Votum en Groet GK 133: 1-3 Wet GK 133: 4 en 5 Gebed Lezen: 1 Pe 1:1-12 Ps 103:8 Tekst: 1 Pe 1:13-25 Ps 103: 6 en 7 Preek Amenlied: Ps 25: 1, 2 en 4 (Levensliederen.net) Gast Gebed Collecte Slotlied: LvK 328:1-3 Zegen

Geliefde gemeente van onze here Jezus.

We hebben hier in de gemeente van alles aan vakmensen zitten.
Mensen die handig zijn met hout, opticiens, een heuse radiomaker,
fotografen, muzikanten, vinologen. En nog heel veel meer.
Soms is het hun werk, soms een uit de hand gelopen hobby.

En wat we allemaal hebben, is een eigen vaktaal.
Bijzondere woorden of zinnen, die de vakmensen direct begrijpen,
maar waar je als buitenstaander even van met je ogen knippert.
Experts weten precies wat er wordt bedoelt, maar als leek heb je geen idee.

Een meubelmaker kent zijn houtsoorten,
weet wat samen gaat en hoe je het moet bewerken.
Een vinoloog heeft het over tannines en druivensoorten,
weet wat een goed jaar is, en hoelang een fles nog moet liggen.
Ik bedoel; geef […] een goeie Bourgogne en hij wordt helemaal lyrisch.
Als je mij zou vragen wat ik goed of minder goed vind van bepaalde muziek,
dan moet ik oppassen dat ik niet teveel technische termen gebruik.
Want vaktaal kan ook vervreemden.

Maar je kan het ook leren. Van de week heb ik geleerd wat de uitdrukking:
het blauwe uurtje, betekent. Het is een term uit de fotografie.
Als de zon net onder is, maar het nog niet te donker is,
is de lucht mooi diepblauw. En dat is een goed moment om foto’s te maken;
dat is mooi licht. Vaktaal kan je ook leren.
Jargon noemen we dat; dat is vaktaal voor het woord vaktaal.


Hier in de kerk hebben we ook onze eigen woorden. Kerktaal.
Zonde en Genade. Verlossing. Uitverkoren. Heilig.
En buitenstaanders hebben soms geen idee.
’t Is ook niet altijd makkelijk uit te leggen wat woorden betekenen.

Ik kom hier straks op terug, maar denk er vast over na
hoe je het woord ’heilig’ zou uitleggen aan iemand die niet gelooft.

Hier in de kerk praten we dus Kerktaal. Hier in dit gebouw;
bijvoorbeeld de psalmen die we zingen, daar zit ouderwetse taal in.
En dat is niet omdat geloof suf is, of achterhaald,
maar omdat mensen gehecht zijn geraakt aan een vertaling,
die vroeger wel hedendaags was.
Ik merk het bijvoorbeeld aan mijn vader, en die is nog niet eens zo heel oud,
als hij bid zit daar steeds meer een beetje oud–nederlands is.
En mijn opa’s hadden dat nog meer.
Ik wil het niet hebben over psalmvertalingen of liturgische veranderingen.
Het gaat me nu om het verschijnsel kerktaal.
Woorden die al een tijd meegaan, inslijten, en heel vertrouwd worden.

In kerktaal zitten ook ideeën. Dingen die we hebben ontdekt van God.
Bijvoorbeeld dat hij goed is, liefdevol en genadig.
Dat is ook de ervaring van veel gelovigen,
ze hebben geleerd om zo naar hun leven te kijken,
zodat ze het ook zien en voelen, soms tegen beter weten is,
dat God toch goed is, liefdevol en genadig.
Dat is eigenlijk wat kerktaal doet,
het leert je hoe je naar je leven moet kijken.

In kerktaal zitten dingen die we hebben ontdekt van God
of over onszelf. Bijvoorbeeld, dat wij niet zo goed zijn als God.
Niet zo liefdevol als hij. En ook niet zo vergevingsgezind;
terwijl we toch van Jezus hebben leren bidden:
vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren.
Zie je trouwens hoe vertrouwd de oude vertaling nog klinkt;
Zo werkt dat met liturgische teksten.


