Votum en groet Ps 116: 1 en 8 (Levensliederen.net) Gebed L Mat 24:1-14 Ps 63: 1 en 2 T: 1Kor 13:1-7 preek LvK 92:1, 5, 6 GK 179a Gebed Collecte GK 164 (2x; in canon) Zegen

Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus.

Liefde is…
Je kent de tekeningetjes wel.
Schattige poppetjes, kinderlijk maar bloot,
haast paradijselijk in hun onschuld, die iets uitbeelden van wat liefde is.

Sommige spreken mij wel aan.
De liefde van een man gaat immers door de maag.
(afb. taartbakken)

Liefde is… Tja, dat kan ook een beetje zoet worden.
Mierzoette zwijmel–romantiek; ik kan er niet tegen.
Liefde is dan een cliche.
Liefde is te koop
En op valentijnsdag is liefde een marketing–middel.

Trouwens; Liefde is niet alleen voor getrouwden.
Een hechte vriendschap, iets betekenen voor een ander.
Je kunt het voelen voor kleine kinderen,
of in zorg voor ouderen of zieken,
of in de verhouding tot God.

Liefde is veelzijdig.
Zoveel breder dan het gemiddelde liedje op de radio.
In ieder geval hebben we het er vaak over.
Misschien wel juist, omdat het zo mooi is;
daar wil je het alsmaar over hebben.
Maar soms merk je: hoe vaker je het woord gebruikt,
hoe meer het betekenis verliest.

Liefde kan een sleur worden,
Als je op de automatische piloot gaat,
En opeens merk je verschrikt dat het hart eruit is.
Het is geweldig, ja nodig zelfs, als je dan op trouw, kunt doorgaan.
Trouw en liefde liggen in elkaars verlengde.
Maar laat ook zien dat liefde niet vanzelfspreekt.
Na verloop van tijd kun je merken: De vurigheid van vroeger is weg.
En dan ontdek je: Liefde laat zich niet dwingen.

— Maar daar wordt het dus al wel interessant.
Liefde laat zich niet dwingen.
Laten we er nog zo’n cliche in gooien:
liefde is een werkwoord, je moet blijven investeren in je relaties.
En nogmaals, dat geldt echt niet alleen voor een huwelijk.
Ook in vriendschappen, je kinderen, kennisenkring, ja ook in de kerk,
in al die netwerken blijf je je geven, als je het contact levend wil houden.

Ook Jezus zegt: Ik geef jullie een nieuw gebod: heb elkaar lief.
Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben.

En je ziet het ook in de samenvatting van de wet.
De kern van Gods wil voor je leven is liefde.
God liefhebben, en je naaste als jezelf.

Als je de volgorde van Jezus’ woorden op je laat inwerken,
zit daar de oplossing van het raadsel, dat liefde
die zich niet laat dwingen, toch een nieuw gebod kan zijn.

De oplossing zit in de woorden: Zoals ik jullie heb liefgehad.
Dat is de sleutel. Wij hebben lief, omdat hij ons eerst heeft liefgehad.
Hij heeft zich eerst gegeven.

Als jaarthema zijn we bezig met bruggen bouwen.
Voordat je het fundament kunt storten van liefde voor anderen,
Moet het gaan over God, die Liefde geeft.

Dus als je verlangt naar meer onderlinge betrokkenheid,
dan werkt het niet om te zeggen dat het gewoon moet.
Liefde laat zich niet dwingen.
Het gaat groeien als het eerst over God mag gaan, en zijn betrokkenheid.
En als je het lastig vind om je te geven of in te zetten,
kun je jezelf wel aan het werk zetten.
Maar dat is nog geen hartelijke liefde.
Je laat het groeien door eerst naar God te kijken,
hoe hij zich geeft, hoe hij zich inzet.
Liefde is het nieuwe gebod.
Het laat zich niet forceren, maar je kan het wel laten groeien.

