Votum en Groet Ps 29: 1, 2 Wet Ps 85:1, 4 Gebed T: Joh 20:19-23 (KBC) Preek Opw 58, vrede zij u (= GK 64) Gebed Collecte Ps 133: 1-3 Zegen

Geliefde gemeente van Jezus onze Heer.

Doei! Zeg je dat vaak?
Het woord is zo gewoon, maar als je bedenkt waar het vandaankomt.
Eigenlijk is het een mooie wens, een goede manier om afscheid te nemen.
Het woord Doei, komt van de Franse afscheidsgroet a Dieu: Ga met God.
Maar iets wat zo groot is, en wat je zovaak gebruikt,
je vergeet soms gewoon wat het betekent.

Shaloom!
Dat is wat ze in Israel zeggen. We vertalen het meestal met vrede,
maar het is een woord dat nog meer lading heeft.
Het betekent ook zoiets als: ik wens je het beste.
Dat het je goed mag gaan. Zowel geestelijk maar ook materieel.
Welvaart en voorspoed.
Want dat is wat gaat bloeien als er vrede is.
Shaloom, is de wens om alles wat goed is.
Maar iets wat zo groot is, en wat zovaak wordt gebruikt,
ik denk dat het voor de gemiddelde Israeliet
lang niet altijd zoveel betekenis meer had.

– Maar dan komt Jezus met de deur in huis vallen.
Terwijl de leerlingen de deur juist hadden afgesloten.
Ze hadden namelijk geen vrede met de Joden, maar waren bang.
Opeens staat Jezus in hun midden:
Sjaloom, ik wens jullie vrede!
Eigenlijk staat er: vrede voor jullie.
Hij laat zijn handen zien, en zijn zij,
En nog eens zei Jezus: Vrede voor jullie.

Johannes schrijft het zo op,
en daaraan kun je zien dat Hij meer bedoelt dan een alledaags hoi of doei.
Een woord als Shaloom werd elke dag gebruikt,
maar doordat Jezus het met zoveel nadruk zegt
tilt hij het op een hoger plan: Er is vrede, voor jou en voor mij.
Vanaf nu zit het fundamenteel goed.
Want alles wat er tussenzat, is weg.
Kijk maar naar mijn handen, naar de steek in mijn zij.
Jezus zegt het. Het is een eerste groet.
Zo ga je dus met elkaar om in het nieuwe verbond.
Vrede, het is de belofte van het nieuwe verbond.
De belofte die hij heeft waar gemaakt.
Kijk maar naar mijn handen, naar de steek in mijn zij.
Nu is er vrede, tussen jullie en God.


Maar toch, Jezus is overrompelend,
en als hij dat zegt kan het haast niet anders, of je schrikt toch even.
Want het gaat toch niet zomaar vanzelf, dat God ook jou genade aanbied?
Kijk maar naar zijn handen, en de steek in de zij.
En nu biedt hij vrede aan?
In Lukas staat dit verhaal ook opgeschreven,
en als Jezus binnenkomt zijn de leerlingen eerst bang,
ze schrikken van Jezus.
Want het past ook niet in mensenhoofden dat iemand die stierf,
drie dagen later er weer bij is.
Het is onwerkelijk. Ongrijpbaar, niet van deze wereld.
Het is beangstigend wat Jezus heeft gedaan.
Hij voerde een strijd die ik niet kon winnen.
Betaalde een prijs die wij niet konden opbrengen.
En biedt je nu een vrede aan, waarvan je niet wist dat je hem nodig had.

In het verslag van Johannes staat
dat de leerlingen blij waren Jezus weer te zien.
Maar als dit voor het eerst landt,
als Jezus opeens de angstvallig gesloten deuren binnendringt,
dan worden mensen niet direct blij.
Uit Lukas weten we, en ik denk dat dat ook onze eigen ervaring is,
dat vrede en vreugde met God, niet vanzelf komt.