Het verhaal van de bijbel laat je de wereld zien,
zoals die bedoelt is; zoals God wil dat jij het ziet.

En dan wordt er nogal wat van gelovigen gezegd.
Misschien is het je wel opgevallen toen we 1 Petrus lazen.
Daar zitten veel christelijke woorden in.
Zonde en Genade. Verlossing. Uitverkoren. Heilig.
Soms heb je dat het dan over je heen gaat. Dan kan je het niet meemaken.
Dat heb je als iemand veel jargon gebruikt.
Alsof er een grote bak met vrome woorden over je wordt heengegoten.
Je weet wel dat het mooi is, maar het komt niet binnen.

Nou, dat kan gaan vervreemden. Dat je denkt, waar heeft hij het over?
Wat betekent deze psalm nou weer? Moet dat zo moeilijk?
Een brief van Paulus is soms lastig om te snappen.
Die lange zinnen; je raakt zo de draad kwijt.

Nou dat is echt niet gek.
Daar hebben gelovigen zolang als de christelijk kerk bestaat al last van.
Petrus heeft in zijn andere brief geschreven
dat Paulus inderdaad niet altijd makkelijk is.
…Dat heeft ook onze geliefde broeder Paulus u geschreven met de wijsheid die hem is geschonken. (…) Daarin staat een en ander dat moeilijk te begrijpen is en dat door onwetende en onstandvastige mensen, tot hun eigen ondergang, wordt verdraaid; dat doen ze trouwens ook met de overige geschriften. (2 Petrus 3:15)

Hier zie je dat de bijbel niet altijd makkelijk is.
Maar vaktaal kan je leren. Als je dat wil, tenminste.
Er zijn ook mensen die het expres verdraaien.
En dat doen ze niet alleen met de moeilijke stukken.


In de kerkdienst of op vereniging, kun je leren
welke woorden God over je leven zegt.
We gaan nu kijken naar een brief van Petrus.
En daarin zal ik proberen moeilijke woorden uit te leggen.
Als je de bijbel erbij wil pakken, ik zal zeggen met welk vers ik bezig ben.

We lezen dus een brief.
Als je vandaag een mailtje krijgt, staat altijd bovenin
van wie die komt, en naar wie de mail is gestuurd.
Toen vroeger brieven werden verstuurd ging dat net zo.
Bij brieven in de bijbel zeggen de eerste verzen van wie de brief is,
en naar wie die gestuurd is.

Lees maar mee, vers 1:
Deze brief is geschreven door Petrus. Apostel van Jezus.
Het woord Apostel betekent, iemand die gestuurd is; uitgezonden.
dus, door Jezus de wereld in gestuurd.
Deze brief is gericht aan alle uitverkorenen,
mensen die God heeft uitgekozen, die in Turkije verspreid wonen.
Petrus noemt ze vreemdeling, asielzoeker.
Want ze voelden zich niet thuis in hun dorpen.
Ze werden namelijk om hun geloof gepest, verdrukt, gediscrimineerd.

Dan zou je denken dat het adres van de brief nu wel duidelijk is.
Petrus stuurde deze brief naar christenen in Turkije.
Maar hij zegt nog iets over deze mensen. Vers 2:
God heeft ze voorbestemt om geheiligd door de Geest,
gehoorzaam te zijn aan Jezus, en met zijn bloed besprenkelt te worden.

Ik begin even met het laatste uit te leggen.
Want met bloed besprenkeld worden klinkt misschien een beetje raar.
Dat komt uit een wet voor priesters.
In de tempel waren dingen rein of onrein. Schoon of vies;
het past wel bij God, of echt helemaal niet.

Het is lekker om net uit de douche te komen, lekker schoon.
Maar je wordt vanzelf weer vies.
Als je buiten speelt en je valt krijg je een vlek op je kleren.
Kan gebeuren toch? Dat hoort erbij.
Of neem bijvoorbeeld een bakje yoghurt.
Als je het op hebt, blijft het schaaltje vies.
En als dat uitdroogt wordt het nog viezer, dus moet je dingen schoonmaken.
Reinigen. Dat doe je door het te wassen.
Een aantal van Gods wetten waren gewoon schoonmaakregels.