— Het is ook echt belangrijk om hieraan te werken.
Daarom lees je de oproep elkaar lief te hebben zovaak in het NT.
Het is belangrijk, zeker als je leest hoe Jezus spreekt over de toekomst.
Doordat de wetteloosheid toeneemt zal bij velen de liefde bekoelen.
Jezus komt eraan. Maar ondertussen zal bij velen het hart verkillen.

En je ziet het om je heen, mensen komen steeds meer op hun zelf.
Losse onverbonden eilandjes.
Op straat lijken mensen steeds ruwer te worden.
De maatschappij verhard.
En sociale contacten kunnen zo makkelijk uithollen.

De wereld is ook veranderd, kleiner geworden,
alles lijkt binnen bereik.
Als ik mijn leven vergelijk met dat van mn oma bijvoorbeeld.
Vroeger, waar je werd geboren, had je al een boel wortels.
En iedereen wist, oh je bent er een van die en die…
Je vader of moeder kwam uit de buurt.
En iedereen kende ook hun ouders.
Een boel neven een nichten, ooms, tantes wonen in de regio.
Je kende je buren, de bakker, de slager, en je moest ook wel,
want je wereld was niet groter en je had elkaar nodig.
Je moest het er maar mee doen.
Je kon de irritante dorpsgek niet ontvrienden…

Maar tegelijk stond je dichter bij de mensen uit je buurt;
daarmee had je een veilig netwerk.
Mijn oma kent ze nog, haar dorpsgenoten van vroeger,
alle neven en nichten, verweg en dichtbij,
Terwijl ik al moeite heb om de namen van de vriendjes te herinneren
met wie ik vroeger op het pleintje speelde, maar nu geen contact meer heb.

De wereld was vroeger een stuk overzichtelijker.
en ik denk daardoor de contacten een stuk hechter.
Je investeerde er haast vanzelf in.
De samenleving vandaag, ziet er anders uit.
We bewegen ons in zoveel netwerken, verhuizen vaker.
En daardoor krijgen andere contacten minder aandacht.
Ik bedoel, wie kent vandaag nog al zijn buren, weet wat ze voor werk doen?
weet hoe het met ze gaat, wat hun zorgen zijn?
Ik echt niet hoor.

De contacten zijn soms oppervlakkiger geworden,
tegelijk zijn er veel meer contacten bijgekomen.
Was vroeger je kring klein,
vandaag is alles wat daarbuiten viel, dichterbij gekomen
door radio, tv, internet.
Mensen zijn mobieler geworden, we komen op meer plekken.
Auto, trein en vliegtuig. Je kunt komen waar je wilt.
Een vakantiehuis op Curacao, familiebezoek in Cananda,
muziek maken in Griekenland. Het kan allemaal.
En in de enorme hoeveelheid contacten die is toegenomen,
weet je ook meer van de wereld.
Je weet nu van elke ramp, van elke hongersnood,
van elke aardbeving. Van oorlogen en geruchten van oorlogen.

Je ziet nu hoe verrot de wereld soms is. Je ziet IS op het journaal;
en als je het lef hebt, kun je live weer een onthoofding zien.
Het ene volk trekt ten strijde tegen het andere, zegt Jezus dan.
Dat was 100 jaar geleden niet echt anders.
Als ik denk hoe gruwelijk de wereldoorlogen zijn geweest.
Mensen worden zomaar gruwelijke beesten,
maar je kwam er niet altijd achter, als je, zoals mijn oma,
in Drente in een boerendorpje woonde.
niet alleen de wetteloosheid, waar Jezus het over heeft neemt toe,
maar ook wat we ervan zien.

– Probeer je maar te geven aan een wereld die zo kapot is.
Je blootgeven in een samenleving die daar zomaar misbruik van maakt.
Duurzaam om te gaan met de schepping is dweilen met de kraan open.
Liefde is jezelf geven, bloot. Het is kwetsbaar.
Dat is moeilijk, misschien zelfs wel te gevaarlijk.
Je kan als mens niet het leed van de wereld dragen.
wie houdt dat uit, alles te verdragen, alles te hopen?

