zoon van Amarja, de zoon van Hizkia”

En het is aannemelijk dat het daar over de bekende Koning gaat.
Sefanja profeteerde “toen koning Josia, de zoon van Amon, in Juda regeerde.” En de Judeeërs toen wisten dat die Amon, de zoon was van Koning Manasse,
en die was de troonopvolger van Hizkia.

Dus vanaf Hizkia lopen twee takken.
Een familie die de koning levert,
maar ook het stamboompje van Sefanja.
Hij heeft ver weg prinsenbloed, en is nu door God geroepen,
om in de tijd van zijn verre achterneef, koning Josia te profeteren.

En wat zegt hij dan?Sef 1:2–18
We lezen nu Sefanja 1, vanaf vers 2

Alles zal ik van de aardbodem wegvagen – spreekt de HEER.
Mens en dier zal ik wegvagen. Ik zal de vogels aan de hemel wegvagen en de vissen in de zee, alles wat de zondaars ten val heeft gebracht. En ik laat de mensen van de aardbodem verdwijnen – spreekt de HEER. Ik zal mijn hand naar Juda en de inwoners van Jeruzalem uitstrekken. Daar zal ik de Baäls, de afgodendienaars en de priesters vernietigen. Ik zal wegvagen wie op het dak knielt voor het sterrenleger aan de hemel, wie knielt voor de HEER en trouw aan hem zweert, maar tegelijk ook aan Milkom. Ik zal vernietigen wie de > HEER de rug toekeert, hem niet zoekt en hem niet raadpleegt.

Wees stil voor God, de HEER, de dag van de HEER is nabij!
De HEER zal een offermaaltijd houden
en zijn genodigden heiligen.
Op de dag van die maaltijd
zal ik de leiders en de koningszonen straffen,
en al wie zich hult in uitheemse kledij.
Op die dag zal ik straffen wie over de drempel springt,
wie het huis van zijn heer vult met geweld en bedrog.
Op die dag – spreekt de HEER –
klinkt er geschreeuw uit de Vispoort,
gehuil uit de nieuwe stad,
en heerst er verslagenheid in de heuvels.
Huil, bewoners van de Vijzelbuurt:
de handelaars zijn omgekomen,
de geldwegers zijn uitgeroeid.
Dan doorzoek ik Jeruzalem met lampen,
straf ik hen die zich aan wijn te buiten gaan en denken:
De HEER doet geen goed en geen kwaad.
Hun bezittingen worden buitgemaakt,
hun huizen verwoest.
Ze zullen huizen bouwen maar er niet in wonen,
wijngaarden planten maar de wijn niet drinken.
De grote dag van de HEER is nabij,
hij is nabij en komt zeer snel.
Hoor! De dag van de HEER!
Zelfs de dappersten schreeuwen het uit!
Die dag zal een dag zijn van razernij,
een dag van angst en benauwdheid,
een dag van rampspoed en onheil,
een dag van duisternis en donkerheid,
een dag van dreigende, donkere wolken,
een dag van hoorngeschal en krijgsgeschreeuw
tegen de vestingsteden en hun hoge torens.

Ik zal de mensen angst aanjagen,
ze zullen rondlopen als blinden,
want ze hebben tegen de HEER gezondigd.
Hun bloed wordt vergoten als was het maar stof,
hun vlees zal tot straatvuil vergaan.
Goud noch zilver kan hen redden
als de toorn van de HEER hen treft,
als het vuur van zijn woede de aarde verteert
en hij al haar bewoners een gruwelijk einde bereidt.

Poeh, dit geen komedie. Dit is heftige taal.
Deze Sefanja, die uiteindelijk zeggen mag:
“Jubel, vrouwe Sion, zing van vreugde, Israël,
juich met heel je hart, vrouwe Jeruzalem!”

hij begint met: “Alles zal ik van de aardbodem wegvagen.”

Als je toeschouwer bent, met popcorn op de bank,
dan denk je dat het leuke apocalyptische film is,
maar dit is niet een actiefilm,
dit zegt God over mijn wereld: “Alles zal ik wegvagen.”
De aardbodem, waarvan ook jij een stukje tuin hebt,
de vogels die daar in de kou hopen een bolletje vogelvoer te vinden.
Wham, God veegt het aan de kant,
alsof hij met zijn arm een rommelig bureau schoonveegt.
Mens en dier, met huid en haar.
Als je gewelddadig bent, als je oneerlijk met geld omgaat.
Er waren toen mensen die over de drempel heen sprongen.
Ze durfden dat niet aan te raken,
omdat ze dachten dat daar boze geesten in zaten.
Nu lachen we daar misschien om,
zo’n simpele vorm van bijgeloof,
maar God maakt zich daar druk om.