Maar er zit meer achter, die wetten.
Rein en onrein, geven ook aan of iets goed is, of slecht.
Nu bedoel ik niet dat alles wat onrein is, zoals een gebruikt bord eten
dat God dat erg vind. Een gebruikt yoghurtschaaltje is niet zondig.
Maar andersom wel. Alles wat verkeerd is,
of niet bij God past, maakt je onrein.
Als iemand vroeger met een lijk in aanraking kwam, werd hij onrein.
Dat is niet omdat het zonde is, als je bij een dode komt,
maar dood hoort niet in de wereld zoals God het bedoelt.

Onrein, is kerktaal om te zeggen: dit past niet bij God.
En het leert je zien: Wij staan aan de kant van de dood.
We hebben uit onszelf niet een eeuwige leven.
We horen niet automatisch bij God. Het is niet vanzelfsprekend.
Er moet iets gebeuren om weer bij God te horen.

Daar is dat sprenkelen voor. Dat is een gewone schoonmaakregel.
En tegelijk is het een symbool: er moet iets gebeuren.
Als je in de beurt van een dode bent geweest was je 7 dagen onrein.
God had wetten gegeven dat je op de 3e en op de 7e dag
met reinigingswater moest worden besprenkelt.
Er was een wet dat op grote verzoendag de hogepriester, met zijn vinger
bloed op de ark en op de tempelvloer moest sprenkelen, om het volk schoon te maken.

Het laatste stuk van vers 2 zegt dus: God heeft van te voren bedacht
dat het bloed van Jezus ons schoon zou maken.
Vers 2 zegt ook nog dat God van te voren heeft bedacht
om ons Heilig te maken door zijn Geest.
En dat we gehoorzaam zouden zijn, luisteren naar Jezus.
Al die dingen die God van tevoren heeft bedacht, die in vers 2 staan
horen bij elkaar. Rein en Heilig horen bij elkaar.
In het begin van de preek had ik gevraagd om voor jezelf te bedenken
hoe je het woord heilig zou uitleggen.
Even een vraag: wie had bedacht dat dat met ’reinheid’ of schoon–zijn
te maken had? Of met gehoorzaam zijn?
Een uitdrukking als heilig–boontje heeft daarmee te maken he?

Een bekende andere beschrijving van het woord Heilig,
zo heb ik dat op de basisschool geleerd, is: apart gezet. Wie had dat?

Dat is ook een goede beschrijving.
God heeft Israël geheiligd. Dat betekent dan:
zijn volk apart gezet van alle andere volkeren.
God had voorschriften gegeven dat er heilig tempelgereedschap moest zijn.
Dat zijn messen die priesters alleen bij het offeren gebruikte,
en dus niet om je eigen boterham mee te smeren.
Het is apart gezet voor God. Voor bijzonder gebruik.
En nu zegt vers 2 dat God heeft voorzien
dat wij geheiligd worden door de Geest.
Zoals we hier allemaal zitten, heeft God zijn heilige Geest uitgestort.
God heeft ons daarmee apart gezet van anderen.
Ons leven is apart gezet, voor bijzonder gebruik.
Wat dat betekent, zullen we het denk ik met Pinksteren over hebben.

Inmiddels zijn we nog maar bij vers 2.
En er is al een heleboel over God gezegd, en ook al heel wat over ons.
Dat belooft nog wat. God heeft plannen!

En Petrus wordt daar helemaal enthousiast van.
Vers 3. Geprezen zij God, de Vader van Jezus.
In zijn barmhartigheid heeft hij ons opnieuw geboren doen worden.

Dat is ook zo’n zin vol met kerktaal.
Barmhartigheid betekent zoiets als meeleven, medelijden.
In het Hebreeuws wordt hetzelfde woord ook gebruikt voor baarmoeder.
Barmhartigheid; dat voel je in je buik.
Misschien is het iets van de verbondenheid die je als broers en zussen voelt,
die 9 maanden in hetzelfde warme veilige nest hebben gewoont.
Misschien is het wel zoiets als moederliefde voor een kind;
In ieder geval: God heeft medelijden met ons,
en laat ons opnieuw geboren worden.
Een totale reset. Een nieuw begin.
Nieuw leven komt bij God vandaan.

