vooraf: gk 171: 1 en 2 votum (gezongen) Ps 8: 1-3 (LL) gebed L: Hebr 1:1-4 en 2:4-9 T: Psalm 8 Ps 8: 4-6 (LL) Preek GK 145:1-4 Gel. Bel. gebed: GK 181d Collecte GK 101:3 en 5 zegen

Geliefde gemeente van Jezus Christus.

Wie houdt er van schoonheid, van mooie dingen?
En dat kan echt van alles zijn. Mooie mensen, mooie dieren
goede kunst, indrukwekkende gebouwen.
Weidse landschappen, indrukwekkende uitzichten.
Lekker eten in een huiselijk cafe in een mediteraan frans dorpje.
Of een fijne fietstocht over de veluwe.
Wat is er een boel schoonheid.

Er zijn mensen, die er zo van onder de indruk zijn, dat ze er ziek van worden. En dat is echt een ziekte, en geen aanstellerij.
Hartkloppingen, zweten, duizeligheid. Flauwvallen soms.
Deze aandoening heeft vele namen: het Stendal–syndroom, is er een van,
genoemd naar de man die hier last van kreeg
toen hij de Italiaanse stad Florence bezocht.
Maar bij Japanse toeristen staat deze ziekte bekend als het Parijs syndroom.
Zij krijgen dat blijkbaar als ze eindelijk de Eiffeltoren in het echt zien.
En of je dat mooi vind omdat het het symbool
van de hoofdstad van de romantiek is,
of omdat het een geweldige bouwkundige prestatie is, dat maakt niet uit…

Maar wat kun je onder de indruk komen van schoonheid.
Iets moois, dat kan je raken. En je hebt van die nummers,
waar je kippenvel van krijgt. Het doet iets met je.
Een jongen die ik ken van de universiteit vertelde
dat hij hartkloppingen kreeg toen hij in Rome was; zo mooi vond hij het.
Overal waar je kijkt zie je iets moois, uit alle tijden door elkaar.
Overweldigend.

Van deze ziekte is ook een geestelijke variant: Het Jeruzalem Syndroom.
Mensen die de heilige stad hebben bezocht zijn opeens zo overweldigd
door de echtheid van het verhaal van de bijbel.
Dus hier is het gebeurt.
Hier is David koning geweest. Hier heeft Jezus rondgelopen.

Een aantal jaren terug waren we in Rome.
En we liepen over de oude toegangsweg, de Via Appia.
De weg waarover vroeger het graan naar Rome werd gebracht.
En in de stenen zie je de karrensporen
die in de weg zijn gesleten.
We liepen daar, in dat prachtige landschap.
Toen ik bedacht, hier heeft dus ook Paulus dus gelopen,
was het net alsof het kwartje viel.
Daar kun je soms even stil van worden.
Je kan wel lezen in Handelingen dat hij daar gelopen heeft,
als gevangene, op weg naar de keizer.
maar als je er zelf bent is het toch anders.
natuurlijk wist ik dat daarvoor ook wel.
Maar het is net, alsof je dichterbij komt.

Zoals naar een live concert gaan, toch echter is dan naar de CD luisteren.
Zoals naar het museum gaan, toch een totaal andere ervaring is
dan een schilderij op Wikipedia opzoeken.
Het kijken van vakantiefoto’s valt me dan vaak ook tegen.
Want hoe mooi het ook is, en hoe vakkundig de fotograaf ook is;
het echt zelf beleven is zoveel beter, zoveel meer.
Er is iets met het ervaren van schoonheid,
waar je soms moeilijk woorden voor kan vinden.
Als je mensen echt enthousiast hoort over een geweldige schoonheidservaring,
gebruiken ze vaak haast religieuze taal.
Het gevoel van iets hogers. Alsof je dichterbij komt.
Kunstervaring wordt ook vaak verward met religieuze ervaring.