Dat is het grote verschil met God.
Jezus zegt: Ik geef jullie een nieuw gebod: heb elkaar lief.
Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben.

Liefhebben zoals God, dat is toch een onhaalbare taak?
En heb je dat ook niet dat als je Paulus’ prachtige woorden leest,
dat is toch te mooi om waar te zijn?
Toch houdt God het je voor. Dit is het ideaal om voor te gaan.
Niet dwingend, maar op een liefdevolle manier,
wil God je verleiden te worden zoals hij.
Niet arrogant, als het je door Gods genade een keer lukt hem te benaderen;
Ook niet teleurgesteld het maar opgeven
als je in deze verkilde wereld beschadigd bent. Of in de kerk,
want laten we eerlijk zijn, daar zie je het het meest schrijnend,
als het niet gaat zoals de Heer van de kerk het wil.

Liefhebben zoals God is het onmogelijke ideaal.
En je ziet het vaak mislukken.
Om het vol te houden moet je eigenlijk idealistisch zijn.
Visionair, en niet van deze wereld.
Liefde maakt blind, naief, maar God zegt wel: probeer het maar…

– We hebben nu 2 preken gehad die met het jaarthema verbonden waren.
Bruggen bouwen.
Preken, die gingen over de verbinding met God en met elkaar.

Op de startzondag hebben we avondmaal geviert.
Die maaltijd met Jezus als Gastheer, die
de verbondenheid met hem en met elkaar uitdrukt.
’s middags ging de preek over Hosea 11:
Er is een afstand tussen God en mensen.
Zomaar lopen we bij hem weg.
Liefde spreekt niet vanzelf, en laat zich niet dwingen.
Het volk bijt zich vast in ontrouw, maar God geeft niet op. Hij overbrugt de afstand; want de Heilige wil in je midden wonen.
En daar zagen we ook dat gekke beeld:
van een Leeuw die Brult, en verdwaalde vogeltjes vliegen naar hem toe.
Als God van zich laat horen, schrikt dat niet af, maar trekt dat aan.
God slaat een brug naar jou.
Die preek legt nadruk op verbondenheid met God.

Maar een verbond met God, dat staat soms onder spanning
Als je een kind of kleinkind hebt dat gedoopt is,
maar het lijkt er niets van te willen weten.
Dan kan de leeuw wel brullen, maar lijkt de vogel gevlogen.
Wat voel je je dan onmachtig, of misschien wel schuldig;
Heb ik er wel genoeg aan gedaan?

Kijk dan ook naar God die liefde is.
Hij kan veel hebben.
Als je als ouder al tekort geschoten bent:
Hij rekent het kwaad niet aan.
Hij is juist geduldig en vol goedheid.
En kijk eens naar 1 Korinte 13 vers 7.
Daar staat over de liefde:
Alles verdraagt ze, alles gelooft ze,
alles hoopt ze, in alles volhardt ze.
Dus dat leert over God, dat Hij jou verdraagt,
maar ook al het ongeloof. Alles verdraagt hij.
Wat een incasseringsvermogen heeft God! Wat een geduld!

Maar ook die andere werkwoorden:
Alles gelooft ze, en alles hoopt ze. Dat klinkt toch ontzettend naief?
Maar het wordt hoopvol als je zo over God gaat denken.
Vol verwachting kijkt God mee, Hij volgt je wegen, je keuzes.
Niet alleen de goede, maar ook als je de verkeerde weg opgaat.
Maar Hij blijft erin geloven, hoopvol vraagt hij:
Zou het misschien vandaag goed gaan?
En de engelen juichen als er ook maar 1 zich bekeert.