We dragen allemaal een stuk onvrede mee.
Er wordt soms getrokken aan die diepe rust met God.
Want God heeft ons nu naar Hem toe getrokken,
we zitten nu in het kamp van de goeden.
Maar soms wil ik helemaal niet.
En dat maakt ons onrustig.
We hebben allemaal een strijd te voeren,
en dat kan lang niet altijd worden gedeeld,
we weten het ook niet altijd van elkaar.

Daarnaast bestaat er ook onrust en onvrede die verdeeld,
en de eenheid van de kerk kapot maakt.
Het verhaal in Johannes gaat hierna direct verder over Tomas.
Teleurgesteld, vol twijfel, nam hij niet de moeite
om bij de andere leerlingen te zijn.
Maar expres heb ik dat voor deze dienst niet willen lezen.

Want wat is het makkelijk om te wijzen naar een ander,
de twijfel bij een ander te zien,
neer te kijken op hem of haar, die even niet wil of kan meekomen.
Het ongeloof van Tomas, kun je gebruiken om je te verstoppen.
Maar ook wij, ook de 11 leerlingen die wel kwamen,
hebben het nodig dat Jezus zegt: je moet niet bang zijn.
Ook wij moeten de handen en de zij zien.
En onder ogen zien dat we Jezus’ belofte voor vrede nodig hebben.


Want we dragen allemaal wat mee,
wat het lastig maakt om Jezus’ vrede aan te nemen;
om het toe te passen in ons leven.
en om aan te nemen dat zijn onvoorwaardelijke overgave,
echt alles heeft goed gemaakt.

Soms zijn dat zorgen om mensen die je lief zijn.
De pijn en onmacht om gebroken relaties.
Je schrikt er van hoe rauw de wereld kan zijn.
Mensen die je hebben beschadigd.
Woorden die zijn gezegd, en misschien wel terug–genomen,
maar je hebt er gewoon geen vrede mee; het blijft steken.
Of je bent zo teleurgesteld over hoe anderen zich opstellen.
Je kunt het gewoon niet snappen.
Want je herkent het geloof wat voor jou zoveel waarde heeft,
niet bij anderen; je mist daarin verbondenheid.
Wat steekt dat dan, wat een pijn,
als het lichaam verdeeld is, verscheurd.

Of je draagt een schuldgevoel met je mee,
en het blijft maar drukken;
– ook dat kan een grote concurrent van vrede met God zijn.
Je weet en gelooft wel dat het goed zit,
toch knaagt er iets aan dat vaste vertrouwen,
het gevoel dat je veilig bent bij God.
Vrede met God, is vertrouwen op wat hij gedaan heeft.
Dat wat ik ook verkeerd zal doen, dat Hij dat echt vergeven wil.
Dat alle troep, alles wat schreef is, echt en voorgoed weg is.
Jezus wonden laten zien: het zit nu fundamenteel goed
tussen God en mij. Dat is vrede.
Dus geen hoogmoed, of denken dat nooit meer dingen verkeerd zullen gaan,
maar dat is vertrouwen, en je veilig weten bij de Heer.
Kijk maar naar zijn handen,
die je heus zullen opvangen, als we ongetwijfeld weer vallen.
– Als je dat gelooft, ja dan ken je de vrede.
Maar dat is moeilijk, (het gaat bij niemand vanzelf)
dan is het nodig dat Jezus het nog een keer zegt.
Vrede, voor jou.

Dit is meer dan een gevoel.
Vrede kun je natuurlijk wel voelen,
wat een heerlijke bevestiging van wat je gelooft, als je het wel ervaart.
Maar ook als je gevoel achterblijft bij wat je gelooft,
dan is vrede: ook geloven dat wel zo is.
Daarom wijst Jezus naar zijn handen en zijn zij.
Daar vind je de bevestiging die je nodig hebt.
Kijk maar naar mijn wonden.
Ik heb allang geleden aan jou zonden, schuld en schuldgevoel;
aan je vertwijfeling, ongeloof, kleingeloof;
Ik heb al gedragen: je eenzaamheid, ziekte en pijn.