Er wordt nogal wat gezegd.
U, jij en ik, God heeft ons uitgekozen. Hij wil ons erbij hebben.
Het leven van alle dag, dat je naar je werk gaat,
op school bezig bent met examens, of thuis voor je kinderen zorgt,
dat leventje heeft God voorbestemt om door de Geest geheiligd te worden.
God heeft ons opnieuw geboren laten worden.
Petrus zegt dat dat is gebeurt door Jezus’ opstanding.
Toen Jezus opstond uit de dood, kreeg ook mijn leven een nieuwe start.
Alle zonden zijn gedumpt in het graf. Dat blijft daar mooi liggen.
Voor God is dat nu weg. Hij ziet het niet meer.

Er wordt dus nogal wat van gelovigen gezegd.
De eerste verzen hebben we heel precies besproken.
Laten we ook naar de andere verzen kijken.

vers 4. we worden door Gods kracht beschermt
vers 5. en zullen een erfenis krijgen.
vers 6. Gelovigen worden soms beproeft
vers 8. We hebben God lief, ook al zien we hem niet
Maar toch ervaren gelovigen een diepe blijdschap
vers 9 geeft daar de reden van aan: we hebben het einddoel van geloven bereikt: En de bedoeling van geloven, is dat we gered zijn.
Maar dit zijn wel allemaal dingen die God doet. Kijk maar in vers 21.
Zelfs geloof hebben we van hem gekregen.


Door zijn woord schept God een nieuwe werkelijkheid.
Hij spreekt een nieuwe waarheid over ons uit.
Er wordt nu een heleboel over jou gezegd.
Is je ook opgevallen hoeveel God daarvan doet?
En dat het gewoon al zo is?
Hoe is dat nou, dat God alles doet?
Misschien jeuken je vingers: nou wil ik wat doen!
Of je krijgt het gevoel dat God van alles met je doet;
en dat je nu in ruil daarvoor je leven moeten beteren.

En als je verder leest zie je de oproep. Vers 13: Wees paraat en waakzaam.
Vers 14; Wees gehoorzaam. Vers 15, Wees heilig.

Hoe klinkt dat in je oren? als: En nu moet je gehoorzaam zijn,
nu mag je niet meer toegeven aan allerlei begeerten;
Als klap op de vuurpijl zegt God ook nog: Wees heilig want ik ben heilig.
En Petrus gaat gewoon door: Je weet toch hoeveel God voor je betaald heeft?!

Is dat hoe we God kennen? Hij geeft ons iets,
en in ruil geven we hem iets terug? Nee toch?
En zeg eens eerlijk. Zo werkt het toch ook niet.
Eerst bedenken hoeveel Jezus heeft geleden,
en dan gewoon de zonde achter je laten. Was het maar zo simpel.
Dat geeft niet de kracht om nu opeens wel Gods wetten te gehoorzamen.
Om zo goed te worden, zo liefdevol en genadig, als Jezus; en de
aansporingen in de brieven van nieuwe testament gewoon op te volgen…?
Als ik naar mijn leven kijk valt dat tegen.
Dat is wat Petrus bedoelt met:
De mens is als gras en zijn schoonheid als een bloem in het veld;
het gras verdort, de bloem valt af.
We zijn toch ook niet meer dan een stuk brandhout.

Het antwoord op dit probleem ligt in vers 22.
Want ja, we moeten inderdaad gehoorzaam worden.
Maar waaraan precies? Gehoorzaam aan de waarheid.
Wees Heilig want ik ben Heilig ligt ver buiten mijn bereik.
Maar de Heilige komt naar ons toe. Hij geeft zijn Woord.
En het woord van de Heer blijft eeuwig bestaan.
God vertelt in kerktaal hoe de wereld eruit ziet. Hij vertelt je de waarheid.
En dit is de waarheid over ons leven: God heeft je uitgekozen.
Hij heeft je lief, en heeft medelijden met ons.
We waren onrein. We stonden aan de kant van de dood.
Maar hij besprenkelt ons met Jezus’ bloed.
En brengt ons over naar het Leven.
Wees heilig want ik ben Heilig. Ja, en daarom heeft God al voorzien
dat we door de Heilige Geest geheiligd worden.
Alleen met de Geest heeft het zin om aangemoedigd te worden.