Gaat dit over mij? Over jou?
Ik denk dat Sefanja het in elk geval op zichzelf betrok.
“Op die dag zal ik de leiders en de koningszonen straffen.”
Hij voelde dat, als verre nakomeling van Hizkia.

Gaat het over jou?
Of heb je te vaak gehoord, en denk je: het zal wel loslopen.
In onze onverschilligheid, denk je makkelijk dat God ook onverschillig is.
In Sefanja’s tijd waren er mensen die zeiden:
“De HEER doet geen goed en geen kwaad”
Hij reageert niet op onze wereld, het kan h’m niet schelen,
hij is niet betrokken. Hij hoort niet als we bidden en hij doet niets.
“De HEER doet geen goed en geen kwaad”
Maar dat is zo onwaar! En God kan het niet hebben
als mensen denken dat hij onverschillig is.
Alsof het hem koud laat, wanneer het hier is zo kapot is.
Alsof hij de grote toeschouwer is, die apathisch op de bank hangt,
die niet lacht en niet huilt.

Pas als het tot je door dringt, dat Gods oordeel echt is,
en dat ook jij en ik, daar een eerlijk portie van zouden verdienen;
pas als je durft te zeggen dat het terecht is,
als je weggevaagd zou worden,
dan pas ervaar de die ontzettende opluchting, dat God dat niet doet.
Dat hij iemand anders van zijn bureau heeft weggevaagd,
aan het kruis gesmeten.

Want dat is het mooie wat Sefanja mag vertellen.
“De HEER heeft het vonnis over jou tenietgedaan en je vijand verdreven.
De HEER, de koning van Israël, is in je midden, je hebt geen kwaad meer te vrezen.”

Kun je je dat voorstellen, in je verdriet, in je gebroken gezondheid?
Geen kwaad meer te vrezen? Zelfs als je midden in de ziekenboeg zit.
Ja, ook dan wil je koning bij je zijn, in je midden.
Zoals Jezus in ons midden is gekomen om te lijden.
Hij weet het, hij onderging het, en hij zal al het kwaad verdrijven.
Als je je verbroken voelt, om je falen, je schuld,
of je je tekort voelt schieten, in de manier hoe je kinderen opvoedt.
Hij weet het, hij onderging het, en hij zal al het kwaad verdrijven.
Het vonnis is teniet gedaan.
Dus: “Wees niet bang! Laat de moed niet zinken!
De HEER, je God, zal in je midden zijn, hij is de held die je bevrijdt.”

Als je dat meemaakt is de oproep om te juichen helemaal niet nodig,
dan ben je al zo dankbaar, zo opgelucht en gelukkig.
Dan juich je niet omdat het moet, maar is het echt.
En nu zit hier een hele zaal, een heel publiek. En het is voor jou,
en voor je buurman en buurvrouw, en voor jou als je thuis meeluistert.
God wil in je midden zijn. Hij wil voor jou het kwaad verdrijven.
Geloof je dat? Wil je daarom juichen?


Maar nu het leukste. Kijk in vers 17, daar wordt het omgekeerd.
Niet perse ons gevoel om God, maar Gods emoties om jou.
“De HEER, je God, zal in je midden zijn, hij is de held die je bevrijdt.
Hij zal vol blijdschap zijn, verheugd over jou,
in zijn liefde zal hij zwijgen, in zijn vreugde zal hij over je jubelen.”

Dat stukje in zijn liefde zal hij zwijgen is moeilijk te vertalen,
want het woord wat er staat betekend meestal wat anders.
Nouja. Je kan je voorstellen je sprakeloos wordt van zoveel liefde,
maar uit de stukjes erom heen is duidelijk dat God vol van vreugde is.
Laat dat eens op je inwerken:
Dat hij verheugd is over jou, dat hij vreugdevol jubelt.

En dat in ons midden. God is dichtbij, en hij kan blij zijn.
Wow! dan is er echt iets gebeurt.
Laten we dan elkaar oproepen om te jubelen, om God te eren,
te prijzen: Jubel Heerde, eer hem Epe en zing van vreugde Veessen!
Niet om blij te zijn op commando,
maar omdat hij het kwaad verdrijft en onze tranen zal afwissen.
Omdat we ervaren en omdat we weten waarvan hij ons redt.
Hij heeft zijn vonnis teniet gedaan.
Daar zijn we niet de toeschouwer van, maar dat ging over ons.
Maar bovenal: Wij zien hoe God verheugd is over jou.
Jij bent mijn zoon, mijn dochter; ik kom bij je,
en in jou vindt ik vreugde.
In zijn vreugde zal God over jou jubelen.

Laat dat de lach–band zijn, die je aansteekt.
Lach mee, wees blij met God, over jou.
En als er een traan is, dan niet van schuld, maar van pure vreugde.

Amen


online delen:

tag oordeel bevrijding vreugde zonde en vergeving ervaren

Meer preken uit Sefanja