En het geheim zit in Jezus’ wonden.
Want ik zei net, dat het ons kan steken.
Maar als ik daar vanaf wil, zal ik het aan de Heer moeten overgeven.
En dan zal hij mijn wonden, en wat jou steekt op zich nemen.
Zoals hij al onze zonde eigen heeft gemaakt,
zo wil hij alle onze last op zich nemen.
Hij heeft al opgeruimd wat weg moet,
al vernietigd, waar Gods toorn op rustte,
die is nu weg, er is al betaald.
Je hebt geen schuld meer. Je bent bevrijdt.
Maar vergeet niet dat de Heer ook de gevolgen
van het kwaad gedragen heeft.
Dat Jezus je pijn wil dragen, de onvolmaaktheden hier,
dat hij ook die last van je wil overnemen.
Als je ziet, dat hij jouw lidtekens zich eigen maakt.
– Kijk naar mijn handen –
dan zie je voor het eerst of opnieuw: genade en vrede.


Jezus geeft die boodschap door van de Vader; hij had Jezus gestuurd.
En nu stuurt Jezus de leerlingen, direct na de vredewens:
Zoals de Vader mij heeft uitgezonden, zo zend ik jullie uit.
Jezus maakt boodschappenjongens van zijn leerlingen.
En ook u en jij krijgt de groet te horen,
en wordt zometeen de wereld in gestuurd,
om anderen te wijzen op de genade en vrede van Jezus.

En je ziet het de bijbelschrijvers op oppakken.
Ze zijn gestuurd, dat is wat apostel betekent,
ze zijn de wereld in gestuurd, met genade en vrede.
En ik wil laten zien dat deze kernbegrippen
op elke enveloppe van de brieven in het Nieuwe Testament staan.

Ik nodig u uit om er de bijbel bij te pakken.
Ik had het ook kunnen beamen, maar het is soms ook wel goed,
even de brieven door je vingers te laten gaan.
Er zelf de hand op te leggen, en het met eigen ogen te zien.
Wat we gaan doen is kijken naar de aanhef van alle brieven,
Goed, we zoeken op, de grootste brief die we hebben, en dat is Romeinen.

Romeinen 1
Van Paulus, dienaar van Christus Jezus,
geroepen tot apostel en uitgekozen om het evangelie van God te verkondigen,

Dat geroepen tot apostel, is een echo van Jezus woorden:
zoals de Vader mij gezonden heeft, zo zend ik ook jullie.
Paulus is gezonden, en dat zal hij vaak zeggen in de eerste verzen.
Hij gaat verder, vers 2:
dat al bij monde van zijn profeten in de heilige geschriften is beloofd:
3 het evangelie over zijn Zoon, een mens voortgekomen
uit het nageslacht van David, 4 aangewezen als Zoon van God
en door de heilige Geest bekleed met macht toen hij, Jezus Christus,
onze Heer, opstond uit de dood.

Kijk maar naar mijn handen.
5 Hij heeft mij de genade geschonken apostel te zijn, opdat ik,
omwille van hem, aan alle volken gehoorzaamheid en geloof zou verkondigen –
6 ook aan u, die geroepen bent door Jezus Christus.
7 Aan allen in Rome, geliefden van God, geroepen om zijn heiligen te zijn.

en dan komt het:
Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heer Jezus Christus.

We bladeren door naar de brieven naar Korinte: 1 Korinte 1
Van Paulus, apostel van Christus Jezus, geroepen door de wil van God,
en van onze broeder Sostenes.
2 Aan de gemeente van God in Korinte, geheiligd door Christus Jezus,
aan hen die zijn geroepen om zijn heiligen te zijn,
en aan allen die de naam van onze Heer Jezus Christus aanroepen,
waar dan ook, bij hen en bij ons.
3 Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heer Jezus Christus.