En dat is zo gek niet. Deze prachtige wereld is van God.
En als vanzelf voelen mensen dat aan.
Als je in de Alpen om je heen kijkt, kun je je zo klein voelen, miezerig.
Daar hoef je echt geen christen voor te zijn.
Als je iets moois ziet, hebben we zo vaak het gevoel:
er moet meer zijn. Iets hogers.
Het verhaal van mensen alleen, kan het toch niet zijn?
Als je op een heldere winteravond naar de sterren kijkt,
wat kun je je dan verbazen over hoe klein de aarde eigenlijk is.
Als je een baby de eerste geluidjes hoort maken.
Of als je voor het eerst ziet dat alle 5 de teentjes per voet erop zitten.
Daar worden niet alleen Gods vijanden stil van.

Er is zoveel waar we als mensen van onder de indruk zijn.
en we merken dan hoe mooi het is, hoe ontzettend gaaf.
Dit is wat David in deze psalm uitdrukt.

Soms leven we gewoon door, lopen we er aan voorbij.
Als je de zoveelste foto van een prachtig landschap voorbij ziet komen
denk ik, nou weet ik het wel hoor.
Maar soms heb je van die momenten, alsof het dichterbij komt.
Dat het binnenkomt, dat het landt.
En dan heeft God alles met wat mooi is te maken.
Je herkent zijn hand, je ziet hem achter deze wereld.
En het is alsof je dichterbij komt.

In de vertaling van Psalmen voor Nu: O HEER, onze Heer,
uw handtekening staat prachtig onder heel de wereld


Dit is dus iets moois wat David heeft ontdekt.
Hij kijkt om zich heen, en overal ziet hij de naam van God
En toen raakte hij geïnspireerd en wilde daar een mooi lied over maken.
En dat doet hij ook op een kunstige manier.

Kijk maar mee. Het eerste vers en het laatste zijn hetzelfde:
Heer, onze Heer, hoe machtig is uw naam op heel de aarde.
Dit is een alomvattende belijdenis.

Het tweede blokje tekst gaat van de grootse hemel,
naar een klein baby’tje. Van groot naar klein.
Het een–na–laatste blok, vers 8 en 9 gaat juist van klein naar groot.
Van alledaagse dieren als schapen en geiten, naar groter vee.
Een stapje verder van huis zijn de dieren in het veld
vogels en vissen. En al wat trekt over de wegen van de zee.
Misschien dacht David aan grote zeedieren, of schepen.

De 2 middelste blokken staan vol met verbazing.
Vers 4 en 5 zegt eigenlijk, als je bedenkt hoe groot het heelal is,
wat ongelooflijk dat God dan naar mensen omkijkt.
We zijn maar klein, miezerig, als mensen.

Maar het blok van vers 6 en 7 ziet weer het andere uiterste.
Wat zijn mensen fantastisch. Bijna goddelijk.
Gekroond met glans en glorie.
Heer en meester van de schepping, alles aan zijn voeten gelegd.

David is enorm onder de indruk,
en verwoordt dat ook op een kunstzinnige manier
door te werken van groot naar klein en andersom,
door tussen vers 5 en 6, precies in het midden,
dat enorme verschil onder woorden te brengen.

We zijn zo klein, wat is de sterveling?
Tegenover: U hebt hem bijna een God gemaakt,
en hem toevertrouwd het werk van uw handen.


