Welkom Stilte Als Votum: ELB 32 (Ik hef mijn ogen op naar de bergen) Groet PsLL: 146:1,4 (Prijs de HEER je hele leven!) Gebed PsLL: 146:5 Wet als belofte Kinderlied: Ja is Ja, nee is nee, beloofd is beloofd (op Gitaar) Kinderen naar bijbelclub Hand 6:1-7 Gen 2:8-25 PsLL: 146:3 Preek over Hand 6:2 ELB213=Opw378 Ik wil hou van harte dienen (kinderen komen terug) Bevestiging Diakenen (Formulier niet gebeamd) Vragen, ja, knielen, zegen Vraag aan de gemeente, ja Lied: Breek ons voorzichtig Gebedspunten KR en diaconie Gebed Collecte Lied: Zal ik het anders even voor je doen? Ps 90: 1 uit NLB (Gij zijt geweest, o Heer, en Gij zult wezen) en vers 8 uit DNPsB (Laat ons, uw volk, in de nabije jaren) Zegen Danish Amen

Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,

“Heeft u hulp nodig?” foto
Vorige week zag ik een oud echtpaar uit de Dorpsstraat komen.
Beide liepen heel langzaam, heel voorzichtig,
over de hobbelige steentjes, de weg liep iets af.
Hij schuifelde met z’n rollator en was op weg naar de auto.
Het gootje langs de weg, dat het regenwater moet afvoeren,
maakte het erg lastig voor de rollator.
Een wiel zat scheef, en de oude man inmiddels ook.
Hij probeerde op de rollator te gaan zitten,
en ik dacht, dat gaat niet goed. “Heeft u hulp nodig?”
Nee, nee, mompelde de man, daar is de auto, het gaat wel.
Ze kwamen bij hun auto aan,
en het was even moeilijk om in te stappen, maar het ging goed.

Hulp aannemen en waardigheid hebben met elkaar te maken. leeg
Wat is het belangrijk, als je niet zo veel meer kan,
dat je nog wel kunt doen wat je wel kan.
Daar haal je voldoening uit, een stukje eigenwaarde.
Dat is belangrijk als je merkt dat je achteruit gaat.
Dan wil je doen wat nog kan, want er is nog zo weinig van je over.

En als het dan wel tijd is, om hulp aan te nemen,
dan moet je soms echt iets van jezelf overwinnen, een stukje schaamte,
dan moet je een stukje zelfredzaamheid opgeven en zeggen:
Het lukt met niet. Dit gaat niet goed. Ik heb hulp nodig.


In de kerk is dit niet anders.
Als je iemand ergens tegenaan ziet lopen,
dan wil je een helpende hand aanbieden.
Maar is elke vorm van hulp, echt hulp die bij je past?
Ongevraagde adviezen zijn het ergste. hide the pain Harold
Want wat jou ooit heeft geholpen, helpt mij misschien niet.
En in onze onbeholpenheid, gaat het eerder over ons,
dan over degene die hulp nodig heeft.

Maar we weten zo vaak ook niet wat we zeggen moeten, toch?
Het is moeilijk om het verdriet van de ander in de ogen te zien.
Het liefst verbergen we de pijn.
Soms is het makkelijker om weg te lopen bij de pijn
of onze verlegenheid vol–kletsen met goed–bedoelde hulp,
maar dat is dan niet–passende hulp.
– Herken je dit, dat het lastig is?
Goed meeleven met iemand, echt luisteren,
omgaan met gebrokenheid, is moeilijk.

Dat is de ene kant. Nu de andere kant: leeg
Want als dit je eigen ervaring is,
dat iemand vraag hoe het is, en als je het ongewenste antwoord:
het gaat slecht, geeft, dat ze dan niet weten wat ze ermee moeten.
Durf je dan nog een keer je zo kwetsbaar op te stellen?
Durf je zo open en bloot te zeggen wat je pijn is, waar de nood zit?
Of gaat het onderhuids zitten broeden.
Hou je het voor je, en blijf je eigenlijk alleen met je nood?