En net zo in 2 Korinte 1
Van Paulus, apostel van Christus Jezus door de wil van God,
en van onze broeder Timoteüs.
Aan de gemeente van God in Korinte en aan alle heiligen in heel Achaje.
2 Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heer Jezus Christus.

En dan bladeren we door naar Galaten 1
Ook weer in vers 3: 3 Genade zij u en vrede van God, onze Vader,
en van onze Heer Jezus Christus, …

En deze woorden van het envelopje zijn vaak aanleiding,
om gewoon mooie dingen over God te vertellen.
Jezus heeft zich gegeven, om ons te bevrijden van het kwaad.
en je hoort de echo: kijk naar mijn handen.

En ook in de brief aan Efeze:
Vers 2: Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van Jezus Christus, de Heer.

We gaan verder naar de envelop om de brief aan Filipi:
Vers 1: Van Paulus en Timoteüs, dienaren van Christus Jezus.
Het is goed om even tussendoor te zeggen dat Paulus vaak samenwerkte,
brieven samen schreef. De jonge Timoteus, heeft de groet ook gehoord,
en ook hij mag het doorgeven.
Aan alle heiligen in Filippi die één zijn in Christus Jezus,
en aan hun opzieners en dienaren.

En dan geven ze weer de groet van Jezus door, royaal, want er is genoeg:
Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heer Jezus Christus.

In de brief aan Kolosse net zo, vers 2:
Genade zij u en vrede van God, onze Vader.

Ook op beide brieven aan Thessalonica staat het:
1 Thess. Vers 1 Van Paulus, Silvanus en Timoteüs.
Aan de gemeente in Tessalonica, die toebehoort aan God, de Vader,
en de Heer Jezus Christus. Genade zij u en vrede.

En ook de 2e brief:
vers 2 Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en de Heer Jezus Christus.

– Er zijn niet alleen brieven naar gemeenten geschreven,
ook brieven naar losse mensen.
En ook in dat 1–op–1 contact geeft Paulus de groet van Jezus door:
1 Timoteus bijvoorbeeld:

Van Paulus, apostel van Christus Jezus in opdracht van God, onze redder,
en van Christus Jezus, onze hoop.
Aan Timoteüs, mijn waarachtig kind in het geloof.
Genade, barmhartigheid en vrede van God, de Vader, en Christus Jezus, onze Heer!

Heel persoonlijk heeft Paulus de groeten verwerkt voor Timoteus.
Op dezelfde manier groet Paulus Timoteus in zijn tweede brief.

We bladeren door naar de brief aan Titus. Paulus schrijft,
vers 4 Aan Titus, mijn waarachtig kind in ons gemeenschappelijk geloof.
Genade en vrede van God, de Vader, en van Christus Jezus, onze redder!

Weer beide handen gevuld met genade en vrede.

De volgende is een kort briefje aan Filemon en Apfia en Archippus,
en de huisgemeente die bij hen samenkomt.
in vers 3 groet Paulus hen:
Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heer Jezus Christus.

We hebben nu alle 13 brieven van Paulus doorgebladerd.
En echt in elke groet hij met genade en vrede.
Ik wil nog 4 enveloppen kijken.
Hebreeen slaan we over, omdat dat eigenlijk geen brief is, maar een preek.
Wie het interessant vind zou de laatste verzen van Hebreeen moeten lezen.
Aan het eind zit daar toch nog iets van een envelopje, met vrede.
Dan is de volgende brief die van Jakobus.
En eerlijk is eerlijk, daar staat het niet.
Genade, barmhartigheid en vrede staan niet op het opschrift,
al is het in de brief zelf natuurlijk wel gewoon te vinden.

De andere brieven hebben het wel in de groet zitten.
Ik ga nu niet alle brieven bij langs, maar van elke schrijver 1.
We bladeren naar 2 Petrus. In vers 2 groet hij met:
Genade zij u en vrede, in overvloed,
door de kennis van God en van Jezus, onze Heer.