En daarmee proberen we dan verantwoordelijk om te gaan.
Goede rentmeesters zijn, voor Gods wereld zorgen.
Daarom hebben mensen hun handen uit de mouwen gestoken.
We hebben een aardige samenleving ingericht,
we zeggen zelfs dat de Staat ons voor een deel verzorgt.
Als je geen werk hebt, of ziek of oud bent.
Als je wel werk ben je aan de slag, actief, productief.
We verbouwen het land, verlenen diensten.
Wij mensen, hebben van alles uitgevonden.
Stroom, water, goede huizen met verwarming.
Vervoersmiddelen, en zijn op zoveel manieren mobiel.
Probeer eens een leven voor te stellen zonder dat alles;
dat zou een chaos zijn. We hebben die orde nodig,
maar die orde groeit eigenlijk ook vanzelf
Bewust of onbewust, We richten van alles in,
denk alleen aan je eigen huiskamer.
Overal waar mensen leven ontstaat een eigen typische cultuur.
Je hoeft echt geen designer te zijn om scheppend bezig te zijn.
volgens mij heeft iedereen als kind lekker vrij getekend,
of een een simpel brabbelliedje gezongen.
Iedereen is creatief, zoals onze schepper creatief is.

Want hij heeft ons bijna goddelijk gemaakt.
We zijn beeld van god. We lijken op hem.
We zijn Zijn kinderen, het zit ons in de genen.
Hoe geweldig is dat!
Vol enthousiasme zegt David: Gekroond met glans en glorie.
Jou is toevertrouwd het werk van Gods handen.
Alles is aan je voeten gelegd.

Dit maakt Psalm 8 een geweldig vrolijke psalm.
Met gepaste verbazing en ontzag, maar vooral vol ontzag over God,
hoe geweldig zijn naam overal is te lezen.
Vol verbazing over hoe klein en tegelijk hoe groots wij mensen zijn.
En de wereld ligt aan je voeten.

Heer onze Heer, hoe machtig is uw naam op heel de aarde.

Ja? Is dat zo? Klopt dat met ons leventje van alledag?
Is het altijd mooi? Doe je het goed
en neemt iedereen zijn verantwoordelijkheid?

Ligt de wereld wel aan mijn voeten?
Schapen en geiten, al het vee;
Ik ben niet zo’n dieren–mens, ook nooit geleerd.
Ik zou niet weten hoe ik voor ze moet zorgen…
Misschien ben je bang voor honden, of spinnen, of muizen
Hoezo? Alles aan zijn voeten gelegd…

En dat gaat nog verder. Voor alles wat we maken,
gebruiken we grondstoffen van deze aarde.
Maar is het echt nodig om 10 liter schoon drinkwater te gebruiken
als je naar de WC bent gegaan?
Hoe makkelijk laten we de TV aanstaan, of de verwarming?
Hoeveel eten gooi je weg, terwijl er nog honger is.
Ik verkwist zoveel energie, en ik kan er soms nog niets aan doen ook.
Het werk van Gods handen is ons toevertrouwd,
maar soms glipt het door je vingers…

Wat heeft psalm 8 te zeggen, als geweldige mensen
in gevecht tegen de natuurkrachten, verliezen?
Wat heeft David te zeggen als de vogels aan de hemel,
en de vissen in de zee, dood worden gevonden
om dat wat trekt over de wegen der zeeën,
vrachtschepen zijn die olie lekken;
of omdat de beesten gestikt zijn in al het plastic afval
dat wij hebben laten slingeren…

Hoe heftig dit beeld ook is;
ik geloof dat Psalm 8 ook dan iets te zeggen heeft.
Want de geloofsbelijdenis, die er allesomvattend omheen staat:
Heer, onze Heer, hoe machtig is uw naam op heel de aarde;
die geloofsbelijdenis staat er niet voor niets.
Die wil je hooghouden. Die wil je vasthouden.
God laat de wereld niet uit zijn handen vallen.

En daarom gaan we kijken naar die vingers van God.
Naar het werk van zijn handen.
En ik wil laten zien, dat deze vaste uitdrukking
in 3 betekenissen voorkomt in de bijbel.

1.) De eerste hebben we al gehad.
De wereld is door Gods hand gemaakt, geboetseerd, geschapen.
Machtig zet God de sterren op hun plek.
Hangt de zon en de planeten met hun manen in de hemel
als kerstballen in een kerstboom.
En strooit er een handvol kometen omheen,
alsof het poedersuiker op een oliebol is.