Hierover gaat het vanmorgen, als we kijken naar het verhaal
van Handelingen 6, waarin de kerk helpers krijgt.
En ik wil dat verbinden aan het verhaal van man en vrouw,
die ook gemaakt zijn om elkaar tot hulp te zijn.
Zo leren we iets over de kerk, over onszelf, maar uiteindelijk ook iets
over wie God is, en hoe we dat kunnen terugzien, in onze relaties.


De apostelen zeggen:“Het is niet goed niet goed
dat wij de zorg dragen voor de gemeenschappelijke maaltijden,
want daardoor verwaarlozen we de verkondiging van Gods woord.”

Het is niet goed.

Eigenlijk vind ik dat best wel schokkende woorden om te horen.
In een kerk waar ze zo dicht op Jezus’ onderwijs zitten, kerk
waar de Geest net is uitgestort –
Je zou denken dat als het ergens wél goed gaat, dan is het daar.
Die vroege, jonge, groeiende bruisende kerk, waar ze alles delen.
Ik heb er een paradijselijk beeld van.
Maar Petrus en de anderen zeggen: Help, dit is niet goed.

Ik vind het schokkend, omdat ik ook denk: hé Petrus, voeten
bedoel je nu echt dat je te min bent om zorg te dragen voor maaltijden?
Kun jij niet wat liefdedienst doen? Wat is er aan de hand?

En ik vind het schokkend, omdat er blijkbaar groepjes zijn, groep
mensen worden onbewust verschillend behandeld.
Het lukt de kerk om de ene groep wel te betrekken, maar de andere niet.
En dan is het ook best wel ontnuchterend om te zien,
dat in die jonge kerk, vers overgoten door de Heilige Geest,
dat daar ontevredenheid is, gemor en gemopper…
Ook dit is de kerk.
En dat is niet goed.

Over die achtergestelde Griekstalige weduwen, leeg
en de verzorging van de gemeenschappelijke maaltijden,
is een boel te zeggen.
Je kan de tekst zo uitleggen dat deze Griekse vrouwen hulp nodig hebben,
of juist graag willen geven, maar dat ze vergeten worden in het inplannen.
Ik zelf denk dat laatste, maar dat is voor nu even niet belangrijk.
Waar het om gaat is dat de apostelen aangeven:
Er gaat iets mis. Deze taak loopt niet goed,
maar wij kunnen dat echt niet doen, want onze focus is het Woord.
We moeten preken. We moeten vertellen.
Dat mogen we niet verwaarlozen.

Zie je hoe gedurfd het eigenlijk is om te zeggen:
Ja, dat is belangrijk. Maar het is niet goed als wij dat doen,
want we hebben nog iets anders wat ook belangrijk is, preken
wat zelfs onze kerntaak is. En die moeten we niet verwaarlozen.
Ik zelf, als predikant, herken dit, die spanning.
Het is niet altijd makkelijk om nee te zeggen,
tegen iets wat wel belangrijk is.
En ik denk dat iedereen wel het gevoel herkent ballen
dat je allemaal ballen hoog moet houden, in alle rollen die je hebt.
In je roeping als kind van je ouders, als ze mantelzorg nodig hebben.
In je roeping als partner, voor wie je er wil zijn in goede en kwade dagen.
In je roeping als ouder, om je kind voor te gaan en geloof voor te leven.
In je werk waar je graag voldoening in vindt,
In je zorg om gezond te zijn, of te blijven of te worden,
om voor je ziel te zorgen en je te kunnen ontspannen,
om voor je geest te zorgen en je geloof te voeden.

Dat zal allemaal dingen die super belangrijk zijn. leeg
Allemaal taken die belangrijk zijn,
en maar zo heb je het gevoel dat je overvraagd kan worden.

En ook dat is in de kerk niet anders.
Want het is allemaal belangrijk: brood
omzien naar – en inzetten van die weduwen.
Zorgen dat daar een gedekte tafel staat
waar Christus herdacht wordt tot hij weer–komt.
Het is belangrijk dat er mensen bezocht worden.
Dat niet alleen brood gedeeld wordt, maar we ook onszelf delen
en er wordt omgezien naar elkaar, naar mensen die eenzaam zijn.
Maar dat los je niet op met een bezoekje.
Daar is duurzame aandacht, echte liefde voor nodig, trouw.
Maar dat kunnen we niet alleen!