Net als bij zijn 1e brief zegt Petrus, dat er overvloed is.
Het kan niet op.

van Johannes nemen we ook de 2e brief, die echt een briefhoofd heeft.
2 Johannes, vers 3:
Genade, barmhartigheid en vrede zullen bij ons zijn, van God, de Vader,
en van Jezus Christus, de Zoon van de Vader, in waarheid en liefde.

Weer de wens om genade en vrede.
En net zoals Paulus’ brieven aan Timoteus, staat er barmhartigheid tussen.

Dan hebben we nog 2 brieven te gaan.
Eerst Judas.
Hij schrijft: Van Judas, dienaar van Jezus Christus en broer van Jakobus.
Aan allen die geroepen zijn en aan wie de liefde van God, de Vader,
en de bescherming van Jezus Christus ten deel vallen.
Barmhartigheid zij u, vrede en liefde, in overvloed.

De laatste brief–envelop die we bekijken staat in Openbaring.
Daarin stuurt Jezus zelf 7 brieven rond.
Johannes moet het volgende opschrijft noteren, Openbaring 1:4:
Van Johannes, aan de zeven gemeenten in Asia.
Genade zij u en vrede van hem die is, die was en die komt,
en van de zeven geesten voor zijn troon,
en van Jezus Christus, de betrouwbare getuige,
de eerstgeborene van de doden,
de heerser over de vorsten van de aarde.

We hebben nu bijna het hele nieuwe testament doorgebladerd,
en wat wil dit nou zeggen?
Het bewijst hoe de leerlingen hebben geluisterd naar Jezus’ opdracht.
Hij was gestuurd door de Vader om het goed te maken,
om vrede te sluiten, en om het zijn leerlingen,
dwars door de angstvallig gesloten deuren te vertellen.
Kijk naar mijn beide handen: er is genade en vrede.

En dan zegt Jezus, zoals de vader mij heeft gezonden,
zo worden ook jullie gestuurd.
Petrus was er bij, en hij geeft het door, en er is een overvloed.
Johannes was erbij, er is ook barmhartigheid.
Paulus heeft het geleerd van de apostelen en geeft het ook zelf door.
Samen met de medeschrijvers: Genade en vrede.

Zo ga je dus met elkaar om, zo benader je een ander.
Want ook voor jou, voor hem, voor haar, is genade.
Vergeving, heeft Jezus het over.
Als jullie iemands zonden vergeven, dan zijn ze vergeven.
Vergeven jullie ze niet, dan zijn ze niet vergeven.
Zo veilig is Gods genade en vrede dus bij mensen.
Hij vertrouwt het zijn leerlingen toe,
dat ze net zo liefdevol, en gul zijn, zoals God.
En als de Geest je aanvuurt, als die je liefde aanblaast,
ja dan doe je ook een beroep op de genade,
en probeer je niet je recht te halen,
ga je niet rond om een rekening te innen.
Maar dan is er genade, vergeving, barmhartigheid. Vrede.

Jezus zegt het als een eerste groet.
En stuurt je erop uit om dat door te geven.
Zeg het maar tegen elkaar.
Want zo gaan we met elkaar om in het nieuwe verbond.
Iets wat zo groot is, en wat je zovaak gebruikt,
je vergeet soms gewoon wat het betekent.
en het leven hobbelt gewoon verder.
Daarom herinnert Paulus je er keer op keer aan.
Is het niet genoeg dat Jezus het een keer zegt.
Daarom wensen we elkaar de vrede van Christus, aan zijn tafel.
en beginnen we elke kerkdienst met deze woorden.

Op de enveloppe van elke brief staat de vrede geschreven.
Dat ook onze levens leesbare brieven mogen zijn.
Amen


online delen:

tag vrede schuld eigen maken Tomas

Meer preken uit Johannes