We zijn verleert om zo over God te denken.
Hij weet toch alles al, hij overziet de tijd toch?
In zijn eeuwig raadsbesluit is toch sprake van een verkiezing
en verwerping? En ja, dat geloof ik inderdaad van God,
maar dat mag niet betekenen dat ik nu koud ga beredeneren
of het wel of niet goed komt.
Die kou haalt de liefde eruit.
Ik weet het gewoonweg niet.
En dat is frustrerend, pijnlijk,
want, wat zou je er graag ook maar iets aan kunnen doen.
Maar ook al doorgronde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis,
maar had de liefde niet; ik zou niets zijn.

Daarom is deze tekst een oproep om juist de liefde te zoeken,
het niet te laten verkillen.
Want dan zie je juist het laatste wat Paulus over de liefde zegt:
In alles volhardt ze. Dus God ook.
Zijn liefde is niet drammerig, maar wel aanhoudend.
Als Ik je iets belooft heb, in de doop;
reken maar dat dat blijft staan. Mijn aanbod blijft gelden.

God is Liefde.
Daarom fladderen de vogeltjes naar de Leeuw toe, als hij brult.
God is liefde; dat betekent trouwens niet dat alles OK is,
of dat alle pijn opeens opgelost zou zijn.
Maar het betekent wel dat God geduldiger is dan wij,
hoopvoller, vasthoudender.
De Leeuw heeft een lange adem.
En als je dat geproeft hebt, dan verwarmt dat ook jou.
En kan je je, heel voorzichtig, met vallen en opstaan,
je deze verzen eigen maken.
Tegen hem te zeggen: God ik heb ook U lief.
Dan probeer ik ook geduldig te zijn, en goed.
niet jaloers, en niet om mezelf in de kijker te spelen.

Gun jezelf de ruimte om dat voorzichting aan te leren.
Neem het jezelf niet kwalijk dat dat met vallen en opstaan gebeurt.
Het is een bijbels beeld, wandelen met God, en gaan op zijn weg.
Wij zijn kinderen, die leren lopen.
Dat gaat met kleine stapjes.
Ga niet meteen het goddelijke van jezelf verwachten.
Weet dat God geduldig met je is.
Hij rekent het je niet aan, als het niet zo goed gaat als je zou willen.

Van Gods liefde geldt ook dat het niet ijdel is
niet grof, of zelfingenomen.
Gods liefde overruled je niet.
En je zal Jezus nooit op zn borst zien kloppen.
Kijk mij eens, ik heb mijn leven voor je overgehad.
Hij zal je niet onder je neus wrijven.
Oh, jij was echt zo slecht, en daarom moest ik zo diep gaan.
God chanteert je niet met zijn oneindige liefde:
en nu moet je als tegenprestatie me wel liefhebben…
Dat is zo tegen de aard van de liefde.
Ze is juist niet grof, en zoekt zichzelf niet.
Gods liefde presenteert zich open en bloot,
aan een kruis. Kwetsbaarder kan niet.

– Waar de eerste preek over Gods liefde ging,
had de tweede preek de liefde voor de ander op het oog.
Het ging over 1 Joh 1, over de waarheid. Best een massief onderwerp.
God heeft je wat te zeggen.
Hij licht je door met zijn woord, en dan zie je ook alles wat niet klopt.
Maar dan zie je vooral dat jij niet alleen aan God verbonden bent.
Johannes zegt: Verbonden zijn met God is verbonden zijn met elkaar.

Misschien vind je dat wel vreselijk ongemakkelijk.
Het is niet de kern van kerk–zijn, om bij elkaar op schoot te kruipen.
Maar het is ook niet de bedoeling dat je alleen op een eilandje gaat zitten,
en onverbonden je eigen godsdienst viert.