Als je als ouderling zegt:
het is belangrijk dat we vergaderen en dat de kerk bestuurd wordt,
maar ik kom nu niet aan m’n bezoeken toe,
durf dan te zeggen: dat is niet goed.
Als je als diaken zegt: het is belangrijk om mijn roosters te maken,
maar nu verwaarloos ik mijn gezin en kinderen,
durf dan te zeggen: dat is ook niet goed.

O wat ben ik blij dat er mensen zijn die helpen, roosters
diaconaal wijkassistenten, kosters, planners en roostermakers,
stoelenzetters, chauffeurs, bloemschikkers, koffiezetters,
muzikanten, lectoren, beamers, mensen die de liturgie rondfietsen.
Wie actief zijn bij al het kinder– en jeugdwerk,
van de crèche tot de open–huis avonden. En alles daar tussenin.
En nu vergeet ik vast nog een boel.
Als dat allemaal van enkelingen wordt verwacht, dat is niet goed.


Het gemor van mensen, volgens mij is dat ook niet goed. leeg
Dat is niet zoals het hoort in de kerk.
Maar ik vind het dan zo mooi, dat je daar geen lelijk woord over hoort.
In het verhaal in Handelingen lukt het de leiders van de kerk
om daar doorheen te luisteren.
En volgens mij mag je dat ook verwachten van leiders.
Ze zeggen niet: hé, je mag niet mopperen, of: het is niet goed om te klagen.
Nee, daar hoor je ze niet over, ze erkennen eerlijk wat er is,
en willen dat rechtdoen.

Als de apostelen zeggen: het is niet goed,
dan erkennen ze allereerst de beperktheid van onze energie.
We kunnen maar op een plek tegelijk zijn.
Ze erkennen ook dat er fouten gemaakt kunnen worden,
en dat er niet verzaakt moet worden.
Eerlijk toegeven: dat iets niet goed is,
is de enige manier om dat gemor en gemopper recht te doen.
Joh, je hebt gelijk. Het is niet goed als je alleen bent.

Maar het antwoord is niet, dan ga ik dat voor je doen.
Nee, het antwoord is, we zoeken mensen die gaan helpen.
Wat ben ik blij dat we wijkteams hebben,
mensen die helpen met bezoeken.
Zo kunnen we in de kerkenraad op elkaar terugvallen,
we zijn elkaar tot hulp, hulp die bij ons past.
Je doet de liefde van wijkassistenten
en de gaven die de Geest ze heeft gegeven echt te kort,
als je denkt dat zo’n bezoek minder waard zou zijn,
dan dat van een dominee.

Handelingen 6 laat zien dat er van alles aan belangrijk werk is,
dat dat mensen alleen niet lukt.
Maar dat God zelf hulp geeft, van binnen uit.

Het zit al in de gemeente:
Mensen die vol zijn van de Geest, die goed bekend staan,
eerlijke mensen, waar je wat aan hebt. Zoals [naam].
Maar dit geldt voor wel meer mensen hier toch?
Ik bedoel: want wie staat er hier dan slecht bekend?
Wie heeft de Geest nog niet ontvangen?


Dat de hulp die God geeft er al vanaf het begin al in zit,
vind ik zo mooi. En het is een lijn die je in de bijbel vaker vindt.
Dat hij van binnenuit helpt, dat zit ook in het verhaal van Genesis.

Als God de wereld maakt, en deze schepping vult,
dan kijkt hij er naar. En zie, het was zeer goed.
Oh ja? Gen 2:18
“God, de HEER, dacht: Het is niet goed dat de mens alleen is,
ik zal een helper voor hem maken die bij hem past.”