Nu je Gods waarheid over het leven heb gehoord. Kom op!
Heb je broers en zussen lief. Onvoorwaardelijk.
Vers 22 is het hoogtepunt van het hoofdstuk. Heb lief!

We zitten hier als allemaal verschillende mensen in de kerk.
De een gaan de kerkelijke veranderingen niet snel genoeg.
En de ander gaat het te snel, of te ver.
Maar dit hebben jullie gemeenschappelijk.
Jullie zijn broers en zussen.

Heb elkaar onvoorwaardelijk lief, met een zuiver hart,
als mensen die opnieuw geboren zijn. Het is alsof Petrus zegt:
Jullie komen uit dezelfde baarmoeder, we zijn allemaal uit God geboren.
Ons nieuwe leven danken we allemaal aan zijn barmhartigheid.
Ook die broeder die op de rem trapt is opnieuw geboren;
niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad.
En ook die zuster die zo graag vooruit wil,
heeft het nieuwe leven door Gods levende en altijd blijvende woord.
Heb elkaar lief.


Dit is moeilijk hè?
Dit is lastig.
Misschien dacht je bij vers 6 en 7, over die beproeving;
daar hebben wij toch geen last van?
Ik denk dat dit onze beproeving is. Onze vuurproef.
En het kost moeite om onvoorwaardelijke liefde op te brengen.
Wat een beproeving kan dat zijn, het proberen uit te houden met elkaar.
Vers 7, maar zo kan de echtheid blijken van uw geloof.

Hier hebben we echt God bij nodig.
Maar wordt dan ook gehoorzaam aan de waarheid die God over je uitspreekt.
Ik heb je uitgekozen, ik heb je voorbestemt
om door de Geest heilig te worden.
Onderweg zal ik je reinigen met het bloed van Jezus.
Ik geef je de kracht. Dus heb elkaar lief.

Het is niet makkelijk.
Petrus roept daarom op om vooruit te kijken.
Misschien zie je helemaal niets van zijn mooie woorden.
Mis je de betrokkenheid, of zie je alleen maar wat mis gaat;
bij jezelf of bij een ander.
Wordt dan gehoorzaam aan de waarheid, en kijk vooruit.
Als je naar vandaag kijkt zien we het gras dat verdort,
De bloem die afvalt. De zonde, dat kennen we nou wel.
Kijk vooruit, Hoop op wat eraan komt.
Want straks zal het voor iedereen zichtbaar worden.
Vers 5 zegt dat: U ziet de redding tegemoet.
En die zal aan het einde van de tijd geopenbaard worden.
Openbaren, weer kerktaal. Het betekent: onthullen.
Misschien ken je het wel van een nieuw standbeeld.
Dat zit onder een kleed, en de burgemeester gaat het onthullen.
Nu ligt er nog een kleed over, maar straks gaat het eraf.
En alle mensen kijken vooruit naar dat moment. Wat zal eronder zitten?

Zo gaat dat straks dus met het einde van de tijd.
Dan zal jou redding worden geopenbaard.
En wat er onder dat kleed verborgen zit, is wat God heeft voorzien:
Dat is Jezus. Vers 20, God heeft Jezus uitgekozen om het offer te zijn.
Om zijn bloed te geven zodat dat over ons gesprenkeld kan worden.

Maar onder dat kleed, onderdeel van de onthulling, zit ook jij en ik.
Wat Vader al voor ons bedacht heeft, namelijk om heilig te zijn,
en gehoorzaam en rein.
God zegt: Dat is nu al zo, en straks zal ik het aan iedereen laten zien.
Als je dat gelooft, heb je het einddoel al gehaald.
Straks zal de hele wereld het zien, hoe God ons nieuw maakt.
Vers 7 zegt daarom ook zelfs wij lof, eer en roem krijgen.
Omdat God, de beeldhouwer naar zijn beeld,
weer echt een mooi mens van je maakt, die lief heeft.
God geeft de kracht om de vuurproef doorstaan.

Amen


online delen:

tag liefdegebod hermeneutiek heilig priester grote verzoendag rein/onrein beproeving

Meer preken uit 1 Petrus