Kijk eens om je heen.
Dit zijn allemaal mensen waar God een brug naartoe heeft geslagen.
Hij heeft de mensen die je nu om je heen ziet lief.
Voor hem, voor haar, heeft Jezus zijn goddelijkheid in de hemel achtergelaten.
Niet alleen voor u, ook voor die ander,
heeft hij zich aangepast aan ons mensenlijk bestaan.
Dat is misschien wel de kern van bruggen bouwen,
bereid zijn op gelijke hoogte te komen.
Je zult dan zien dat de brug op hetzelfde fundament staat:
je liefde voor God, dat is de gezamelijke grond.
Aanpassen betekent niet: je aanpassen aan de wereld, maar op zoek gaan
hoe de ander zijn of haar liefde voor God probeert te uiten.

Omdat Gods liefde mensen niet koud laat,
ben je niet de enige die gelooft.
Is wat jij van God ontdekt hebt, niet alles,
en onze manier, niet de enige manier.
Uw liefde hoopt dat, uw liefde gelooft dat toch?
Dat God de mensen die hier zitten vasthoudt.

Jezus heeft zich opgeoffert voor die ander.
Hij gaf zijn lichaam prijs, en deed het met liefde.
Ons vuil overgenomen. Want dat is wat je ziet, als je wandelt in het licht.
En juist in de kerk zie je schrijnend als het mis gaat.
Zit hier nog oud zeer?
Staat er nog een rekening open? Is er nog wrok?
Liefde verheugt zich niet over onrecht,
maar niet altijd gingen we goed met elkaar om.
Liefde laat zich niet boos maken, en rekent het kwaad niet aan.
Maar dat gaat mij soms zo moeilijk af.
Als mensen elkaar beschadigd hebben,
wat is het dan lastig om met elkaar verder te willen.
De eenheid te blijven zoeken.
Dat maakt het lastig om je liefde aan een gemeente te geven,
als je niet ervaart dat men je ziet staan.

Ergens leggen we ons dan neer, geven we het op.
Laten we het ideale droombeeld maar zitten.
Het is ook, menselijk gesproken, realistisch om te doen.
Maar liefde is blind, naief; op de positieve manier.
Laat je uitdagen door dit rare evangelie:
Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt ze, in alles volhardt ze.

– Ik denk dat het daarom goed zou zijn om met elkaar op zoek te gaan,
naar de liefde die wij hebben voor God.
God heeft dat vuurtje bij u en mij opgestookt.
Laten we de toegenomen kilte verdrijven en verwarm je aan elkaar.
en ons verwonderen over wat God voor je betekent.

En ik wilde dat graag op deze manier concreet maken.
Iedereen heeft denk ik wel een psalm of een lied, of een tekst
die hem dierbaar is.
Waardoor God je verder heeft geholpen.
En dat kan echt van alles zijn.
Een psalm in de oude berijming; een johannes de heer lied,
een gezang of opwekkingslied, iets wat je raakt.
Ik zou graag willen dat U daar allemaal over nadenkt.
Van oud tot jong. En dat dan opschrijft.
Schrijf er in een paar zinnen bij, waarom het zoveel betekent.
Dan wil ik dat verzamelen, en gebruiken in de komende diensten.
Verwerken in de liturgie.
Leg het met uw naam erop, in mijn postvakje,
of doe het bij ons door de bus.
Stuur een mailtje, alles mag.

Maar ik zou dit graag met u willen doen.
Zodat we kunnen genieten van elkaars geloof.
Kom je er voor het eerst, of opnieuw achter,
hoe de ander ook aan God vast zit.
Ik weet dat het spannend is.
Liefde geeft zich bloot, laat zich zien.
En bloot is altijd een beetje spannend.
Maar ik hoop dat je het durft.
Ik geloof dat dit kan helpen om de verbinding met elkaar te versterken.

Voel u niet verplicht. Liefde laat zich niet dwingen,
en dit is zeker niet de enige vorm.
Maar ik geloof dat we de brug die God naar jou persoonlijk
heeft geslagen, mogen delen.
Zodat onze liefde voor Hem groeit.

amen


online delen:

tag Jaarthema BruggenBouwen geduld kerk

Meer preken uit 1 Korintiërs