Voor God kon rusten, zag hij dat er iets nog niet af was.
Het is niet goed, diezelfde woorden.
Het is nog niet goed zo…

Adam is nog niet compleet, hij heeft hulp nodig.
Om mens te zijn, heeft hij hulp nodig.
En God levert dan maatwerk.
Een rib groeit uit tot een ruggengraat,
God omkleedt dat met een prachtig lichaam,
mooier nog dan dat van Adam.
De rib die bescherming bood aan het hart, en aan de adem,
krijgt nu zelf body.
God schept hulp, die van binnenuit komt.

En Adam; hij is helemaal dolgelukkig met zijn vrouw, Gen 2:23
en hij zingt: “Eindelijk een gelijk aan mij,
mijn eigen gebeente, mijn eigen vlees.”

Want het is niet goed als een mens alleen is, als hij een helper mist.
Adam voelt zich nu eindelijk compleet. Samen zijn ze mens.
Ze voelen zich thuis bij elkaar, met een maatje, een gelijke.
Iemand die op dezelfde golflengte zit.
En ze schaamden zich voor elkaar niet.


Ik verlang zo naar een kerk waar het paradijselijk is. tuin
Maar misschien is dat al zo.
Probeer de kerk te zien als de tuin van God,
waar we met hem mogen wandelen. Hier is het veilig.
Hier mag je je open en bloot geven.
Eerlijk met elkaar delen wat we verwachten, wat we verlangen.
Hier hoef je niet te verbergen waar je pijn zit.
Hier hoeven we ons niet te schamen.
Toch vinden we dat moeilijk, zeggen: het is niet goed.
Alsof we liever alleen blijven met ons verdriet.

Maar vergeet dan alsjeblieft niet,
dat Petrus in de Geestvervulde kerk zegt: dit is niet goed.
Of dat God in het paradijs zegt, het is niet goed.
En vergeet dan ook niet dat God hulp geeft, hulp die bij je past.
Hulp waar je van buiten zinnen raakt, waar je van gaat zingen.
Want je bent er niet voor gemaakt om een taak alleen te doen,
Het is niet goed dat een mens alleen voor de tuin zorgt.
Het is niet goed als je in de kerk al het werk op enkelingen laat neerkomen.
Het is niet goed als je in je eentje dat gevecht aangaat,
of als je alleen bent.

Schaam jij je, als je niet aan je taken toekomt?
Als je in de kerk het gevoel hebt dat het je teveel is?
In de tuin van God hoeft dat niet,
want met liefde geeft hij hulp die bij je past.
Het is niet goed als je het alleen moet doen.

Schaam jij je, als je om hulp moet vragen?
Als je het moet loslaten, uit handen geven,
en afhankelijk zijn van een ander?
In de tuin van God hoeft dat niet,
want met liefde geeft hij hulp die bij je past.
Het is niet goed als je het alleen moet doen.

We zien iets van het paradijs terug,
als we ons voor onze zwakten niet meer schamen.


De laatste stap. Want het gaat om dat we elkaar helpen,
en het gaat over de kerk.
En die noemen we ook wel de bruid van Christus.

Paulus zegt ergens dat dit verhaal van Genesis, dat God Eva maakt,
ook een verhaal is van Jezus en de kerk.
Moet je je eens voorstellen dat Jezus dit van ons, als zijn bruid zingt?
“Eindelijk een gelijk aan mij,
mijn eigen gebeente, mijn eigen vlees.”

Zo blij is Jezus met jou, als jij iemand helpt,
dan zitten we op dezelfde golflengte.
Dan zijn we net zo vol liefde, net zo offervaardig, als Jezus.
Zoals Eva uit Adam is genomen,
en zoals de helpers in de kerk, al in de gemeente zaten,
zo is het goed om te weten dat onze hulpvaardigheid,
ook uit God komt. Dat kunnen we niet zelf.

Maar gelukkig hebben we de meest liefdevolle God,
die ons zijn zoon Jezus heeft gestuurd, om ons te helpen,
en die ons nog steeds vult met zijn heilige Geest.
Jezus en de kerk, en ze schaamden zich voor elkaar niet. Amen


online delen:

tag ambt gemeenschap kerk eenzaamheid schaamte meeleven onderling pastoraat balans paradijs naakt eerlijk Eva

Meer preken uit Handelingen van de Apostelen