2.) We zien de vinger van God ook in Exodus 31:18
Eigenhandig schrijft God de wet op.
Hij geeft vingeraanwijzingen naar het goede leven.
God die de wereld maakt, en die de wet geeft. Dat hoort samen.
In Psalm 19 bijvoorbeeld zie je dat.
De vinger van God heeft niet alleen alles geschapen,
maar hij geeft ook de wet.
God schept orde in het heelal, en ook in het leven van alledag.

3.) De derde manier waarop we de vinger of de hand van God tegenkomen
is in oordeel; straf.
Als God Israël uit Egypte bevrijdt, en met 10 zware plagen komt
proberen de tovenaars van Egypte dat ook te doen.
Een soort krachtmeting van de Goden van Egypte met de God van Israël.
Natuurlijk verliest Egypte. En de tovenaars kunnen de plaag niet namaken.
En dan erkennen zij: Dit is de vinger van god.

God wijst Egypte zijn plek.
Niet alleen de maan en de sterren zet God neer.
Met een bestraffende vinger wijst God de afgoden hun plaats.
En wat niet klopt met de orde die God voor deze wereld bedacht heeft,
bestraft God. De hand van God kan slaan.

Maar daar zit wel altijd iets bevrijdends in.
Als Israël terugdenkt aan al deze plagen over de Egyptenaren,
hebben ze daar een vaste formule voor:
Deut 5:15: Bedenk dat u zelf slaaf was in Egypte totdat de HEER, uw God,
u met sterke hand en opgeheven arm bevrijdde.

In het Nieuwe Testament zie je dat ook. Jezus komt weer orde brengen.
In de chaos die demonen van het leven maakte, komt Jezus bevrijden.
Jezus zegt (Lukas 11:) Als Ik de demonen uitdrijf met de vinger van God,
dan is kennelijk het koninkrijk van God bij u gekomen.

Drie dingen dus: De vinger van God heeft de wereld geschapen,
geeft door de wet de goede richting aan,
en komt met oordeel en bevrijding.

Deze 3 dingen zou je ook kunnen zien als de perfecte samenvatting
van het leven van Jezus. Hij komt met oordeel en bevrijding.
Bevrijding voor wie ziek is, wie verslaaft is
wie verstrikt zit in verkeerde gewoontes.
Als je in hem gelooft, dan vangt Jezus de klappen
van Gods slaande hand voor je op.
Onze ziekten heeft hij gedragen, en onze zonden op zich genomen.

En als je de evangeliën leest dan zie je het.
Jezus loopt rond, en geneest blinden en verlamden.
Mattheus vertelt dat de hogepriesters en Schriftgeleerde
kleine kinderen op het tempelplein horen zingen:
Hosanna voor de zoon van David!
En daar worden ze toch zo chagrijnig van.
Hoogst verontwaardigd vragen ze Jezus: Hoor je niet wat ze zeggen?
Oh, ja hoor, hij heeft het gehoord. Maar dan citeert Jezus psalm 8:
Hebt u niet gelezen: Door de mond van kinderen en zuigelingen
hebt u zich een loflied laten zingen.

En je proeft de ergernis van de priesters, het ongeloof.
Alsof ze niet willen zien dat Jezus goed doet?!
Dat is een oordeel. En Jezus loopt bij ze weg.

Jezus wordt ook het Woord van God genoemd;
het Woord dat vlees is geworden.
Hij is helemaal thuis in Gods woorden.
Dat zie je bijvoorbeeld in hoe slim Jezus de bijbel citeert.
Maar ook als hij lesgeeft aan zijn discipelen,
geeft hij de goede richting aan.
Jezus laat zien hoe je de wet moet doen.
Zijn hele leven ademt de gehoorzaamheid aan de wet.
De Wet is woord van God, maar ook Jezus, is woord van God.
En Jezus is de belichaming van gehoorzaamheid.
Dat is nou een mens waarvan je zegt dat hij echt Beeld van God is.

En dan de schepping.
We zijn gewend om de schepping te zien als het werk van Vader.
Maar we hebben het gelezen in Hebreeën 1.
in Vers 2 staat over de Zoon: door wie Hij de wereld heeft geschapen.
En dan moet je bedenken dat Jezus ook zelf een schepsel is geworden.
Alsof de pottenbakker met zijn handen in de pot is gekropen,
en zijn handen in klei veranderde, er deel van werd.
Jezus is een van ons geworden.
En zo laat hij zien hoe God het mens–zijn heeft bedoelt.
Hebreeën zegt dan ook: in hem schittert Gods luister.
Jezus is terecht gekroond met glans en glorie,
omdat hij duidelijk een kind van zijn Vader is.

De schrijver van Hebreeën moet direct aan psalm 8 denken,
als hij spreekt over de manier waarop Jezus deze wereld binnenkomt.
Als je het citaat van psalm 8 in Hebreeën bekijkt lijkt het net
alsof er een stukje in misgegaan.

Psalm 8 heeft dat heerlijke enthousiaste: bijna goddelijk geschapen.
Terwijl Hebreeën er juist Jezus’ vernedering in ziet.
U heeft hem korte tijd onder de engelen geplaatst.
Dit moet ik uitleggen.
In het Hebreeuws van psalm 8, staan 3 woorden: Even onder Elohim.
Elohim is een Hebreeuwse naam voor God.
Mensen zijn daar maar even onder, er kort bij, bijna op hetzelfde nivo.
Vlakbij God, bijna goddelijk dus.
Maar het woord Elohim kan je ook vertalen als ’engelen’.
En als je dat doet, Even onder, lager dan, de engelen,
dan krijg je dus de versie die in Hebreeën staat.
Hebreeën heeft dit niet als een flauw taalspelletje bedacht.
Deze alternatieve vertaling laat zien dat er gelaagdheid in de bijbel zit.
En misschien had David dit wel helemaal niet door
toen dit kunstige lied dichtte.
Maar God legt er als Kunstenaar een extra laag betekenis in.


In deze preek hebben we gekeken naar Psalm 8.
Een kunstig lied over hoe klein mensen zich kunnen voelen,
en hoe geweldig we kunnen zijn.
Met daaromheen de belijdenis: Heer onze Heer,
hoe machtig is uw naam over de hele aarde.

Het doel van deze preek is eigenlijk
dat uw leven ook zo’n kunstig lied wordt.
En dat wordt het als je let op de vingers van God.
Op alles wat hij zo mooi heeft gemaakt.
Als je de richting volgt die hij je wijst.
En vooral, als je let op het bevrijdende werk van Jezus.

Hij is de mensenzoon, de sterveling, en toch ook God zelf.
Korte tijd is hij had hij onze lage rang.
Om vervolgens, door al het lijden en vernedering heen,
door God de vader verhoogt te worden,
en het verzet van de vijand te breken.

Alles is hem toevertrouwd, niet alleen schapen en geiten
of vogels die met olie besmeurt op het strand liggen,
ook onze levens. En hij neemt het in zijn handen,
om aan je te denken en naar je om te zien.

Jezus, is het kunstwerk van Vader, een zelfportret.
Maar door zijn bevrijdend werk herstelt hij ook jou.
Zodat David terecht zo verwonderd enthousiast kan zingen:
God heeft u bijna goddelijk gemaakt.
Omdat hij Jezus helemaal mens heeft laten worden.

Dit is misschien nog wel het meest indrukwekkende:
God die dichterbij komt.

Heer Jezus, onze Heer, Hoe machtig is uw naam. Op heel de aarde.

Amen


online delen:

tag schoonheid vakantie rentmeesterschap arm van God

Meer preken uit Psalmen